Saturday, October 31, 2009

Evo en Correa bestempelen indianen en linksgeoriënteerden als “radicaal”.

Verscheidene sociale bewegingen in Latijns-Amerika zijn bezorgd over de opkomst van het neoliberale ontwikkelingsmodel in “progressieve” ALBA-landen. De pressie en de “overdreven” eisen van indianen en “radicale” en “ongeduldige” linksgeoriënteerden zouden de regeringen van Ecuador en Bolivia kunnen ontwrichten en zelfs golven van rechts geweld kunnen veroorzaken, zoals reeds is gebeurd in Honduras, zo waarschuwen de presidenten Evo Morales en Rafael Correa.

De Latijns-Amerikaanse sociale bewegingen gaan voorop in de wereldwijde strijd voor de bevrijding van de inheemse volken, niet alleen vanwege hun organisatorische vermogen maar vooral vanwege hun sterk gewortelde antikapitalistisch politiek bewustzijn. “Om die reden doen rechts en de autoriteiten een tegenaanval om progressieve regeringen in de regio omver te werpen”, zegt president Morales.
De Latijns-Amerikaanse volksbeweging markeerde afgelopen jaren op straat de toekomstige politiek en economie van vele landen in de regio; nu maakt zij zich sterk voor de gemeenschapseconomie, voor een socialisme waaraan burgers deelnemen en voor zelfbeschikking van de inheemse volken om het hoofd te bieden aan de “kapitalistische burgercrisis”, tijdens de eerste Top van Sociale Bewegingsraden van de ALBA en het Handelsverdrag van de Volken (TCP) die gehouden wordt in Cochabamaba.
Van anarchisten en extreemrechtse groeperingen tot sociaaldemocratische ngo’s die een “humaan” kapitalisme nastreven: allen steunen de ALBA omdat diens principes van solidariteit, samenwerking, diversiteit, gelijkheid, wederkerigheid en het elkaar aanvullen de spil zijn van een nieuw economisch systeem.
“De ALBA steunt het streven van de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische vrouwen om een geïntegreerde maatschappij op te richten vanuit het perspectief dat iedereen meetelt, een maatschappij die de bonte diversiteit van de volken erkent en tot ontwikkeling brengt, en waarbij onrechtvaardigheid en ongelijkheid worden overwonnen. Dit staat in een manifest van een aantal Latijn-Amerikaanse vrouwenorganisaties.
“Wij waarderen het vermogen van de ALBA om een Latijns-Amerikaans project op te starten dat gebaseerd is op belangrijke veranderingen: het socialisme van de 21e eeuw, het voorbeeld van Buen Vivir – Vivir Bien (het Goede Leven – Goed Leven), de verdediging van de onafhankelijkheid, soevereiniteit, zelfbeschikking en identiteit van landen die deel uitmaken van de ALBA en de behartiging van de belangen en de aspiraties van de volken van het Zuiden bij hun strijd tegen de pogingen tot politieke en economische overheersing”, staat te lezen in het Manifest van de vrouwen gericht aan de presidentiële top van de ALBA.
De vrouwen van de regio benadrukken dat voor een versterking van de ALBA “fundamentele veranderingen in het denken, vormgeven, besluiten nemen en verwezenlijken van beleid nodig zijn. Het gaat om het opzetten van een nieuw sociaal voorbeeld dat verder gaat dan het herscheppen van het bestaande voorbeeld. Dit is een uitdaging waarbij alle intelligentie, begrip en vermogen tot dialoog tussen de regeringen van de ALBA-landen en sociale bewegingen op vloeiende en standvastige wijze verenigd moeten worden”.
In dit licht houden de sociale bewegingen van Latijns-Amerikaanse vrouwen “met zorg de opkomst in de gaten van een groeimodel dat gericht is op megaprojecten”, een groeimodel waarmee de volken niet hebben ingestemd en dat inbreuk maakt op hun rechten.
De Latijns-Amerikaanse activisten wijzen op de gigantische infrastructurele projecten zoals de IIRSA waar landen in heel Latijns-Amerika, inclusief de bij de ALBA aangesloten landen, mee worden geconfronteerd. Deze projecten versterken de geïsoleerde economieën die gekenmerkt worden door uitbuiting en roof.

“Deze projecten hebben een enorm impact op de vrouwen, vooral op inheemse vrouwen, brengen hun zelfbeschikking over het voedsel in hun woongebieden in gevaar, en veranderen de geografie, het ecosysteem en het traditionele voedingspatroon. Sommige van deze projecten kunnen leiden tot het leegroven van hulpbronnen in het Amazonegebied en in de tropische bossen van Midden-Amerika”, zegt het manifest dat ondertekend is door REMTE en de CLOC-Vía Campesina.

