Friday, November 27, 2009

Ibarnegaray verzoekt ongelukkige fout bij opstelling kiezerslijst toe te geven

Roxana Ibarnegaray, lid van het Plurinationaal Verkiezingsorgaan (OEP), verzocht afgelopen donderdag om toe te geven dat er fouten zijn gemaakt bij de opstelling van de zogenoemde biometrische kiezerslijst en benadrukte daarbij dat in het Boliviaanse bevolkingsregister 5.089.142 burgers staan ingeschreven.

“De foutief opgestelde kiezerslijst is veroorzaakt door de ongelukkige opgave van 5,3 miljoen personen, ik zeg ongelukkig omdat deze opgave gedaan is door een lid van de Kiesraad; de voorzitter van het OEP komt met een vergelijkbaar aantal ingeschrevenen en dat aantal klopt niet”, aldus Ibarnegaray op Red Erbol.

Ze benadrukte dat bij de goedkeuring van een volledig onjuist getal niet is nagedacht over de gevolgen die dit heeft voor een zuiveringsproces van de kiezerslijst, een proces waarbij de lijst van stemgerechtigde burgers geleidelijk wordt opgesteld alvorens te worden gesloten.

De gezaghebber hoopt dat de opinie vanuit de politiek over de biometrische kiezerslijst het proces in de aanloop naar de verkiezingen van 6 december niet zal schaden en verzekerde dat het OEP zijn transparante werk zal voortzetten tot aan de verkiezingen van 6 december aanstaande. “Degenen die durven te oordelen en twijfel te zaaien in verkiezingstijd zijn het niet waard om deel te nemen aan het meest democratiche proces waaraan de Bolivaanse burgers ooit hebben kunnen deelnemen”, zegt Ibarnegaray.

Het juiste aantal ingeschreven burgers is 5.089.142 en niet 5,3 miljoen, en het juiste aantal is volgens Ibarnegaray “niet toegenomen en ook niet gezuiverd”, waarbij ze refereerde aan de 300 duizend vals ingeschreven burgers.

Senator Roger Pinto van de centrum-rechtse partij PODEMOS (Poder Democrático Social) maakte duidelijk dat er bezorgdheid bestaat over de biometrische kiezerslijst; vooral in Pando is het aantal ingeschreven burgers ineens met praktisch 30 procent toegenomen in vergelijking met de laatste verkiezingsperiode. “Op een gegeven moment werd gezegd dat er op sommige plaatsen al een aantal personen waren ingeschreven, merkte Pinto op. De senator is van mening dat de officiële uitslagen die de verkiezingseenheid ná de zuivering van de kiezerslijst zal presenteren afgewacht moeten worden om het definitieve aantal stemmen te bepalen.

Thursday, November 26, 2009

Termijn voor verzoeken tot schorsing kandidaten loopt zaterdag af

Het Plurinationaal Verkiezingsorgaan (OEP) zal tot 14.00 komende zaterdag de verzoeken tot schorsing van de kandidaten van de algemene verkiezingen van 6 december accepteren. Tot nu toe heeft het OEP zeven verzoeken ontvangen.

In een persbericht laat het OEP weten dat iedere burger kan verzoeken om de schorsing van een kandidaat vanwege het niet voldoen aan de vereisten om kandidaat te zijn voor het (vice)presidentschap of voor een functie als senator of parlementslid; of vanwege het schenden van artikel 123 van de Boliviaanse Kieswet, die als volgt luidt: “Het is geen enkele kandidaat toegestaan om, vanaf het moment van diens inschrijving, programma’s van journalistieke aard te leiden in de media, op straffe van schorsing”.

De Kieswet zegt verder dat voor de aantoning van onbekwaamheid de verzoeker “een daartoe bestemd certificaat moet indienen waaruit het bestaan en de geldigheid van een reden tot schorsing blijkt, welk certificaat door de betreffende autoriteit maximaal tien dagen vóór de indiening daarvan verstrekt is.

Volgens artikel 193 van deze wet zijn “de uitspraken die door de Nationale Kiesraad [CNE] in deze procedures worden gedaan definitief en onherroepbaar.”

Op basis van hetzelfde artikel is het ook mogelijk is om procedures vanwege onbekwaamheid tegen reeds gekozen kandidaten aanhangig te maken vanwege dezelfde redenen, tot vijf dagen na de verkiezingsdatum.

