Monday, February 5, 2007

Boliviaanse president Evo Morales: "Wij zijn te vertrouwen"

Boliviaanse president Evo Morales: "Wij zijn te vertrouwen"
Door Frans Bieckmann en Mariëtte Heres

Na jarenlange onrust werd cocaboer Evo Morales in december 2005 gekozen tot eerste inheemse president van Bolivia. Er heerstte angst dat bedrijven en donoren Bolivia de rug zouden toekeren door Morales’ anti-neoliberale geluid. Maar zelfs na de nationalisering van het gas op 1 mei bleek deze angst ongegrond. Opvallend is dat Morales in zijn eerste jaar als president zijn blik naar buiten heeft gericht.

“Zo, de marteling door de pers kan beginnen”, zegt Evo Morales met een grote lach, als hij uit zijn hotelkamer komt. Het is heel vroeg in de morgen, van wat een lange dag zal worden, vol met Nederlandse ontmoetingen, van premier Balkenende, via de Shelltop en wetenschappers en de Boliviaanse achterban op het ISS, tot en met koningin Beatrix en prinses Maxima.
Het contrast met de eerdere keren dat hij in Nederland was, is groot. Toen kwam hij op uitnodiging van non-gouvernementele organisaties die hem steunden in zijn campagne voor de verbouw van cocabladeren, en in de aanloop naar de vijfhonderdste verjaardag van de ‘ontdekking’ van Latijns-Amerika door Columbus, in 1992. Die campagne is achteraf een belangrijke aanzet geweest voor de heropleving van sociale bewegingen, vooral ook van inheemse volkeren, in heel Latijns Amerika.

Morales is een duidelijke exponent van de opleving van links op het continent. Toen hij eind 2005 tot president werd gekozen, werd dat in de rest van de wereld met gemengde gevoelens bekeken. Enerzijds een gevoel van triomf onder veel mensen, omdat na de Braziliaanse president Lula, de Argentijn Kirchner en de Uruguayaan Tabare Vazquez ook in Bolivia een linkse president aan de macht kwam. Anderzijds, onder met name westerse regeringen, zorgen over de al maar toenemende macht van links in Latijns Amerika. Zij zagen de golf van linkse verkiezingsoverwinningen meer in het verlengde van de twee notoire treiteraars van het ‘imperialisme’: de Venezolaan Hugo Chavez en natuurlijk Fidel Castro. Inderdaad is ook Evo Morales in grote mate geïnspireerd door vooral de bejaarde Cubaanse caudillo. Toen op 1 mei 2006 Morales ook nog aankondigde de gaswinning in Bolivia te willen nationaliseren, hielden westerse regeringen hun adem in.

Begrijpt u de vrees in een deel van de wereld toen u de gasnationalisatie aankondigde?

“Wij willen graag goede relaties met iedereen in de hele wereld, maar wel op basis van wederzijds respect. De Wereldbank en het IMF, bijvoorbeeld, hebben Bolivia hun visie opgedrongen. Ik heb tijdens een bezoek aan de Wereldbank duidelijk gemaakt dat de tijd van onderwerping voorbij is. Wij moeten ons niet ondergeschikt maken, maar elkaar aanvullen. Voorheen zeiden Wereldbank en IMF dat de Boliviaanse regering de belastingen moest verhogen om het begrotingstekort te dichten. Daartegen kwamen de mensen in opstand. Er vielen doden en gewonden, omdat wij het daar niet mee eens waren. En omdat er niet met ons overlegd was vanuit een positie van gelijkwaardigheid. Overigens slaagt Bolivia er dit jaar voor het eerst in dertig jaar in een begrotingsoverschot te creëren.”

Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen?

“Veel factoren spelen een rol. In de eerste plaats door zuinigheid. In onze Andescultuur betekent leiderschap dat je het volk moet dienen. De regering in Bolivia had tot mijn aantreden een heel andere vorm van ‘leiderschap’, namelijk die van roven. Daar hebben we een eind aan gemaakt. De president verdiende veertigduizend bolivianos (vierduizend euro) per maand; ik heb dat teruggeschroefd naar vijftienduizend (vijftienhonderd euro). Nog belangrijker is dat we eerlijk zijn en dat alles transparant is. Dat werkt: het volk begint nu ook de belasting te betalen. De belastinginkomsten zijn met bijna 50 procent gestegen. Voorheen ontdoken de mensen dat eenvoudig. Maar nu weet het volk dat er iets nuttigs met het geld gedaan wordt, en dat het niet gestolen wordt door de regering. En heel belangrijk voor de overheidsfinanciën is natuurlijk de nationalisering van de gaswinning.”

Hoe hebben de bedrijven na de nationalisering van het gas gereageerd?