De laatste weken kwamen in Ecuador massale indianenprotesten op gang tegen het mijnbouwbeleid van Correa en in Bolivia bekritiseerden diverse ngo’s Morales vanwege het stimuleren van olie-exploitatie in inheemse gebieden zonder met de getroffenen te praten.

In alle gevallen bekritiseerden de volksbewegingen hun regeringen vanwege hun beleid dat gericht is op de ontwikkeling van neoliberaal kapitalisme en eisten van hen dat zij zich op ondubbelzinnige wijze opnieuw richten op ontwikkeling die in overeenstemming is met het voorstel van Buen Vivir – Vivir Bien waar ALBA voorvechter van is.

Evo en Correa verdedigen zich

Correa bekritiseerde het “ongeduld” van de indianen in zijn land, het “radicalisme” van linkse pressiegroepen en de houding van sommige ngo’s “die naar onze landen komen om de inheemse volken te indoctrineren”.
Volgens Evo Morales verbieden sommige Europese ngo’s hem om natuurlijke hulpbronnen te exploiteren ten behoeve van het volk en voert aan dat “het niet zo kan zijn dan sommige broeders de speelbal zijn van het imperialisme”, waarmee hij zinspeelt op sociaal-ecologische bewegingen en indianenorganistaties.

Correa benadrukte dat het zeer moeilijk is om gedurende tweeëneenhalf jaar regeren structurele problemen op te lossen; Morales bevestigde op zijn beurt dat het “onmogelijk is om in drie jaar tijd 500 jaar onrechtvaardigheid op te lossen”.

De politieke en economische veranderingen die in de regio op gang zijn gekomen “zijn niet onomkeerbaar; we moeten het gezag niet onderschatten… Wat bereikt is, kan ongedaan worden gemaakt, we moeten voorzichtig zijn omdat rechts opnieuw kan toeslaan en dan kunnen de gebeurtenissen zoals die in Honduras hebben plaatsgevonden zich herhalen”, waarschuwde de Ecuadoraanse president.

De “links-radicalen” stellen steeds meer eisen en met dit ongeduld “lokken zij rechts uit de tent” en “de overdreven eisen vormen de grootste bedreiging voor een vreedzame revolutie”, zei Correa tijdens een ontmoeting met sociale leiders die deelnamen aan de Sociale Top van de ALBA.

Friday, October 30, 2009

Decreto supremo 0335: voor Moeder Aarde

Door: Gilberto Pauwels

Er kwamen tranen van vreugde bij te pas, toen de goedkeuring van het decreet werd bekendgemaakt. Enkele honderden mensen hadden zich reeds opgesteld om van El Alto naar het centrum van La Paz af te dalen. Ze dachten dat men hen eens te meer bedrogen had.

Ze waren van Oruro gekomen om hun eis kracht bij te zetten dat het gebied tussen de tinmijn van Huanuni en het Poopó-meer tot milieu-noodgebied zou uitgeroepen worden. Toen ze wilden vertrekken, kwam de minister van milieu, Pablo Ramos, dan toch in een taxi aangereden. Hij kwam vertellen dat, op uitdrukkelijk bevel met president Evo Morales, het voltallige kabinet zopas het decreet ondertekend had.

Lees hier
de rest van het artikel...

Thursday, October 29, 2009

Tribunaal voor Klimaatverandering: Chiquitano-indianen dienen aanklacht in tegen Boliviaanse snelweg Santa Cruz-Puerto Suárez

AINI, Cochabamba 14 oktober 2009 (vertaling Cindy Begthel)

De Organisatie van Chiquitano-indianen (la Organización Indígenas Chiquitana: OICH) legde deze zaak van de snelweg voor aan het Tribunaal voor Klimaatverandering in de Boliviaanse stad Cochabamba. De leider van de Organisatie van Chiquitano-indianen, Emigio Poiche, is verantwoordelijk voor de aanklacht waarin hij te kennen geeft dat de aanleg van deze snelweg deel uitmaakt van de megaprojecten van het Zuid Amerikaans Integratie Initiatief (la Iniciativa de Integración: IIRSA). De wegen, de waterkeringen en andere projecten lopen niet alleen dwars door het grondgebied van de indianen, maar richten er ook schade aan. Over de effecten en de gevolgen van deze snelweg op het indiaans grondgebied zegt Poiche: “Afgravingen, omleidingen van rivieren en het opdrogen van beekjes tasten onze ecosystemen aan. Omdat de snelweg het gewest doorkruist, zullen gebieden die eerder nooit overstroomden dat nu wel doen”.