Bron: ERBOL

Tuesday, November 17, 2009

Politieke scenario - laatste update

Nu bepaald is welke de belangrijkste partijen voor de verkiezingen van 6 december zijn (MAS, UN, PPB en AS), laat het politieke scenario zien dat het land op het punt staat belangrijke politieke veranderingen te ondergaan; er is sprake van nieuwe ontwikkelingen.

Een van die nieuwe ontwikkelingen is de afwezigheid van de partij Nacionalista Revolucionario (MNR) bij deze verkiezingen. Het is de eerste keer sinds 1942 dat deze partij, die een leidende rol had bij de belangrijke veranderingen in Bolivia (de Nationale Revolutie van 1952 en de Neoliberale hervormingen van 1985) en bondgenoot van militaire, conservatieve regeringen, niet deel zal nemen aan de verkiezingen.

Een andere belangrijke vernieuwing is de afwezigheid van politieke kopstukken die de afgelopen jaren op de kandidaatslijsten van de MAS en de belangrijkste oppositiepartij (PPA) hebben gestaan. In plaats daarvan staan er nieuwe mannelijke en vrouwelijke kandidaten op de lijst. Hierdoor zal in 2010 het Boliviaanse parlement aanmerkelijk minder leden met een (langdurige) parlementaire loopbaan tellen; het nieuwe parlement zal dus een duidelijker afspiegeling zijn van de veranderingen die zich in de Boliviaanse politiek voordoen.

Nu definitief bekend is op welke kandidaten gestemd kan worden, zijn de stemmen volgens de laatste peilingen als volgt verdeeld: 40% voor de herverkiezing van Evo Morales en Álvaro García Linera; 30% zegt niet op Morales te stemmen en nog eens 30% weet het (nog) niet.

De oppositie bestaat duidelijk uit twee kampen: aan de ene kant Manfred Reyes Villa en Leopoldo Fernández (PPB), die voorstander zijn van polarisatie en aan de andere kant Doria Medina (Unión Nacional) en René Joaquino (Alianza Social) die zich in het politieke midden trachten te plaatsen. Deze drie ‘sterke’ kandidaten plus de vier kleinere oppositiepartijen zullen de 30% die niet op de MAS van Morales stemt en de 30% die nog geen besluit heeft genomen, proberen over te halen op hen te stemmen.
(Bron op aanvraag)

Friday, November 13, 2009

Linera: Latijns-Amerikaanse regeringen moeten zich voorbereiden op “invasie” VS

De Boliviaanse vicepresident Alvaro García Linera riep afgelopen maandag de regeringen van Latijns Amerika op om zich voor te bereiden op wat hij een militaire invasie van de VS noemt. Dit nadat afgelopen week het akkoord tussen Bogotá en Washington over de installering van Amerikaanse legerbases in Colombia in werking trad. Linera bevestigde tijdens een persconferentie in het Boliviaanse Regeringspaleis dat de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Colombia een invasie van het continent betekent en hij zei te vrezen voor deze situatie omdat het om een akkoord zonder restricties gaat die de Amerikaanse militairen bevoorrecht. “De Amerikaanse aanwezigheid in Colombia is in strikte zin een invasie van het continent. Het gaat om een militaire aanwezigheid zonder enige restrictie, zonder enige vorm van controle en dat maakt mij als Boliviaan bang”, aldus de gezaghebber.

Hij drong er bij de regeringen in de regio op aan om voorbereidingen te treffen tegen deze ‘invasie’ en liet weten dat de Boliviaanse president Evo Morales een noodvergadering bijeen had geroepen van lidstaten van het Latijns-Amerikaanse samenwerkingsverband ALBA om over dit onderwerp te discussiëren. Hij voegde daaraan toe dat de tijdelijke voorzitter van de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties UNASUR ook zoiets zou moeten doen. “Als machthebbers moeten wij ons voorbereiden op de implicaties van een Amerikaanse militaire invasie van het continent. Er moet over gedebatteerd worden; het belangrijkste is dat de Latijns-Amerikanen de ernst van de situatie inzien”, zo benadrukte de Boliviaanse vicepresident.
Bron: ERBOL

