Wednesday, March 17, 2010

De tien geboden van Evo Morales om de planeet te redden

Om de planeet te redden moet het kapitalistisch model uitgeroeid worden en moeten we voor elkaar krijgen dat het noorden zijn milieuschuld inlost. Dat was de eerste van de tien geboden die de Boliviaanse president Evo Morales presenteerde tijdens de opening van het zevende Forum van Inheemse bevolkingsgroepen van de VN. Hij bracht zijn standpunten naar voren in een lange speech terwijl hij werd toegejuichd door de deelnemers aan deze jaarlijkse bijeenkomst.

Morales Ayma presenteerde tien geboden om de wereld te redden, waarbij voor hem de volgende zaken van belang zijn: het leven, de mensheid en respect voor de aarde, afzien van oorlogen, bilaterale relaties zonder dwang, water en land als mensenrechten, schone energie, nee zeggen tegen biobrandstof, basisvoorzieningen, prioriteit geven aan lokale productie, bevorderen van culturele diversiteit en een goed leven door middel van een gemeenschappelijk socialisme in harmonie met moeder Aarde.

De president bevestigde dat er twee wegen zijn om de mensheid, het leven en de planeet Aarde te redden: kiezen voor het terugvinden van de juiste levensvisie, de harmonie met moeder Aarde en het leven, of kiezen voor de weg van het kapitalisme en de dood. Morales bleef volhouden dat stoppen met de huidige manier van denken, die individualistisch egoïsme en de honger naar verrijking bevordert, de enige manier is om de wereld te redden. Hij vroeg de inheemse bevolkingsgroepen, boeren en regeringen van de wereld alleen het nodige te consumeren, dat wat we zelf produceren voorop te stellen en verspilling en luxe te vermijden. “De grote effecten van klimaatveranderingen zijn geen gevolg van menselijk handelen in het algemeen, maar van het huidige kapitalistische systeem, onmenselijk, met onbeperkte industriële ontwikkeling, en daarom heb ik het gevoel dat het belangrijk is te stoppen met het exploiteren van mensen en op te houden met het plunderen van natuurlijke hulpmiddelen”, verklaarde Morales.

De tien geboden om de planeet te redden
1. Als we de planeet willen redden, moet het kapitalistisch model uitgeroeid worden en moeten we voor elkaar krijgen dat het noorden zijn milieuschuld inlost in plaats van het zuiden en de rest van de wereld de externe schuld te laten betalen.
2. Het veroordelen van en stoppen met oorlogen, die alleen winst opleveren voor de rijken, de transnationale bedrijven en een groep van families, maar niet voor de overige bevolkingsgroepen. De miljoenen dollars die uitgegeven worden aan oorlogen zouden geïnvesteerd moeten worden in de aarde, aangetast door uitbuiting en overexploitatie.
3. Het ontwikkelen van relaties gebaseerd op co-existentie en niet op onderlinge onderwerping in een wereld zonder imperialisme en kolonialisme. Bilaterale en multilaterale relaties zijn belangrijk omdat wij uit een cultuur van dialoog en sociale samenleving komen, maar dit soort relaties moeten niet gebaseerd zijn op ondergeschiktheid van het ene land ten opzichte van het andere.
4. Water is een mensenrecht en is bedoeld voor alle levende wezens van de planeet. Het mag niet zo zijn dat de politiek toestaat het water te privatiseren.
5. Ontwikkeling van schone en natuurvriendelijke energie en stoppen met energieverspilling. In honderd jaar tijd zijn we al aan het eind van de fossiele energievoorraad, die gedurende miljoenen jaren werd opgebouwd. Vermijding van het bevorderen van agro-brandstof. Het is onbegrijpelijk dat sommige regeringen en enkele economische ontwikkelingsmodellen stukken grond mogen reserveren voor de brandstof van luxe auto’s en niet voor het voedsel van de bevolking. Het bevorderen van debatten met regeringen en de bewustwording creëren dat de aarde er is voor de mens en niet gebruikt mag worden om brandstoffen te produceren.
6. Respect voor moeder Aarde. Leren van de geschiedenis van de oorspronkelijke en inheemse bevolkingsgroepen over het respect voor moeder Aarde. Er moet een sociale en collectieve bewustwording komen onder alle sectoren van de maatschappij, van het feit dat de aarde onze moeder is.
7. Basisvoorzieningen als water, licht, onderwijs, gezondheid, communicatie en collectief transport, moeten gezien worden als mensenrechten en mogen geen privé-aangelegenheid zijn, maar openbare diensten.
8. Alleen het nodige consumeren en prioriteit geven aan lokale productie en consumptie. Ophouden met overmatig kopen, verspilling en luxe. Het is onbegrijpelijk dat sommige families uitsluitend op zoek zijn naar luxe, terwijl miljoenen mensen geen mogelijkheden hebben om goed te leven.
9. Het bevorderen van culturele en economische diversiteit. We zijn heel verschillend en dat is onze natuur. Een plurinationale staat, waar iedereen in opgenomen wordt: blank, donker, zwart en blond.
10. We willen dat iedereen goed kan leven en dat betekent niet beter leven ten koste van anderen. We moeten een gemeenschappelijk socialisme opbouwen in harmonie met moeder Aarde.