Het Chiquitano-volk heeft de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (el Banco Interamericano de Desarrollo: BID) in de beklaagdenbank gezet omdat deze de aanleg van de snelweg financiert en de voltooiing ervan stimuleert zonder rekening te houden met de nationaal en internationaal erkende rechten van de indianen, aldus Poiche.

Het Tribunaal heeft de zaak bekeken en de Organisatie van Chiquito-indianen is in afwachting van het vonnis van de acht juryleden, allen vertegenwoordigers van maatschappelijke, indiaanse en milieu-organisaties: Ricardo Pinelda, een van de oprichters van het Salvadoriaans Centrum voor Gepaste Technologie (el Centro Salvadoreño de Tecnología Apropiada: Cesta); Miguel Palacin, algemeen coördinator van het Overkoepelend orgaan van Indiaanse Organisaties in de Andes (la Coordinadora Andina de Organizaciones Indígenas: CAOI); Alicia Muñoz, voorzitter van de Nationale Associatie van Indiaanse Plattelandsvrouwen in Chili (la Asociación Nacional de Mujeres Rurales e Indígenas de Chile: Anamuri); Beverly Keene, coördinator van Jubileo Sur; Tom Kucharz, vertegenwoordiger van Milieu-activisten in Actie (Ecologistas en Acción); Joseph Vogel, hoogleraar economie aan de Universiteit van Puerto Rico-Río Piedras; Nora Morales, mede-oprichter van de Associatie van Moeders van Plaza de Mayo (la Asociación Madres de Plaza de Mayo); Brid Brennan, mede-oprichter van het Europees Centrum van Solidariteit met de Filippijnen (el Centro Europeo de Solidaridad con las Filipinas).

Monday, October 26, 2009

Verkiezingscampagne Leopoldo Fernandez leidt tot conflicten

De ex prefect van Pando, Leopoldo Fernandez, die zich momenteel in de gevangenis van San Pedro bevindt wegens zijn betrokkenheid bij het bloedbad in Pando in september 2008, wil campagne voeren vanuit zijn cel. Fernandez heeft zich kandidaat gesteld voor vice-president op de lijst “Plan Progeso para Bolivia-Convergencía Nacional” (PPB-CN) achter de tevens ex-prefect Manfred Reyes Villa. Deze laatste heeft officieel toestemming gevraagd aan het verkiezingsorgaan (Organo Electoral Plurinacional) om Leopoldo Fernandez gebruik te laten maken van communicatie middelen in het kader van de campagne.

Hierover is er een openlijk conflict onstaan tussen de voorzitter van het verkiezingsorgaan, Antonio Costa, en de regering. Antonio Costa gaf in een resolutie aan voorstander te zijn van het toekennen van de mogelijkheden om campagne te voeren aan Fernandez. Vervolgens stuurde hij een brief aan president Evo Morales waarin hij deze beslissing legitimeert en aandringt op het respecteren van de rechten van Fernandez.

De regering is uitgesproken tegenstander van het toekennen van deze voorrechten. Eerder al gaf huidige vice president Alvaro García Linera aan dat het verkiezingsorgaan niet de macht heeft om deze beslissing te nemen. Volgens García Linera dient de rechter hierover te oordelen en zo lang dat niet gebeurt, zal Leopoldo Fernandez geen toegang hebben tot communicatie middelen. “Meneer Fernandez is een gevangene zoals anderen en punt uit, er is geen reden om hem privileges toe te kennen, noch hem te benadelen, ten opzichte van de rest, hij heeft dezelfde rechten als de andere gevangenen” verklaarde hij.

Evo Morales sprak zich uit in hardere taal, en kondigde aan dat hij Costa zal aanklagen wegens zijn partijdige houding. “We zullen dit op juridische en gedocumenteerde wijze aanklagen bij de internationale waarnemers. Ik heb de aanwezigheid gevraagd van (de landen van) Europa, de VN, de OEA, de Carter Foundation en we zullen aantonen hoe Antonio Costa een openlijke campagne in het voordeel van Leopoldo Fernández voert” verzekerde de president.
Bovendien benadrukte hij dat Fernandez gevangen zit omdat hij aangeklaagd is wegens schendingen van mensenrechten, en die aanklacht geratificeerd is door onder andere de UNASUR en dus geen privileges verdient.

Ondanks de opgelegde beperkingen, is het Fernandez toch gelukt om een telefonisch interview te geven aan de Chileense krant La Tercera. In dit interview benadrukte hij zijn onschuld, en zijn vastbeslotenheid om campagne te blijven voeren.

