Vanaf april 2010 blogt Ojalá vanaf een nieuw adres over Bolivia.
Deze blog verhuist naar: www.boliviaahora.nl
We nodigen je uit deze nieuwe pagina te bezoeken, waarop nóg meer informatie te vinden zal zijn en we naast de gebruikelijke berichten ook steeds meer audio, foto en video materiaal zullen plaatsen.
Van 19 t/m 23 april zal Ojalá direct vanuit de klimaatconferentie in Cochabamba bloggen met dát nieuws wat je in de kranten niet zult lezen! Zie: www.boliviaahora.nl
Thursday, April 15, 2010
Sunday, April 4, 2010
Vakbondsfederatie van Boliviaanse Boerenarbeiders eist herziening van de TCO, inheemse bevolkingsgroepen uit het oosten wijzen het voorstel af.
La Paz, 29 maart - De Vakbondsfederatie van Boliviaanse Boerenarbeiders(CSUTCB) vraagt via een wetsontwerp voor Grondgebieden de herziening van Oorspronkelijke Gemeenschappelijke Gronden (TCO- Tierras Comunitarias de Origen) om een rechtvaardige verdeling van gronden mogelijk te maken. De inheemse bevolkingsgroepen uit het oosten wijzen het plan af en waarschuwen voor het feit dat dit onderwerp wrijving zou kunnen geven.
De secretaris van Tierras y Territorio (Gronden en Grondgebied) van de grootste Boliviaanse vakbondsorganisatie voor boerenarbeiders, Dionicio Cabrera, zei vandaag tegen het inheemse nieuwsagentschap van Red Erbol dat via de TCO het grootgrondbezit weer opleeft in Bolivia.
“De ex-viceminister van Grondgebieden heeft de TCO winstgevend gemaakt, maar zijn nu ook de nieuwe grootgrondbezitters die zich meester maken van grondgebieden. Vijftig of zestig families bezitten 400.000 ha grond; dat is de nieuwe vorm van grootgrondbezit. Nu willen wij een rechtvaardige verdeling omdat iedereen recht heeft op grond”.
Volgens Cabrera kwam het grootgrondbezit in het land weer op vanuit het oosten, El Chaco en het noorden van het departement La Paz met “nepindianen”, die werden overgebracht uit Potosí en Oruro. “In het noorden van La Paz werd in gebied 1.260.000 ha verdeeld onder 60 families.
“Wij willen de TCO niet buiten spel zetten, maar we willen een speciaal onderzoek om erachter te komen hoeveel indianen we in het oosten hebben. Als zij gronden nodig hebben, moeten ze die krijgen. Onze boerenbroeders gaan dood van de honger en we moeten ons recht opeisen”.
Cabrera voegde toe dat er documenten vervalsd zijn en dat de titulatuur niet klopt. “We zijn niet tegen onze indianenbroeders, maar wij hebben net als zij ook rechten. We vragen een herziening van de TCO om te weten of de hoeveelheid grond die ze bezitten gerechtvaardigd is. Als dat niet het geval is, wil dat zeggen dat we opnieuw ongebruikte gronden hebben in Bolivia”.
De reactie van de Federatie van Boliviaanse Inheemse Bevolkingsgroepen (CIDOB) liet niet op zich wachten. Alfonso Chávez, de hoogste vertegenwoordiger van de sector zei dat welke beslissing CSUTCB ook neemt, deze “eenzijdig” zal zijn.
“Dit onderwerp zou wrijving kunnen veroorzaken, er zal een totale wanorde heersen. Dit voorstel heeft geen samenhang. Wij zijn het niet eens met het wetsontwerp voor Grondgebieden”, merkte Chávez op tijdens een sobere verklaring aan de het Inheems nieuwsagentschap van Red Erbol.
Het Congres van de Guaraníbevolking (APG) vroeg de vice minister van Grondgebieden om een nieuwe nationale politiek of een wet voor Grondgebieden te ontwikkelen, zonder de boeren te begunstigen en met de medewerking van de bevolking.
“Er is een politiek voor grondgebieden nodig op nationaal niveau en niet alleen voor de boerensector. In het nieuwe wetsontwerp wordt gesproken over grondgebieden voor boeren, maar als dat geen bespreekbaar onderwerp is (alleen inheemse bevolkingsgroepen hebben het over voorouderlijke grondgebieden), weet ik ook niet hoe ze het voor elkaar moeten krijgen. Ze hebben een verkeerde interpretatie van het inheemse principe”, verklaart Justino Zambrana, voorzitter van de Raad van Aanvoerders van het APG .
Naar zijn mening kan de eis van de boeren “niet alleen problemen met zich meebrengen in Tarija, maar ook op nationaal niveau”.