Morales: VS gebruikt militaire bases voor destabilisatie progressieve regeringen

De Boliviaanse president Evo Morales bevestigde afgelopen maandag dat de militaire bases in Colombia zullen dienen om de progressieve regeringen in de regio te destabiliseren. Hiermee betuigde hij zijn directe steun aan zijn Venezolaanse collega Hugo Chávez, die afgelopen weekend de strijdkrachten van zijn land opriep om zich voor te bereiden op een oorlog met Colombia nadat Washington en Bogotá het akkoord hadden ondertekend. Morales zei tijdens een persconferentie in Cochabamba dat Colombia een militaire basis van de VS was geworden en hij was er zeker van dat het akkoord dat afgelopen weekend in Bogotá door vertegenwoordigers van beide naties is ondertekend een provocatie inhoudt van de Latijns-Amerikaanse landen en van de progressieve regeringen van Midden- en Zuid-Amerika die gekant zijn tegen de politiek van de VS.

“Ik ben zeer bezorgd over het nieuwe verdrag of de overeenkomst tussen Colombia en de VS. Kort gezegd kom ik tot de conclusie dat dit een annexatie van Colombia door de VS inhoudt, het is niet zo dat de VS een militaire basis in Colombia oprichten maar Colombia wordt een militaire basis van de VS”, beweerde Morales. De Boliviaanse president baseerde zijn inschattingen over Colombia op zijn idee dat het akkoord met Washington de Amerikaanse militairen een aantal speciale voorrechten verleent zoals de onschendbaarheid voor het Colombiaanse recht als zij delicten plegen tijdens hun verblijf in die Zuid-Amerikaanse land. “De militaire bases kunnen het continent op geen enkele manier vrede of democratie brengen, integendeel, zij veroorzaken conflicten zoals in Honduras gebeurd is. Zeker is dat ze nu van plan zijn de revolutionaire regeringen van Venezuela, Ecuador, Nicaragua en Bolivia te destabiliseren”, oordeelde Morales.
Bron: ERBOL

Thursday, November 12, 2009

Latijns Amerika opgeschrikt door oorlogsdreiging van Chávez tegen Colombia

Voor het eerst in tien jaar neemt Colombia de oorlogsdreigingen van de Venezolaanse president Hugo Chávez serieus. Het hele continent was in rep en roer toen Chávez op dreigende toon burgers en militairen van zijn land opriep om “zich voor te bereiden op de oorlog” met hun buurland. Het grensgebied met Colombia is een brandhaard geworden zoals nog maar weinig is voorgekomen in de geschiedenis van Venezuela. Dat Chávez´ eigen regering de brandhaard heeft aangestoken, zonder zich te bekommeren om de gevolgen, is een ernstige zaak.

De Colombiaanse president Álvaro Uribe reageerde verontrust en stapte naar de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Veiligheidsraad van de VN “in verband met de oorlogsdreigingen door de regering van Venezuela”. “Colombia heeft geen enkel gebaar van oorlog gemaakt, en zal dit ook niet doen, in de richting van de internationale gemeenschap, en al helemaal niet naar broederlanden”, gaf de Colombiaanse president te kennen in een persbericht. “We gaan geen Berlijnse Muur bouwen om ons van elkaar te scheiden”, zei Uribe drie dagen geleden als antwoord op de dreiging van Chávez om de gemeenschappelijke grens te sluiten. “Onze vaderlanden kunnen niet van elkaar worden gescheiden”, voegde hij eraan toe.

Chávez had zich vrij agressief geuit. “Laten we geen dag verliezen bij deze belangrijke missie: we moeten ons voorbereiden op de oorlog en het volk helpen zich voor te bereiden op de oorlog, want het is de verantwoordelijkheid van ons allen”. Om te benadrukken “dat een gewapend conflict het beste te voorkomen is door erop voorbereid te zijn” riep Chávez de hele samenleving op zich te mobiliseren: “Heer commandant van het militair garnizoen, strijdbataljons, laten we ons ervoor klaar maken; revolutionaire studenten, arbeiders, vrouwen, wees allen klaar om dit heilige vaderland, dat Venezuela heet, te verdedigen.”

Chávez beschuldigde Uribe ervan Colombia te hebben “overgedragen” aan de VS, als toespeling op het pas getekende akkoord tussen Bogotá en Washington op grond waarvan het Pentagon zeven militaire bases mag gebruiken op Colombiaans grondgebied. De Colombiaanse leider gaf te kennen dat het akkoord Colombia tot “een extra staat” van de VS zou maken. “Het akkoord is in strijd met de Colombiaanse Grondwet en het internationale recht”, voegde hij eraan toe. Chávez waarschuwde dat “er gepraat moet worden met de grote baas, en daarom zeg ik tegen president Obama: ‘U moet zich niet vergissen want u beveelt een open aanval op Venezuela via Colombia’.”