(Bron: Erbol)

Sunday, October 25, 2009

Evo Morales streeft naar meer dan 70% van de stemmen om het veranderingsproces te consolideren

Evo Morales won de verkiezingen in 2005 met een historisch hoge uitslag van 53% van de stemmen. Nu streeft hij ernaar om in december 2009 herkozen te worden met meer dan 70% van de stemmen. Dit is volgens hem nodig om de controle te krijgen over de wetgevende en uitvoerende organen en het veranderingsproces te kunnen consolideren.

Volgens Morales heeft de oppositie, die de meerderheid bezit in de ‘Camara de Senadores’ nooit het proces ondersteunt en fundamentele wetten voor het volk geblokkeerd. Hij wil meer dan 70 percent van de stemmen vergaren zodat de sociale bewegingen en het Boliviaanse volk “de macht hebben over de uitvoerende en wetgevende organen en het proces van verandering duurzaam kan worden”.

Morales benadrukt dat het niet de bedoeling is het congres te controleren om de minderheden te onderwerpen: “Ook al zouden we een meerderheid hebben van twee derde dan nog zou er altijd dialoog zijn. We hebben er altijd belang bij akkoorden te sluiten met verschillende sectoren”.

De president erkent dat de middenklasse nog steeds niet genoeg vertrouwen in hem heeft. Toch wordt er in sommige sectoren gezegd dat “El Indio zorgt dat we leren respecteren en hij geeft ons waardigheid.” Ook is er de laatste tijd een verandering waarneembaar binnen groepen die eerst duidelijk als oppositie werden gezien en die zich nu beginnen aan te sluiten bij de MAS (Movimiento al Socialismo, de partij die Morales vertegenwoordigd). Een voorbeeld is de ultrarechtse Jongeren Unie van Santa Cruz (UJC).

Volgens Morales begrijp de bevolking dat er maar twee wegen mogelijk zijn: het veranderingsproces en de democratie versnellen door een stem uit te brengen of terugkeren naar het neoliberale verleden.

Bron: bolpress

Sunday, October 18, 2009

ALBA Top sluit af met verklaring over klimaatsverandering

De top van de ALBA in Cochabamba, waar presidenten en vertegenwoordigers van negen latijns amerikaanse landen aanwezig waren, is afgesloten met onder andere een verklaring over klimaatverandering, de vorming van gezamenlijke bedrijven en politieke verklaringen over de situatie in Honduras en Cuba.

In de verklaring over het klimaatsprobleem, wordt aangedrongen op het naleven van het Kyoto verdrag en wordt de nalatigheid van de rijke landen met betrekkig tot dit verdrag veroordeeld. Deze verklaring zal voorgelezen worden tijdens de Klimaat Top in Kopenhagen in december 2009.

De minister van buitenlandse zaken van Honduras, Patricia Rojas, verklaarde op de top dat de dialoog met de coupplegers opnieuw vastgelopen is. De top nam een verklaring aan waarin de illegitieme regering van Micheletti bekritiseerd en onder druk wordt gezet om Manuel Zelaya weer als president te erekennen.

De meeste afspraken zijn echter economisch van aard. Zoals aangekondigd werd er getekend voor de vorming van een gezamenlijk economisch import en export systeem, genaamd Sucre, wat in 2010 in werking zal treden. De bedoeling is dat dit systeem uiteindelijk zal leiden tot een gezamenlijke munteenheid in de regio, als alternatief voor de dollar.
Daarnaast besloten de landen tot de oprichting van verschillende gezamenlijke multinationale bedrijven. Voor wat betreft de vorming van een Handelszone (Tratado de Comercio de los Pueblos) werden een aantal basis principes aangenomen.

De volgende ALBA top zal in december plaatsvinden in Cuba.

Wednesday, October 14, 2009

7 presidenten zullen deze week in Cochabamba deelnemen aan ALBA top

De ALBA-TCP, officieel genaamd Alianza Bolivariana para los Pueblos de Nuestra América – Tratado de Comercio de los Pueblos, oftewel Bolivariaanse Alliantie van de Volkeren van Ons Amerika- Handelsverdrag van de Volkeren, zal 16 en 17 oktober bij elkaar komen in Cochabamba, Bolivia.
Deze strategische alliantie tussen latijns amerikaanse landen, jaren geleden door Hugo Chavez opgericht als alternatief voor het continentale handelsverdrag ALCA, breid zich steeds verder uit. In deze top zullen de presidenten van Venezuela, Cuba, Ecuador, Nicaragua, San Vicente y Granadinas, Dominica en uiteraard Bolivia zeker deelnemen. Vanuit Honduras zal misschien de constitucionele minister van buitenlandse zaken, Patricia Rojas, deelnemen en het negende land Antigua en Barbados heeft nog niet bevestigd.