Het thema zal op 8 en 9 april geanalyseerd worden tijdens een vergadering van de guaraníbevolking in Camiri. Het is niet uitgesloten dat het APG een eigen wetsontwerp ontwikkelt. “We zijn er mee bezig, daar is de vergadering voor”, lichtte Zambrana toe.
HET ONTWERP
Volgens een analyse van de Stichting Grondgebieden brengt de CSUTCB de noodzaak naar voren van het heropenen van de discussie over het grondeigendomssysteem om individuele bevoegdheden te verlenen aan families die behoren tot een inheemse bevolkingsgroep.
Dit voorstel én de vorderingen van de CPE zijn de belangrijkste elementen om te breken met de tweedeling tussen de sinds 1996 geldende individuele en collectieve rechten in onze wetgeving. Een opvatting die volgens het positief recht de meest correcte kan zijn, maar die in tegenspraak is met de Andessystemen qua bezit en gebruik van grondgebieden (eigendommen van 80% van de landelijke bevolking van het land). Dit staat in het Rapport 2009 Reconfiguratie van Grondgebieden van de Stichting Grondgebieden.
Artikel 55 van het wetsontwerp van de CSUTCB maakt de volgende indeling in grondbezit: Oorspronkelijke Gemeenschappelijke Gronden (TCO) en Gemeenschappelijke Boerengronden (TCC).
“De TCO heeft als basis het oorspronkelijke recht van grondbezetting, gebaseerd op historische, politieke, maatschappelijke en culturele rechten van de eerste, tweede en derde generatie”. Dit staat in het document dat bij Red Erbol is ingeleverd.
Het wetsontwerp voor Grondgebieden geeft in het artikel 130 aan dat al het onroerend goed groter dan 5.000 ha, beschouwd moet worden als grond die teruggegeven moeten worden.
Het ontwerp is in de fase van socialisering met de Nationale Raad van Ayllus y Markas del Qullasuyo (Conamaq), de Nationale Federatie voor Boerinnen, Inheemse bevolkingsgroepen, Oorspronkelijke bewoners uit Bolivia Bartolina Sisa (Cnmciobbs) en technici van het Ministerie voor Landelijke Ontwikkeling. Er wordt geschat dat het wetsontwerp vóór augustus 2010 aan het Wetgevend Congres zal worden gezonden.
Bron: Erbol
De secretaris van Tierras y Territorio (Gronden en Grondgebied) van de grootste Boliviaanse vakbondsorganisatie voor boerenarbeiders, Dionicio Cabrera, zei vandaag tegen het inheemse nieuwsagentschap van Red Erbol dat via de TCO het grootgrondbezit weer opleeft in Bolivia.
“De ex-viceminister van Grondgebieden heeft de TCO winstgevend gemaakt, maar zijn nu ook de nieuwe grootgrondbezitters die zich meester maken van grondgebieden. Vijftig of zestig families bezitten 400.000 ha grond; dat is de nieuwe vorm van grootgrondbezit. Nu willen wij een rechtvaardige verdeling omdat iedereen recht heeft op grond”.
Volgens Cabrera kwam het grootgrondbezit in het land weer op vanuit het oosten, El Chaco en het noorden van het departement La Paz met “nepindianen”, die werden overgebracht uit Potosí en Oruro. “In het noorden van La Paz werd in gebied 1.260.000 ha verdeeld onder 60 families.
“Wij willen de TCO niet buiten spel zetten, maar we willen een speciaal onderzoek om erachter te komen hoeveel indianen we in het oosten hebben. Als zij gronden nodig hebben, moeten ze die krijgen. Onze boerenbroeders gaan dood van de honger en we moeten ons recht opeisen”.
Cabrera voegde toe dat er documenten vervalsd zijn en dat de titulatuur niet klopt. “We zijn niet tegen onze indianenbroeders, maar wij hebben net als zij ook rechten. We vragen een herziening van de TCO om te weten of de hoeveelheid grond die ze bezitten gerechtvaardigd is. Als dat niet het geval is, wil dat zeggen dat we opnieuw ongebruikte gronden hebben in Bolivia”.
De reactie van de Federatie van Boliviaanse Inheemse Bevolkingsgroepen (CIDOB) liet niet op zich wachten. Alfonso Chávez, de hoogste vertegenwoordiger van de sector zei dat welke beslissing CSUTCB ook neemt, deze “eenzijdig” zal zijn.
“Dit onderwerp zou wrijving kunnen veroorzaken, er zal een totale wanorde heersen. Dit voorstel heeft geen samenhang. Wij zijn het niet eens met het wetsontwerp voor Grondgebieden”, merkte Chávez op tijdens een sobere verklaring aan de het Inheems nieuwsagentschap van Red Erbol.
Het Congres van de Guaraníbevolking (APG) vroeg de vice minister van Grondgebieden om een nieuwe nationale politiek of een wet voor Grondgebieden te ontwikkelen, zonder de boeren te begunstigen en met de medewerking van de bevolking.