“Er is geen enkel protest geweest van bedrijven. We hebben hen juridische zekerheid gegeven en de garantie dat ze winst mogen maken. Dit accepteerden ze. En wat we zeggen doen we ook, we zijn te vertrouwen. Voorheen kreeg de staat maar 18 procent van de inkomsten uit de grote gasvelden en aardolie en de bedrijven 82 procent. Inmiddels is dat omgekeerd, en zijn de inkomsten voor de staat gestegen van 230 miljoen dollar naar 1,3 miljard. De bedrijven verdienen nu 18 procent en wij kunnen onze sociaal-economische problemen oplossen met de opbrengst van onze eigen natuurlijke rijkdommen.
Wij introduceren een andere vorm van nationalisatie, waarin wij bedrijven nodig hebben als investeerders, maar waarin ze wel onder de controle van de staat staan. Buitenlandse bedrijven kunnen nooit eigenaar zijn van ónze bodemschatten. Het aankomende jaar komen de mijnen aan de beurt.”

Denkt u iets van Nederland te kunnen leren over de omgang met de gasvoorraden?

“In Nederland is hierover veel kennis aanwezig. Onze minister van energie voert gesprekken met experts. We kunnen veel leren en hebben natuurlijk ook technologie nodig. Maar we willen niet alleen met de staat overleggen, maar ook met bedrijven als Shell. En dat doen we ook. Shell is één van de grootste bedrijven van Europa. Zij hebben de mogelijkheid om te investeren in moeilijker te ontginnen gasvelden in Bolivia. Voor ons is dat van enorm belang. Ons doel is de opbrengsten van natuurlijke hulpbronnen als gas ten goede te laten komen aan de Bolivianen.”

Veel westerse regeringen, waaronder Nederland, steunden indertijd de neoliberale politiek van uw voorgangers, de presidenten Banzer en Sanchez de Lozada. U was en bent verklaard tegenstander van dit economische beleid. Staan die regeringen nu anders tegenover u?

“Voordat ik werd gekozen, werden de mensen bang gemaakt dat de internationale hulp zou worden stopgezet als ik president werd. Maar nu word ik genereus geholpen door veel Europese landen, waaronder Nederland. Men heeft eerst even de kat uit de boom gekeken, maar blijkbaar is er vertrouwen. En wij willen heel graag diplomatieke, commerciële, technologische en wetenschappelijke relaties aanknopen met de Europese landen. Op allerlei manieren kunnen zij, in een goede dialoog, bijdragen aan het veranderingsproces in Bolivia. Wij zien landen als Nederland, Spanje en Frankrijk als strategische partners. Alleen door de VS worden we nog steeds geïntimideerd.”

Hoe zou u uw relatie met de VS op dit moment omschrijven?

“Regular, het gaat. Er worden regelmatig speldenprikken uitgedeeld. Dat begon al op de dag dat ik gekozen werd. Traditioneel presenteert zich dan het hele diplomatencorps aan de nieuwe president. Iedereen was present, op de ambassadeur van de VS na. Maar dezelfde avond werd een aantal parlementariërs en ministers uitgenodigd in het huis van de ambassadeur. Dat was een open provocatie. Een ander voorbeeld betreft een van mijn voormalige kameraden uit de coca-campagne. Zij is als leidster van de cocaboeren regelmatig in de VS op bezoek geweest is. Nu is zij senator, en wordt haar visum ingetrokken. En onlangs nog werd de vice-president met drie helpers uit een vliegtuig van American Airlines gezet. Computerfout, zei de Amerikaanse ambassadeur. Zo zijn er permanente kleine provocaties.”

Voor de VS is de bestrijding van de cocaïnehandel een van de belangrijkste aspecten van de relatie met Bolivia. U heeft daar een uitgesproken mening over…

“Het cocablad en cocaïne zijn twee totaal verschillende dingen. Het cocablad verandert niet zomaar in cocaïne. Daar heb je chemische stoffen voor nodig, en die produceren wij niet. Die worden in de ontwikkelde landen gemaakt. Wij zijn voor de vrije verbouw van coca, voor binnenlands gebruik. Maar we willen nul drugshandel. Wij vinden het onze plicht om daartegen te strijden, maar we doen het op onze eigen manier, zonder doden en gewonden. Sinds ik gekozen ben, hebben wij gezorgd voor een vrijwillige reductie van de cocaverbouw, met hulp van de maatschappelijke organisaties. En met succes. Terwijl de mensen vroeger de drugshandelaren dekten, bellen ze nu de speciale politie als ze verdachte drugshandelaren zien.”