De agenda van deze 7e top is vooral economisch van aard. Er wordt gewerkt aan een gezamenlijk betaalsysteem tussen de deelnemende landen wat het onderlinge handelsverkeer moet bevorderen. De landen willen een gezamenlijke munteenheid delen in hun handelsrelaties, in eerste instantie virtueel en op lange termijn kan dit een echte gezamenlijke munt worden, zoals de Euro. Hiermee zal meer soevereiniteit ontstaan ten opzichte van de US dollar, de nu nog dominante munteenheid in het internationale betalingsverkeer in Latijns Amerika.

Cochabamba is deze dagen ook al het toneel van het Eerste Internationale Tribunaal van Klimaat Gerechtigheid (justicia climatica), en de Asamblea van het latijnsamerikaanse onderzoeksinstituut CLASCO. Evo Morales zal dan ook 3 dagen vanuit Cochabamba het land regeren.

(Bron: Los Tiempos)

Officiële pagina ALBA: Klik Hier

Morales wil ‘Wereld Jeugd Top tegen kapitalisme’ organiseren

De Boliviaanse president Evo Morales heeft zijn land voorgesteld als gastheer voor een internationale top voor “revolutionaire jeugd die de omgeving beschermen met het doel een einde te maken aan het kapitalisme”. Het staatshoofd, dat ernaar streeft om herkozen te worden in de aankomende verkiezingen van 6 december, heeft het voorstel opgeworpen tijdens een evenement in de oostelijke regio van Santa Cruz waarin jongerengroepen die gelieerd zijn aan zijn regering hun steun uitspraken voor zijn kandidatuur.

Op de bijeenkomst waren ook jonge deelnemers uit Argentinië, Brazilië, Uruguay en Paraguay; volgelingen van de guerrillero, Ernesto “Che” Guevara. Zij waren eerder in het land aan gekomen om deel te nemen aan een evenement op donderdag 8 oktober waarmee de dood van de Argentijns-Cubaanse revolutionair (42 jaar geleden) werd herdacht. Tussen het zingen van liederen door kondigde Morales aan dat hij ‘dringend’ een bijeenkomst van jongeren uit Amerika zou organiseren die ‘met de mensen zijn en niet met het rijk’, hiermee verwijzend naar de regering van de Verenigde Staten.

Hij voegde eraan toe dat ze ook een ander evenement zullen organiseren om de “jongeren van de wereld” bij elkaar te roepen die “revolutionaire processen steunen om een eind te maken aan kapitalisme”. “Om een stap vooruit te zetten in de bescherming van de mensheid, om moeder aarde te redden, zullen we in Bolivia een bijeenkomst organiseren om de revolutionaire jongeren van over de hele wereld bij elkaar te brengen”, zei hij.

Daarnaast bekrachtigde het staatshoofd de verwerping van zijn regering van buitenlandse militaire aanwezigheid in Zuid Amerika en herhaalde hij dat “wanneer een president of regering VS legerbases toestaat ze de grootste verraders zijn van Latijns Amerika en de wereld”. Morales zinspeelde op de overeenkomsten tussen Bogota en Washington, die onder andere inhouden dat VS troepen Colombiaanse militaire bases kunnen gebruiken en die zijn besproken door de lidstaten van de Unie van Zuid Amerikaanse Landen (UNASUR).

BRON: EFE

Bolivia: werken aan verandering

Door: Gilberto Pauwels, werkzaam in Oruro, bij de organisatie CEPA
Bron: www.mo.be

De meest aangehaalde, maar vrij vage belofte van de regering van Evo Morales was en is nog steeds dat er verandering zal komen. Hoe staat het nu met dit veranderingsproces? In hoeverre is dit voelbaar in het leven van de gewone mensen en de gemeenschappen? Op welke manier zijn wij als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andersvolkeren) daarbij betrokken?

1. De activiteiten van CEPA van de laatste dagen hadden vooral betrekking op het aanpassen van de bestaande wetgeving aan de nieuwe Grondwet die onlangs werd goedgekeurd. Zo waren we betrokken bij de organisatie van een tweedaagse om voorstellen te doen voor een nieuwe milieuwetgeving; twee dagen ook om de Código Minero aan te passen; gisteren werd het reglement van de wet op de bescherming van in het wild levende dieren en planten onder de loep genomen en vorige week was het reglement van een specifieke wet op de (her)bebossing van Oruro aan de beurt.