“Er is een politiek voor grondgebieden nodig op nationaal niveau en niet alleen voor de boerensector. In het nieuwe wetsontwerp wordt gesproken over grondgebieden voor boeren, maar als dat geen bespreekbaar onderwerp is (alleen inheemse bevolkingsgroepen hebben het over voorouderlijke grondgebieden), weet ik ook niet hoe ze het voor elkaar moeten krijgen. Ze hebben een verkeerde interpretatie van het inheemse principe”, verklaart Justino Zambrana, voorzitter van de Raad van Aanvoerders van het APG .
Naar zijn mening kan de eis van de boeren “niet alleen problemen met zich meebrengen in Tarija, maar ook op nationaal niveau”.
Het thema zal op 8 en 9 april geanalyseerd worden tijdens een vergadering van de guaraníbevolking in Camiri. Het is niet uitgesloten dat het APG een eigen wetsontwerp ontwikkelt. “We zijn er mee bezig, daar is de vergadering voor”, lichtte Zambrana toe.
HET ONTWERP
Volgens een analyse van de Stichting Grondgebieden brengt de CSUTCB de noodzaak naar voren van het heropenen van de discussie over het grondeigendomssysteem om individuele bevoegdheden te verlenen aan families die behoren tot een inheemse bevolkingsgroep.
Dit voorstel én de vorderingen van de CPE zijn de belangrijkste elementen om te breken met de tweedeling tussen de sinds 1996 geldende individuele en collectieve rechten in onze wetgeving. Een opvatting die volgens het positief recht de meest correcte kan zijn, maar die in tegenspraak is met de Andessystemen qua bezit en gebruik van grondgebieden (eigendommen van 80% van de landelijke bevolking van het land). Dit staat in het Rapport 2009 Reconfiguratie van Grondgebieden van de Stichting Grondgebieden.
Artikel 55 van het wetsontwerp van de CSUTCB maakt de volgende indeling in grondbezit: Oorspronkelijke Gemeenschappelijke Gronden (TCO) en Gemeenschappelijke Boerengronden (TCC).
“De TCO heeft als basis het oorspronkelijke recht van grondbezetting, gebaseerd op historische, politieke, maatschappelijke en culturele rechten van de eerste, tweede en derde generatie”. Dit staat in het document dat bij Red Erbol is ingeleverd.
Het wetsontwerp voor Grondgebieden geeft in het artikel 130 aan dat al het onroerend goed groter dan 5.000 ha, beschouwd moet worden als grond die teruggegeven moeten worden.
Het ontwerp is in de fase van socialisering met de Nationale Raad van Ayllus y Markas del Qullasuyo (Conamaq), de Nationale Federatie voor Boerinnen, Inheemse bevolkingsgroepen, Oorspronkelijke bewoners uit Bolivia Bartolina Sisa (Cnmciobbs) en technici van het Ministerie voor Landelijke Ontwikkeling. Er wordt geschat dat het wetsontwerp vóór augustus 2010 aan het Wetgevend Congres zal worden gezonden.
Bron: Erbol
Thursday, April 1, 2010
Boeren eisen 10.000 miljoen voor klimaatschuld van geïndustrialiseerde landen
La Paz, 29 maart (Erbol).- Minstens 10.000 miljoen dollar zullen de boeren eisen tijdens de Conferentie over Klimaatverandering en de Rechten van Moeder Aarde, die plaatsvindt van 19 t/m 22 april in Cochabamba. Dit bedrag staat voor een deel van de klimaatschuld van de geïndustrialiseerde landen vanwege toegebrachte schade aan het milieu.
De secretaris van de Vakbondsfederatie voor Boliviaanse Boerenarbeiders, Dionisio Cabrera, zei dat het bedrag in overweging zal worden genomen tijdens de pre-conferentie die eveneens in Cochabamba zal plaatsvinden.
“De rijke landen moeten ons betalen omdat ze ons schade hebben toegebracht. Peru heeft een bedrag van 10.000 miljoen dollar voorgesteld. De kapitalisten zijn degenen die vervuild hebben, zij moeten dus de ontwikkelingslanden betalen. Wij leveren zuurstof aan de wereld met de bossen die wij nog hebben, maar zij geven ons daar niets voor terug. Dat is onrechtvaardig en daarom vragen wij ze een klimaatschuld te betalen. Zouden wij hetzelfde moeten vragen als Peru?”
Cabrero zei ook dat dit bedrag geïnvesteerd zal worden in productie en behoud van het milieu om plundering van de bossen en vervuiling van de rivieren te voorkomen.
Onder de voorstellen bevinden verder ook de verorderning van het Tribunaal voor Klimaatverandering, een instantie die uitstoot van gassen door geïndustrialiseerde landen bestraft, en het wereldreferendum over Klimaatverandering.