Bron: PL en ABI New York, 21 de abril de 2008

Monday, March 8, 2010

Nationale staking openbaar vervoer legt Bolivia 24 uur lam

Door Hannes Schaubroeck

Op woensdag 3 maart gingen alle buschauffeurs in Bolivia in staking. Door de solidariteit van de taxichauffeurs, blokkades van hoofdwegen en het geringe aantal Bolivianen met een privéwagen betekent dit een volledige verlamming van het land. De mogelijkheid bestaat dat er in de nabije toekomst verdere acties zullen volgen.

Naar aanleiding van een groot aantal dodelijke busongevallen in januari 2010, besliste de regering Morales op 3 februari om een nieuw decreet in te voeren. Dit decreet houdt in dat buschauffeurs die betrapt worden op het rijden onder invloed levenslang hun rijbewijs verliezen. Het decreet werd ingesteld zonder overleg met La Confederación de Choferes de Bolivia (de nationale overkoepelende vakbond). De regering bleek ook niet bereid te zijn om nog overleg te plegen, waarop de vakbonden op 9 en 10 februari een nationale 48-uren staking aankondigden. Door ervaringen uit het verleden weet men maar al te goed wat dit zou inhouden: een verlamming van het land gedurende twee dagen. Het was dan ook opvallend hoe snel de regering een bocht van 180° maakte en aankondigde om toch rond de tafel te willen gaan zitten. Afgelopen weekend bleken deze onderhandelingen echter op niets uit te draaien waarop de vakbonden op woensdag alsnog in staking gingen.

Op dit moment is de publieke opinie nog tegen de stakers gericht. Zij gaan mee in het verhaal van de regering en vinden dat er drastische maatregelen moeten worden genomen. 72 doden en 196 gewonden op 1 maand tijd is natuurlijk niet niks. Toch is het schandalig dat deze cijfers in de schoenen van de chauffeurs worden geschoven. Om te beginnen waren maar enkele van deze ongevallen te wijten aan dronken chauffeurs. Een veel belangrijkere oorzaak is de slechte staat van de wegen. Verder is het hier heel gemakkelijk voor de grote busbedrijven om de politie om te kopen. Zo kunnen zij goedkopere buschauffeurs zonder rijbewijs tewerkstellen, afgekeurde bussen laten rijden en voor lange afstanden slechts één buschauffeur betalen terwijl dit er minstens twee zouden moeten zijn. Als chauffeurs onder deze omstandigheden moeten werken, is dat natuurlijk om problemen vragen. Er moeten dus inderdaad drastische maatregelen genomen worden. Maar de regering zou beter investeren in betere wegen, de corruptie tegengaan (de politie voldoende betalen zodat corruptie niet nodig is) en de busbedrijven fatsoenlijk controleren in plaats van de arbeiders, die samen met de passagiers het slachtoffer zijn, aan te pakken.

Het valt moeilijk te voorspellen waar deze beweging gaat belanden. De verlenging van de staking zit er zeker in, maar is niet evident. Twee dagen niet werken, is voor een Boliviaanse arbeider een serieuze hap uit het budget. Op stakingsvergoedingen moet ze hier niet rekenen en veel reserves hebben ze uiteraard ook niet. De vraag die zich nu stelt, is hoe lang de regering er nog zal in slagen om de arbeiders te verdelen door de schuld bij dronken chauffeurs te leggen. Als de rest van de arbeidersklasse gaat inzien dat de strijd van de chauffeurs voor degelijke lonen, betere werkomstandigheden, veiligheid, opleidingen enz. ook hun strijd is, zouden ze wel eens mee de beweging kunnen uitbreiden en versterken. Dergelijke solidariteit zien we nu al bij de taxichauffeurs voor wie het nieuwe decreet niet van toepassing is. Het potentieel dat dit soort uitgebreide beweging in zich draagt is enorm en zou heel het huidige systeem op zijn grondvesten kunnen doen daveren.

Pittig detail: volgens sommige bronnen zou het hoofd van La Confederación de Choferes de Bolivia toegegeven hebben dat zijn rijbewijs reeds is ingetrokken wegens het rijden onder invloed. Dit zegt wel iets over hoe een vakbondsleiding een beweging kan stimuleren (in plaats van controleren en belemmeren) wanneer ze zelf het slachtoffer is van een bepaalde maatregel.