Dit alles grijpt plaats in samenwerking met de lokale en nationale regering en parlementsleden (nu Asamblea del Estado Plurinacional genoemd). Wetten goedkeuren en effectief doen naleven, zijn natuurlijk twee verschillende zaken, maar dat aan dergelijke bijeenkomsten telkens 100 tot 160 mensen deelnemen is toch wel een uitzonderlijk fenomeen, dat wijst op het verlangen tot participatie aan het bestuur.

2. Nog meer vergaderingen en activiteiten hadden de mensen die direct bij de verdediging van het milieu betrokken zijn. Het programma voor een Blauwe October werd op een persconferentie voorgesteld. Een maand lang zal de bevolking met allerlei acties bewust gemaakt worden van de noodzaak onze rivieren en meren te respecteren en te beschermen.

De omwonende gemeenschappen die zich organiseerden precies om hun watergebieden te verdedigen (CORIDUP) zijn echter ontgoocheld. Daadwerkelijke beslissingen vanwege de regering betreffende de Desaguadero-rivier en het Uru Uru- en Poopó-meer (milieu-audit en verklaring tot emergentiezone) blijven uit. Vrijwel dagelijks gaan er werkvergaderingen door in de verschillende dorpen en trekt men van Pontius naar Pilatus in de ministeries in La Paz. Als het volgende week niet tot de beloofde maatregelen komt, zijn vanaf maandag 19 october drukkingsacties in het vooruitzicht gesteld.

De discours van Evo Morales in het buitenland ter verdediging van Moeder Aarde worden wel eens afgewogen tegen de feitelijke praktijken van zijn regering en het verschil tussen beiden is groot. In de conflicten tussen de extractieve industrie (mijnbouw, petroleum en straks lithium) voelen de Indiaanse gemeenschappen zich onvoldoende beschermd en in aanmerking genomen (respect voor kwetsbare gebieden, recht op inspraak, vergoeding voor geleden milieuschade en recht op deelname in de winst).

3. Wat socio-culturele en milieu-onderzoeken betreft en hun toepassingen, staat heel wat op stapel. Nu er studies rond verzilting en vervuiling door mijnwater (met arsenicum, lood, cadmium,..) afgerond zijn, staan we mee voor de opdracht aan bruikbare en betaaalbare drinkwaterfilters te werken.
Ook is dezer dagen een groep tecnici uit Oostenrijk aan het werk rond zonne-energie en het boren van waterputten.

Zes onderzoeksprojecten rond milieu en quinua-teelt zijn van start gegaan op initiatief van PIEB (Programa voor Strategisch Onderzoek in Bolivia), met de medewerking van CEPA. De grote vraag naar quinua vanuit Europa bracht niet alleen grote prijsstijgingen teweeg, zodat de consumptie voor de lokale bevolking onbetaalbaar wordt, maar heeft ook tot onaanvaardbare productiemethodes geleid, die gronden en natuur onherstelbare schade toebrengen.

Wat studies over racisme en interetnische relaties betreft, heeft PIEB op nationaal vlak zes projecten goedgekeurd, waaronder - tot onze grote verbazing - twee van CEPA. Dat zal ons in staat stellen onderzoek te verrichten naar socio-culturele relaties en etnische identificaties onder de Indiaanse bevolkingsgroepen, enerzijds bij de armsten (de Uru Muratos, vissers van het Uru Uru en Poopó-meer) en anderzijds ook bij de rijksten (de Aymaras van de grensdorpen met Chili).

Vroeger was de (blanke) stadbevolking vooral bang voor de eisen van verarmde campesinos en mijnwerkers; nu voelt men zich evenzeer bedreigd door enkele economisch sterker wordende Andesgemeenschappen, die bevoorbeeld, als er onroerende goederen in centrum van de stad te koop worden aangeboden, deze naar zich toehalen. De Andesvolkeren veroveren de steden, schreven we vroeger reeds.
Het is ongetwijfeld een positieve evolutie dat er de jongste tijd steeds meer onderzoekswerk wordt verricht dat gericht is op het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen en dat er bij het ontwikkelingswerk stilaan meer met sociologische en antropologische studies rekening wordt gehouden.

4. Intussen is het ook duidelijk geworden dat er geen sprake is van een kerkenvervolging in Bolivia. Er werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen de staat en de katholieke kerk wat onderwijs, gezondheidszorg en sociale werken betreft. Nu de verkiezingsstrijd is ingezet, proberen rechtse oppositiepartijen nog wel zich op te werpen als de verdedigers van kerk en geloof. De bisschoppenconferentie heeft het daarom zelfs nodig gevonden het misbruik van misvieringen en andere religieuze manifestaties voor politieke doeleinden, publiekelijk te veroordelen.