In Bogotá wordt gezegd dat een voorzichtige bemiddeling door de Braziliaanse president Lula da Silva en de Spaanse premier Rodríguez Zapatero de tijdbom tussen Colombia en Venezuela onschadelijk kan maken. De Colombiaanse pers wijst er opnieuw op dat Zapatero zijn goede diensten heeft aangeboden om de crisis te bezweren. De Colombiaanse minister van buitenlandse zaken, Jaime Bermúdez, vroeg aan Spanje om de gebeurtenissen aan de grens met Venezuela te verifiëren en in het oog te houden.

Het Bogotaanse tijdschrift Semana zegt dat in Colombia “nergens anders over wordt gesproken dan over een mogelijke oorlog met Venezuela”. Een aantal dagen geleden gaf Chávez het belangrijkste bevel tot mobilisering van de strijdkrachten van zijn regeringsperiode. Hij stuurde 15.000 leden van de Nationale Garde naar de aan Colombia grenzende staten (Zulia, Táchira, Amazonas, Bolívar en Apure). Een paar dagen daarvoor sloot hij de grens als reactie op de moord op twee Venezolaanse gardeleden die volgens Caracas door Colombiaanse paramilitairen zou zijn gepleegd. Deze moorden waren een nieuwe schakel in een reeks van gebeurtenissen die getuigen van de ernstige situatie aan de grens, zoals de massamoord twee weken geleden op elf jongeren – waarvan acht Colombianen – in de Venezolaanse grensstaat Táchira. Massale deportaties, gevangenneming van vermoedelijke spionnen en de opruiende retoriek van Chávez hebben de lijst compleet gemaakt.

In zowel Caracas als Bogotá heerst het idee dat de dreigende taal van Chávez op zijn minst gedeeltelijk is ingegeven door de afname van zijn populariteit en door sociale problemen als gevolg van de afsluitingen van elektriciteit en de rantsoenering van water. Tulio Hernández, columnist van de Caraceense krant ‘El Nacional’ zegt dat Chávez als gevolg van zijn verslechterende imago “het land bijeen moet houden en de militarisering moet rechtvaardigen van grensstaten met landen die hem tegenwerken”. Volgens onderzoeksbureau Datanálisis in Caracas “slaat de Venezolaanse regering alarm vanwege de afnemende populariteit van Chávez. (…) Hij moet het contact met het volk vóór de verkiezingen herstellen en neemt een pakket maatregelen om dit te bereiken. De toename van overheidsuitgaven is een deel van deze strategie. Het is niet zo vreemd dat hij dit aanvult met een verbaal grensconflict met Colombia.” Volgens de Colombiaanse ex-viceminister van buitenlands zaken Camilo Reyes “verhult Chávez de lastige interne situatie door te dreigen met een oolog met Colombia. Colombia moet hier uiterst kalm en voorzichtig mee omgaan want dit is een signaal van een situatie die verslechtert in plaats van verbetert.”

Caracas en Bogotá hebben hun betrekkingen sinds eind juli bevroren vanwege een militair akkoord tussen Colombia en de VS. Sindsdien is de bilaterale handel tussen beide landen, die meer dan 7 miljard dollar bedroeg in 2008, ingestort en is de spanning toegenomen, met name rondom de meer dan 2000 kilometer lange grens tussen Venezuela en Colombia. In het grensgebied van de Venzolaanse staat Táchira heeft de politieke crisis ernstige gevolgen vanwege het instorten van de formele en informele handel, waar beide landen afhankelijk van zijn. De spanning tussen Bogotá en Caracas treft meer dan 250.000 mensen die leven van het handelsverkeer tussen het noorden van de Colombiaanse staat Santander en het Venezolaanse Táchira. In september bedroeg de Colombiaanse export naar hun buurland nog maar de helft van wat dit in 2008 is geweest.
Bron: ERBOL

Monday, November 9, 2009

DECRETO SUPREMO 0335: Voor Moeder Aarde.