Een ander heikel punt voor de VS is de opkomst van linkse regeringen overal in hun Latijnsamerikaanse ‘achtertuin’. U werkt met die linkse leiders samen, maar soms zijn de belangen ook tegengesteld. De Braziliaanse energiemaatschappij Petrobras was bijvoorbeeld ook de dupe van uw nationalisering. Leverde u dat geen problemen met president Lula op?

“De steun en solidariteit van Cuba en Venezuela zijn indrukwekkend. Dat betekent niet dat we ondergeschikt of afhankelijk zijn van die landen. Ze tonen veel respect. Fidel en zijn regering hebben Cubaanse artsen geleverd, die tot nu toe bij 45 duizend Bolivianen gratis oogoperaties hebben uitgevoerd. Mensen van het platteland, die geen geld hebben, kunnen er naar de centra toe. En Venezuela levert technische hulp op het gebied van olie en gasleidingen.
Kameraad Lula is zoals altijd solidair. Ik heb hem proberen te bellen voordat we op 1 mei de nationalisatie bekend maakten, maar zijn medewerkers lieten me niet door. Ik wilde het hem in een noodvergadering graag vertellen als kameraden onder elkaar. We zijn toen met vier presidenten, Kirchner, Lula, Chavez en ik, bij de Iguaza waterval bijeen gekomen. (Lachend:) Natuurlijk heeft het wat onderhandelingen gekost. Petrobras is een soort staatje in de staat Brazilië. Maar we hebben daarna in consensus verklaard dat alle vier de landen het recht hebben om het eigendomsrecht uit te oefenen op zijn natuurlijke hulpbronnen.”

Wat gaat u doen met alle inkomsten die het gas nu genereert? Heeft u inmiddels een nationaal armoedebestrijdingsplan met concrete actieplannen?

“Het kostte even tijd om alles op gang te brengen, maar ik vind dat we in één jaar veel bereikt hebben. Iedereen in de regering was nieuw. De eerste maanden hadden we veel problemen. We waren erg voorzichtig met de overheidsuitgaven en we waren heel alert op corruptie. Maar nu beginnen de eerste concrete resultaten op sociaal terrein zich af te tekenen, al is het nog lang niet genoeg.
Een deel van de opbrengst van de nationalisering van het gas gaat naar de kinderen, om iets te doen tegen analfabetisme. Alle kinderen hebben 200 bolivianos (20 euro) gekregen om schoolspullen aan te kunnen schaffen. Ook willen we verder investeren in landbouw en visserij. We willen meer microkredieten ter beschikking stellen. Belangrijk is dat we de basiszorg gratis willen maken. Spanje heeft ons zevenhonderd ambulances gegeven als rijdende hospitaals, twee voor alle 350 gemeentes in Bolivia. Elke drie maanden gaan ze langs de huizen om basisgezondheidszorg te verschaffen. Ik heb op het platteland gewoond. Daar is helemaal geen medische zorg. Als mensen kiespijn hebben, dan pakken ze een steen en slaan ze zich tegen het hoofd. Dat is vreselijk. Gelukkig kunnen wij daar nu iets aan doen.”


Biografie
Evo Morales Ayma wordt geboren in een klein mijnwerkersdorpje Orinoca op 26 oktober 1959. Hij groeit op in een gezin van Aymara (inheems volk in het westen van Bolivia) en leeft als vele Bolivianen in armoede. De familie Morales vestigt zich daarom begin jaren tachtig in het vruchtbaardere Chapare. De jonge Evo Morales werkt er als lamaherder, muzikant en boer. Morales’ leiderschapskwaliteiten blijven niet onopgemerkt en hij maakt carrière in de vakbeweging. Maar de politiek lonkt. In 1996 wordt Evo Morales gekozen in het congres. Als fanatiek strijder tegen de anti-coca-campagne en tegen de militarisering van dit conflict groeit Morales’ faam. In 2002 verliest hij met klein verschil de verkiezingen van kandidaat Gonzalo Sanchez de Lozada. Morales richt zijn pijlen op de neo-liberale politiek en de privatisering van het water en het gas. Zijn populariteit blijft groeien als Sanchez de Lozada Bolivia ontvlucht na massale protesten. Ook onder opvolger president Carlos Mesa keert de rust in Bolivia niet terug en eind 2005 komen er nieuwe verkiezingen. Evo Morales wint met ruim 54 procent van de stemmen en wordt de eerste inheemse president van Bolivia. Dit betekent zeker niet dat Morales zijn land in 2006 in rustig vaarwater weet te leiden. De afgelopen maanden groeide de druk van de oppositie door hongerstakingen en manifestaties. De felste kritiek richt zich op het plan van Morales de grondwet te wijzigen met een absolute meerderheid in plaats van een tweederde meerderheid.