Toch is de spanning niet helemaal verdwenen. De kerkleiding blijft wantrouwig ten aanzien van de regeringspolitiek. Binnen de kerk zelf komt men bij "het lezen van de tekenen van de tijd" tot uiteenlopende conclusies en dat komt o.a. tot uiting bij het formuleren van prioriteiten en verwachtingen ten aanzien van de Permanente Missie die nu, op voorstel van de Bisschoppenconferentie van Aparecida (2007), overal op gang wordt getrokken. Het continentale netwerk AMERINDIA heeft er een boek over uitgegeven ("La Misión en Cuestión", Bogota, 2009) in de hoop een stimulans te geven aan het bewaren en vooral het actualizeren van het erfgoed van de Latijnsamerikaanse Conferenties van Medellín, Puebla, Santo Domingo en Aparecida. Als AMERINDIA-groep in Oruro trekken we aan dezelfde kar. De aanzet tot structurele en mentaliteitsveranderingen die dank zij de bevrijdingstheologie en de kerkelijke basisgemeenschappen tot stand kwam, mag niet verloren gaan.
Gepost op 12.10.09

Friday, October 9, 2009

Minimaal 14 gemeentes zullen op 6 december stemmen over de vorming van een inheemse autonoom gebied

Op 6 december zullen niet alleen verkiezingen plaatsvinden voor de nationale volksvertegenwoordigers. In verschillende gemeentes zal daarnaast een referendum worden gehouden om zich te registreren als `Autonomía Indígena´ (inheemse autonoom gebied), een nieuwe territoriale organisatie vorm die door de nieuwe Grondwet mogelijk gemaakt wordt.

Deze inheemse autonome gebieden gaan verder dan de al sinds 1996 bestaande TCO´s (Tierras Comunitaria de Orígen), en houden onder andere in dat deze gebieden zich morgen organiseren volgens hun eigen inheemse gebruiken en tradities, en hun eigen statuut mogen opstellen. Ze zullen meer zelfbeschikking krijgen over interne zaken en budgetten, maar wel binnen de grenzen van de nieuwe Grondwet.
In augustus hebben 19 gemeentes officìeel dit referendum aangevraagd. Daarvan hebben er nu 14 aan alle voorwaarden voldaan. Deze voorwaarden zijn: De handtekeningen van minstens 10% van de stemgerechtigde bevolking van de gemeente die het referendum ondersteund, de certificering van het Ministerie van Autonome gebieden, en een door de gemeenteraad uitgegeven document waarin de bevolking wordt opgeroepen voor het referendum.

Deze week verloopt de termijn om aan alle voorwaarden te voldoen, en zal het nieuwe verkiezingsorgaan de OEP (Organo Electoral Plurinacional) officieel bekend maken welke gemeentes een referendum mogen houden.

In sommige gemeentes is de campagne echter al begonnen, zoals in Charagua in Santa Cruz, waar de Guaraní bevolking campagne voert voor het vormen van een Autonomía Indígena.

(Bron: Erbol)

Landconflicten tussen inheemse volkeren en boeren.

In de afgelopen maand ontstonden twee conflicten tussen verschillende bevolkingsgroepen, rondom recent erkende landrechten van inheemse volkeren door middel van de erkenning van hun gebied als een “Oorspronkelijk Gemeenschappelijk Land”, oftwel Tierra Communitaria de Origen (TCO).

In september vonden er in het departament Beni botsingen plaats tussen de inheemse bewoners van de TCO ´ Territorio Indígena y Parque Nacional Isiboro Sécure (Tipnis)’ en cocaboeren die zich in dit gebied gevestigd hadden. Hierbij viel een dode en verschillende gewonden. Deze TCO werd in juni 2009 door president Evo Morales erkend en aan het inheemse volk “yuracarés” werden de eigendomsrechten toegewezen van het 1.096.000 hectare tellende gebied.

De confrontatie werd veroorzaakt omdat de inheemse bevolking de cocaboeren probeerden weg te jagen, en zij zich verdedigden met dinamiet en vuurwapens. Er ontstond een slagveld waarbij beiden groepen gebruik maakten van wapens.
Na de bostingen stuurde de regering de politie naar het gebied om de cocaboeren die het land illegaal hadden bezet, daar weg te halen. Minister Rada legde uit “In het gebied TIPNIS mogen geen coca plantages zijn. We hebben op verschillende momenten aangegeven dat we de uitbreiding van coca plantages in gebieden waar dit veboden is, niet zullen permiteren.”