Door Gilberto Pauwels
Oruro - Bolivia

Er kwamen tranen van vreugde bij te pas, toen de goedkeuring van het decreet werd bekendgemaakt. Enkele honderden mensen hadden zich reeds opgesteld om van El Alto naar het centrum van La Paz af te dalen. Ze dachten dat men hen eens te meer bedrogen had. Ze waren van Oruro gekomen om hun eis kracht bij te zetten dat het gebied tussen de tinmijn van Huanuni en het Poopó-meer tot milieu-noodgebied zou uitgeroepen worden. Toen ze wilden vertrekken, kwam de minister van milieu, Pablo Ramos, dan toch in een taxi aangereden. Hij kwam vertellen dat, op uitdrukkelijk bevel met president Evo Morales, het voltallige kabinet zopas het decreet ondertekend had.

1. De vraag om het waterbekken van Huanuni tot ecologisch noodgebied uit te roepen is reeds een paar jaar oud. CORIDUP het coordinatie-orgaan van tachtig rurale gemeenschappen die zich door de vervuiling van de mijnbouw benadeeld weten, hield het proces aan de gang via een geduldige dialoog met de verantwoordelijken van de mijn en de regionale en nationale gezagsdragers. In mei beschreven we de grootscheepse inspectie door vertegenwoordigers van verscheidene viceministeries. Een paar weken geleden hadden we het nog over de ontgoocheling wegens het uitblijven van maatregelen en de aankondiging van acties. Een mars op La Paz heeft het beoogde resultaat opgeleverd. Waarom is het dan toch gelukt, vragen velen zich af.

2. De tegenstand kwam de mijnwerkersorganisaties die vrezen dat de afkondiging tot noodgebied tot het sluiten van mijnen zal leiden. Er waren ook (vice)ministers die tegen het decreet in verzet kwamen omdat ze vinden dat de saneringsonkosten van het gebied voor de staat veel te hoog zullen oplopen, vooral gezien dit geval als antecedent kan dienen voor gelijkaardige situaties elders in het land.

3. Maar de omstandigheden waren gunstig. Vorige week kwam de president van Ecuador op bezoek in Huanuni en hij maakte een opmerking over de toch wel verregaande vervuiling door de mijnontginning. En president Evo Morales werd onlangs op wereldvlak tot verdediging van Moeder Aarde uitgeroepen. Felix Laime, president van CORIDUP, speelde daar handig op in. Hij eiste dat de woorden in het buitenland in daden voor eigen volk zouden omgezet worden. De mars werd voorgesteld, niet als een protest tegen de regering, maar als een oproep om het aangekondigde veranderingsproces ook effectief door te voeren. Niet tegen Evo, maar vóór hem, tegen groepen en personen die zijn plannen dwarsbomen. En het lukte. Dat de verkiezingsstrijd intussen is losgebarsten, zal ook wel meegespeeld hebben. De oppositiepers gaf veel ruchtbaarheid aan de protestacties, in de overtuiging dat het op een sisser zou uitlopen en het imago van de president zou aantasten. En dat lukte niet.

4. Het decreet voorziet helemaal niet het sluiten van bedrijven en beperkt zich tot de vier gemeentes in het gebied tussen de mijn en de meren: Huanuni zelf, Machacamarca, El Choro (met Challacollo) en Poopó. De voorziene maarregelen zijn indrukwekkend: het verhinderen van verdere vervuiling door de bouw van dammen, door controle van vroegere mijnafval en waterbeheer; recuperatie van gronden met steun aan landbouw en veeteelt; drinkwater en afvalverwerking voor mijncentra en dorpen; milieu-opvoeding in bedrijven en educatieve centra; gezondheidszorg; onmiddellijke noodhulpverlening; sociale controle op de uitvoering, o.a. door CORIDUP. Zeven ministeries, de prefectuur, de vier gemeentebesturen en het staatsbedrijf COMIBOL zijn bij de uitvoering betrokken. Het betreft een tienjarenplan.

5. De mensen van CORIDUP zijn dolgelukkig en zijn CEPA heel dankbaar, want de brieven, petities, documenten, inspecties, tientallen vergaderingen in Oruro en La Paz, conscientisatie in de dorpen, analyses van gronden en waters, persberichten, artikels, mobilisaties,... waren alleen mogelijk mede dank zij het ononderbroken werk van Limbert, Clemente, Jaime, Jhonny, Norma, Alicia, Eveline,... van CEPA. Wijzelf denken vooral aan die meestal al wat oudere mensen die opstapten naar La Paz, om hun enig bestaansmiddel te redden: de grond en de waters van hun voorouders, Moeder Aarde. En aan de organisaties, groepen en families in het Noorden die CEPA hebben mogelijk gemaakt.

