UNASUR RAPPORT

Het rapport van UNASUR definieert het bloedbad in Pando als misdaad van humaniteitsschending

La Paz, 03 december (ABI) www.abi.bo
Het eindrapport van de Speciale Commissie van de Unie van Verenigde Zuidamerikaanse Staten (UNASUR) over de bloedige gebeurtenissen van afgelopen 11 september in het boliviaanse department Pando, dat afgelopen woensdag aan president Evo Morales werd aangeboden, benoemt de afslachting van de boeren als een misdaad van humaniteitsschending.
‘De resultaten van het door de Commissie uitgevoerde onderzoek wijzen uit dat de slachtoffers van de illegale executies tot de burgerbevolking behoorden en het doelwit waren van een algemene of systematische aanval uitgevoerd met kennis van de aanval gedurende waarvan verschillende moorden gepleegd werden. Een geweldpleging van deze aard is volgens het gezichtspunt van het in werking zijnde internationale strafrecht een misdaad van humaniteitsschending’, aldus het derde punt van de conclusies.
Deze conclusie werd voorgelezen door het hoofd van de Commissie, Rodolfo Matarrollo, in het presidentieel paleis ‘Palacio Quemado’ na het vertonen van een video die de gewelddadige gebeurtenissen samenvat die waren uitgelokt door de prefecturele aanhang tegen de boeren die op democratische wijze demonstreerden om hun eisen kenbaar te maken. In de conclusies wordt ook aangegeven dat de gewelddadigheden berecht moeten worden via het normale rechtssysteem en niet in een verantwoordelijkheidsproces. Ook werd kenbaar gemaakt dat terwijl enkele personen particulier te werk gingen, de aanvallers van de boeren dat deden op een georganiseerde manier en opvolging gaven, volgens enkele verklaringen, ‘aan een keten van bevelen en konden rekenen op medewerking en goederen van de departementale regering, via de diensten van een criminele organisatie’.
Matarrollo bood het rapport aan de president aan in het presidentieel paleis waarbij de leden van de onderzoekscommissie aanwezig waren uit de verschillende lidstaten van de UNASUR, evenals nationale autoriteiten, familieleden van de slachtoffers van het bloedbad in Porvenir, media en anderen.
Een ander punt van de conclusies geeft aan dat het om een bloedbad gaat waarbij tenminste 20 mensen vermoord werden en tientallen gewonden vielen, wat een grove schending van de essentiële mensenrechten betekent die de staat behoort te beschermen. ‘De intellectuele en morele overtuiging
geeft aan dat op 11 september 2008 in de stad Porvenir en andere delen van het departement Pando, Bolivia, een slachting is gepleegd in de uitgebreide zin van het woord’, aldus de UNASUR. Men geeft aan dat in dit bloedbad een onbekend aantal plattelandbewoners omkwam. ‘Het bekende aantal vermoorde boeren is tot op heden 20’.
Matarrollo verklaart dat dit bloedbad de kenmerken heeft van een extreem ernstige geweldpleging die overduidelijk te maken heeft met recht op leven en de intergriteit van het leven, waarvan de verwezenlijking ervan condities zijn voor alle mensenrechten.