In overeenstemming met het Kyotoverdrag beloofden de geïndustrialiseerde landen vóór 2012 de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen van 40 naar 5%. In Kopenhagen werd echter gesproken over een percentage tussen 8 en 12%.
WERKGROEPEN
In de 17 werkgroepen, die worden ondergebracht op het platteland van Cochabamba ,wordt verwezen naar de structurele oorzaken van klimaatverandering, de harmonie met de natuur voor een goed leven, de rechten van Moeder Aarde, het referendum over Klimaatverandering, het Tribunaal voor Klimaatrechtspraak, klimatologische migranten, inheemse bevolkingsgroepen en de klimaatschuld. Bovendien wordt er gedebatteerd over een gedeelde visie, het Kyotoprotocol en de verplichting tot uitstootafname en aanpassing: hoe om te gaan met de gevolgen van klimaatverandering, financiering, overdracht van technologische ontwikkeling, bossen en klimaatverandering, gevaren van de steenkoolmarkt, actiestrategieën en landbouw én voedingssoevereiniteit.
Tijdens de Pre-Conferentie voorafgaand aan de eigenlijke conferentie, komen gedelegeerden bij elkaar van de volgende vakbonden, organisaties en bevolkingsgroepen: la Central Obrera Boliviana (COB), Confederación Sindical Única de Trabajadors Campesinos de Bolivia (CSUTCB), Confederación Nacional de Mujeres Campesinas, Indígenas, Originarias de Bolivia Bartolina Sisa (CNMCIOBBS), Confederación Sindical de Comunidades Interculturales (CSCIB), Confederación de Pueblos Indígenas de Bolivia (CIDOB) y Consejo Nacional de Ayllus y Markas del Qullasuyu (CONAMAQ).
Bron: Erbol
De secretaris van de Vakbondsfederatie voor Boliviaanse Boerenarbeiders, Dionisio Cabrera, zei dat het bedrag in overweging zal worden genomen tijdens de pre-conferentie die eveneens in Cochabamba zal plaatsvinden.
“De rijke landen moeten ons betalen omdat ze ons schade hebben toegebracht. Peru heeft een bedrag van 10.000 miljoen dollar voorgesteld. De kapitalisten zijn degenen die vervuild hebben, zij moeten dus de ontwikkelingslanden betalen. Wij leveren zuurstof aan de wereld met de bossen die wij nog hebben, maar zij geven ons daar niets voor terug. Dat is onrechtvaardig en daarom vragen wij ze een klimaatschuld te betalen. Zouden wij hetzelfde moeten vragen als Peru?”
Cabrero zei ook dat dit bedrag geïnvesteerd zal worden in productie en behoud van het milieu om plundering van de bossen en vervuiling van de rivieren te voorkomen.
Onder de voorstellen bevinden verder ook de verorderning van het Tribunaal voor Klimaatverandering, een instantie die uitstoot van gassen door geïndustrialiseerde landen bestraft, en het wereldreferendum over Klimaatverandering.
In overeenstemming met het Kyotoverdrag beloofden de geïndustrialiseerde landen vóór 2012 de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen van 40 naar 5%. In Kopenhagen werd echter gesproken over een percentage tussen 8 en 12%.
WERKGROEPEN
In de 17 werkgroepen, die worden ondergebracht op het platteland van Cochabamba ,wordt verwezen naar de structurele oorzaken van klimaatverandering, de harmonie met de natuur voor een goed leven, de rechten van Moeder Aarde, het referendum over Klimaatverandering, het Tribunaal voor Klimaatrechtspraak, klimatologische migranten, inheemse bevolkingsgroepen en de klimaatschuld. Bovendien wordt er gedebatteerd over een gedeelde visie, het Kyotoprotocol en de verplichting tot uitstootafname en aanpassing: hoe om te gaan met de gevolgen van klimaatverandering, financiering, overdracht van technologische ontwikkeling, bossen en klimaatverandering, gevaren van de steenkoolmarkt, actiestrategieën en landbouw én voedingssoevereiniteit.
Tijdens de Pre-Conferentie voorafgaand aan de eigenlijke conferentie, komen gedelegeerden bij elkaar van de volgende vakbonden, organisaties en bevolkingsgroepen: la Central Obrera Boliviana (COB), Confederación Sindical Única de Trabajadors Campesinos de Bolivia (CSUTCB), Confederación Nacional de Mujeres Campesinas, Indígenas, Originarias de Bolivia Bartolina Sisa (CNMCIOBBS), Confederación Sindical de Comunidades Interculturales (CSCIB), Confederación de Pueblos Indígenas de Bolivia (CIDOB) y Consejo Nacional de Ayllus y Markas del Qullasuyu (CONAMAQ).
Bron: Erbol
Subscribe to:
Posts (Atom)