Sunday, March 7, 2010

ABT accepteert Herziening van 59 kapvergunningen en komt tegemoet aan Verzoek inheemse bevolking

De directeur van de Autoridad de Fiscalización y Control Social de Bosques y Tierras (ABT) (Autoriteit voor Inspectie en Maatschappelijke Controle van Bossen en Gronden), José Antonio Landriel, accepteert een integrale en “geprogrammeerde” herziening van de 59 kapvergunningen die in het land zijn verleend. Deze situatie vergemakkelijkt de tegemoetkoming aan de eis van de Confederación de Pueblos Indígenas de Bolivia (CIDOB) (Confederatie van Boliviaanse Inheemse Volkeren) om reeds verleende vergunningen voor gebieden van de inheemse bevolking in te trekken.
Onze organisatie regelt deze herzieningsprocedures als vervolg op geldende vergunningen of vergunningen die onderwerp van de integrale herziening zouden moeten zijn. Daarom beoogt de ABT een groter potentieel, zodat vanaf de inzet van technische en logistieke middelen een integrale, geprogrammeerde herziening kan plaatsvinden, die het werkelijk nakomen van de houdbaarheidsverjaringen van verleende vergunningen mogelijk maakt”, bevestigde Landriel tegen het Inheemse Nieuwsagentschap van Red Erbol.

De directeur voegde toe dat “het iets is dat gebaseerd is op de constitutionele tekst, het is iets dat onderdeel zou moeten zijn van de overgangsperiode die staat aangeduid in de Grondwet en die inderdaad de tussenkomst van openbare, zakelijke, inheemse en burgerinstanties zou moeten verdienen”. Landriel zei later dat vlak ervoor de vice minister van gronden, Víctor Camacho voorstelde een integrale herziening van kapvergunningen uit te voeren met het doel tegemoet te komen aan de eis van de CIDOB door 30 verleende vergunningen voor inheemse gebieden in te trekken. Het verzoek is een reactie op het feit dat deze vergunningen achter de ruggen van de inheemse bevolking werden verleend en dat de vergunningen een nadelig invloed hebben op het leven van de oorspronkelijke gemeenschappen.

VERGUNNINGEN
Een rapport van de ABT geeft aan dat er in Bolivia 59 kapvergunningen werden verleend in het kader van de Boswet 1700 en werden goedgekeurd op 12 juli 1996. Daarvan zijn er 15 verlopen tussen 2007 en 2009 als gevolg van de controle door de ABT.

De 50 vergunningen beslaan 3.892.566 hectare, waarvan het merendeel respectievelijk gelegen is in Beni, La Paz, Pando y Santa Cruz. Op de bedrijvenlijst met vergunningen staan onder andere: la Empresa Maderera Fátima Ltda, Bosque del Norte, Industria Maderera San Luis, Itenez Ltda, Industria Maderera Herver, Empresa Maderera Ipacarai, Industria Maderera Jalil.

Overeenkomstig de boswetgeving, zou het land een dollar per hectare moeten ontvangen bij wijze van bospatent, echter als gevolg van een Decreet dat werd goedgekeurd in 2003 wordt er per gebied niet voor het totaal van de vergunning betaald. Dat wil zeggen dat van de 3,8 miljoen dollar die Bolivia zou moeten ontvangen er slechts 5% int. Deze opbrengst is gunstig voor de gemeenten en prefecturen waar de vergunningen voor gelden. De geldende Boswet bepaalt dat deze middelen geherinvesteerd zouden moeten worden in bosplannen en projecten.

Bron: ERBOL

VN vertegenwoordiger beweert dat de overheid Alto Parapetí niet functioneert

De overheid functioneert niet naar behoren in het gebied van Alto Parapetí, dat bewoond wordt door het Guaraní-volk. Dit constateerde de Boliviaanse coördinatrice van de VN Yoriko Yasukawa tijdens een bezoek dat ze de afgelopen dagen aan het gebied bracht. “De Staat verzaakt haar verplichtingen om te waarborgen dat kinderen niet doodgaan aan oorzaken die te voorkomen zijn, dat ze toegang hebben tot een goed gezondheidssysteem, dat ze goede voeding krijgen, dat ze naar een goede school gaan, dat alle families over voldoende financiële middelen beschikken, dat er gelijke rechten zijn voor mannen en vrouwen en dat in het hele proces de natuur beschermt wordt”, zei Yasakuwa.

Deze verklaringen werden gedaan door Yasukawa na een bezoek aan de gemeenschappen van Alto Parapetí, waar volgens haar “paradigmatische dingen en zaken van slecht functioneren van de Staat” zichtbaar waren. Ze haalde als concrete zaak het geval aan van een lerares die haar docentschap zonder overleg meenam van de ene naar de andere school. “Hoe is het mogelijk dat dit soort dingen gebeuren? Waarom is er geen autoriteit die zoiets bestraft?” vroeg de VN functionaris zich af.

Na haar bezoek en tijdens vergaderingen met nationale leiders van het Congres van het Guaraní-volk(APG) en de administratieve eenheden van Alto Parapetí, beloofde Yasukawa te helpen de redenen te achterhalen waarom de Staat niet functioneert.
“Een ding dat we de administratieve eenheden hebben toegezegd, is dat we concrete zaken gaan onderzoeken. Met de informatie die daar uitkomt, gaan we naar de nationale, departementale of gemeentelijke autoriteiten, zodat we iets aan deze concrete problemen kunnen doen en de Staat op verschillende niveaus haar verplichtingen werkelijk kan nakomen”, licht ze toe.

Bron: ERBOL