6. Onwillekeurig moet ik denken aan het bijbelse verhaal van de broodvermenigvuldiging. Enkele mensen uit het volk van het Noorden hebben iets aangeboden: zoiets als wat brood en een paar vissen, laat ons zeggen. Daarmee heeft CORIDUP, een volksorganisatie uit het Zuiden een grootscheepse actie voor sociale en milieu-gerechtigheid op gang gebracht voor een ganse streek.

Maar de verantwoordelijkheid waar we nu voor staan is ontzettend groot: zorgen dat dit decreet, een dertig bladzijden tellend document dat we mee hebben opgesteld, geen dode letter blijft. Dat zal eens te meer veel geduld vragen, doorzettingsvermogen, drukkingsmiddelen, desnoods mobilisaties. Maar als we daarmee kunnen bekomen dat de nationale, regionale en lokale besturen aan de noden van een arme en verontrechte bevolking tegemoet komen en hen een betere toekomst mogelijk maken, dan hebben we ons doel bereikt.

Friday, November 6, 2009

Regeringsvertegenwoordiger: ‘harde rechts’ komt weer op en vormt eenheid

Het ‘harde’ rechts in Bolivia is niet definitief gebroken en heeft een minder grote nederlaag geleden dan sommigen denken na de nieuwe verbonden van de Socialistische Beweging (MAS) met ex-leden van de Jongerenunie van Santa Cruz (Unión Juvenil Cruceñista) en hooligans, zo bevestigde regeringsvertegenwoordiger in Santa Cruz Elena Argirakis afgelopen zondag.

“Ik geloof absoluut niet dat er sprake is van een definitieve breuk, een ontbinding, en al helemaal geen nederlaag, ik denk dat ze zich onbelemmerd aan het reorganiseren zijn en dat is een ernstige zaak omdat zij in zeker opzicht de nationale politiek hebben omvergeworpen of de centrale regering hebben aangevallen, waarbij ze een eenheid van departementale en gemeentelijke autoriteiten nastreefden”, zo verklaarde Argirakis voor radio-omroep Erbol. Argirakis, politicologe en regionaal vertegenwoordiger van de autonome Boliviaanse regio’s, liet opnieuw haar verontwaardiging blijken over de nieuwe, door de MAS gesloten verbonden met radicale groeperingen die in het verleden met geweld tegen de regering in opstand kwamen.

“Er komt een moment waarop zowel de regering als rechts geen kant meer op kunnen, dus moet er een ontmoeting plaatsvinden van gesprekspartners die een dialoog kunnen aangaan, en daarom ben ik het niet eens met de nieuwe verbonden met ex-unionisten of hooligans, want dat is onethisch, afkeurenswaardig gedrag”, maakte Argirakis duidelijk.

Verder onthulde ze alvast dat volgens de kandidaatslijsten voor de aanstaande verkiezingen van 6 december een officiële polarisatie zal ontstaan in de nieuwe Plurinationale Wetgevende Vergadering, die in januari 2010 wordt opgericht. “Hoewel het evenwicht zal moeten komen uit de regio’s, komt het herstel van het harde rechts ook daarvandaan, dus er ligt een nog onvoltooide taak binnen de regio’s waarop de nationale regering geen enkele invloed op kan uitoefenen”.
Bron: ERBOL

Thursday, November 5, 2009

Costas valt zijn vroegere bondgenoten aan

Prefect Rubén Costas bevestigde dat zijn vroegere medewerkers die tot de achterban van de Socialistische Beweging (MAS) behoorden door de regering in de autonomistische beweging geïnfiltreerd waren en dat zij wilden laten zien hoe radicaal deze sector was.

Volgens de hoogste gezagdrager van het departement bevinden er zich nog steeds infiltranten binnen de prefectuur van Santa Cruz; hij sprak zichzelf echter tegen door te beweren dat hij geen van hen kende. Bovendien zei hij dat zowel de ex-functionarissen van de prefectuur als de dissidente unionisten degenen waren die de de vernietigingen en plunderingen van de staatsinstellingen in gang hadden gezet en die nu de nationale en departementale autoriteiten proberen te beschuldigen. “Het is duidelijk dat dit alles volledig gepland is in verband met het geflopte thema terrorisme dat zich nu tegen de regering keert, en nu blijft er voor hen niets anders over dan al hun infiltranten inzetten om de leiders voor zich te winnen”, zo beweerde Costas.

Leonardo Tamburini, directeur van het Sociaal-juridisch Onderzoekscentrum (CEJIS) bevestigde op zijn beurt dat het verbond van de MAS met mensen die deel uitmaken van een “radicale en racistische” sector zijn campagne zal schaden en dat hierdoor een aanzienlijk percentage van zijn stemmen verloren kan gaan. Tamburini wees erop dat de regeringspartij moet opkomen voor mensen die instemmen met het uitgangspunt “geen geweld, geen uitsluiting” en niet voor de radicalen uit het verleden. “Dit zal ertoe leiden dat het volk het voorstel van de MAS afwijst.” “De MAS zal een belangrijk deel van haar achterban en stemmen kwijtraken omdat het tegenstrijdig zou zijn dat mensen stemmen op een politieke partij die campagne voert met dezelfde gewelddadige personen die het volk vorig jaar heeft afgewezen”, benadrukte hij.
Bron: ERBOL

Wednesday, November 4, 2009

Bolivia snelst groeiende economie van Latijns Amerika

Ecuador en Bolivia worden vaak in een adem genoemd -zowel positief als negatief- als het gaat over links-populistische regeringen en hun anti-kapitalistische pogingen om economie te bedrijven. Opzienbarend is dat dit jaar de snelst groeiende economie van Latijns Amerika die van Bolivia is. En ook Ecuador doet het met een groei van 1% niet slecht.
Lees hierover een interessante column op:
http://www.guardian.co.uk/commentisfree/cifamerica/2009/oct/27/bolivia-ecuador-economy

Evo gaat alliantie aan met onafhankelijke ondernemers en hoog-opgeleiden in Tarija

President Evo Morales heeft gepland om komende vrijdag in Tarija een nieuwe alliantie te sluiten met onafhankelijke ondernemers en hoog-opgeleiden uit die regio. Dit meldde Radio Aclo, onderdeel van Radio Erbol. Gedurende een diner zullen de nieuwe allianten een akkoord ondertekenen waarin de ondernemers en hoog-opgeleiden hun ondersteuning uitspreken voor de kandidatuur van Evo Morales voor het presidentschap, bij de verkiezingen van komende 6 december.
Bron: ERBOL

Tuesday, November 3, 2009

Vertrouwenspersonen Rubén Costas sluiten verbond met MAS

SANTA CRUZ, 27 oktober (Erbol) – De departementale ex-secretaris van de Seguridad Ciudadana (Burgerbeveiliging), Jorge Aldunate Salvatierra, en Edmundo Arias, oud-lid van het beveiligingsteam van prefect Rubén Costas, hebben zich 27 oktober jl. aangesloten bij het plan van de Movimiento Al Socialismo (MAS) (Socialistische Beweging) om president Evo Morales en vicepresident Alvaro García Linera te herverkiezen.

Beide ex-vertrouwenspersonen van Costas werden in de ochtend van 27 oktober in de stad Santa Cruz vertegenwoordigd door de kandidaat voor tweede senator van de regerende partij voor het departement Santa Cruz, Isaac Avalos, die afgelopen week aankondigde dat er nieuwe politieke verrassingen zouden plaatsvinden na een geslaagde toetreding van ex-unionisten aan de verkiezingscampagne van de MAS.
Jorge Aldunate verklaarde voor de radio-omroep Erbol dat hij zijn besluit om zich aan te sluiten bij het plan van de regeringspartij als democratisch beschouwde, en kondigde aan in Santa Cruz een verkiezingscampagne te voeren voor het tweetal Evo-Alvaro.
Hij verklaarde geen ‘masista’ te zijn maar liet duidelijk zijn wens blijken om kandidaat voor de MAS te zijn voor de departementsraad van Santa Cruz bij de prefectuur- en gemeenteraadsverkiezingen van 4 april a.s.
“Het is waarschijnlijk dat ik de kans krijg om kandidaat te zijn voor raadslid, het profiel dat ik heb, ligt op dit vlak omdat ik de prefectuur goed ken. Bovendien gaat de Departementsraad veranderen in een Departementale Vergadering waar een Departementale Wetgevende Macht komt die de Prefect beter gaat controleren”, Aldus Jorge Aldunate.