Ook in het departament La Paz speelt een conflict over landrechten, ontstaan tussen boeren en een inheemse bevolkingsgroep. De boeren van de provincie Franz Tamayo zijn het niet eens met de erkenning van de TCO van het inheems Leco volk, en willen dat de regering deze erkennig ongedaan maakt, en hun deze gebieden toewijst voor landbouw doeleinden. Ze wijzen elk overleg met de organisatie van het Leco volk af en hebben een lokaal referendum uitgeroepen om de stemmen over de opheffing van het TCO. De regering is in gesprek met beide partijen om een gewelddadige confrontatie te voorkomen.

(Bronnen: Erbol, la Prensa)

Achtergrond informatie over de TCO Tipnis (in het Spaans): KLIK HIER

Wednesday, October 7, 2009

Bewoners van afgelegen gemeenschappen kunnen zich moeilijk registreren

Het Boliviaanse Verkiezingsorgaan heeft gemeld dat het voor mensen uit afgelegen gemeenschappen moeilijk is zich als stemgerechtigde te registreren voor de verkiezingen in december omdat ze geen identiteitsdocumenten hebben.

Woordvoerdster Roxana Ibarnegaraystelt dat het de verantwoordelijkheid van de regering is om intensieve campagnes te houden voor het verstrekken van persoonlijke identificatie documenten zodat iedereen deel kan nemen aan de verkiezingen. De mobiele registratie-eenheden in de afgelegen gebieden zijn aan sluiting toe. In plaatsen waar een registratieachterstand is blijven de eenheden nog iets langer open.

Thursday, October 1, 2009

Evo Morales met 54% van de stemmen in de peilingen aan kop

Volgens een opiniepeiling van de onafhankelijke Ipsos / Apoyo, leidt president Evo Morales op 66 dagen voor de verkiezingen met 54% van de stemmen de peilingen. Dit is bekendgemaakt door de nationale particuliere televisiezender ATB. In de peilingen tussen 12 en 20 september werden 1.608 mensen ondervraagd in de negen departementale hoofdsteden, El Alto (de vierde grootste stad in het Andesland) en in 47 kleinere gemeenten.
Bron: ABI Coco Cuba

Verkiezingscommissie: Biometrische registratie van burgers op het platteland bereikt 96%

De registratie van burgers op het platteland bereikt 96 procent, wat neerkomt op 648.272 personen. Dit is woensdag gemeld door de directeur van de Nationale Verkiezingscommissie (CNE), Luis Pereira. "Op het platteland is reeds 80% van de mensen die voor het referendum van januari 2009 stonden ingeschreven opnieuw ingeschreven voor de verkiezingen van 6 december,” zegt Pereira.
Hij legde uit dat in het departement Potosi, dat voor het grootste deel rurale bevolking heeft, van de 118.000 stemgerechtigden, zich 96.000 al geregistreerd hebben voor de presidentsverkiezingen.

In het departement van Santa Cruz was het de bedoeling om 86.000 stemgerechtigden te registreren, terwijl er tot nu toe al 111.000 mensen werden geregistreerd. In Pando, hebben de inschrijvingen vertraging opgelopen door topografische omstandigheden en moeilijke toegang tot de gemeenschappen; van de 8.000 stemgerechtigden werden er tot nu toe 2.200 geregistreerd. Volgens het rapport van het hoofd van de biometrische registratie, staat La Paz bovenaan de lijst met 201.000 geregistreerden, en er wordt nog gewacht op de gegevens van meer dan 560 mobiele units uit de provincies.
Bron: ERBOL

EU-waarnemers zullen toezicht houden op de verkiezingen van 6 december

Waarnemers van de Europese Unie zullen toezicht houden op de presidentsverkiezingen in Bolivia op 6 december. EU ambassadeur in La Paz, Kenneth Bell, bevestigde dat gisteren.

Ongeveer 100 deskundigen, onder leiding van het Roemeense Parlementslid Renate Weber, zullen in oktober in Bolivia aankomen om daar vier maanden te blijven. Weber was al in januari van dit jaar in Bolivia voor het leiden van een gelijksoortige delegatie die het referendum voor de nieuwe grondwet controleerde. De EU-missie zal in januari 2010 verslag doen aan de lokale autoriteiten. De EU ambassadeur zei ook dat de gang naar de stembus van Boliviaanse migranten in de Verenigde Staten, Argentinië, Brazilië en Spanje, binnen deze missie niet zal worden meegenomen.

De voorzitter van de Nationale Verkiezingscommissie (CNE), Antonio Costas, zei dat op woensdag een overeenkomst is getekend met de Boliviaanse Stichting voor Meerpartijen Democratie voor een programma van voorlichting aan de bevolking over de acht partijen die meedoen aan de verkiezingen. De verschillen tussen de partijen zullen worden verspreid via de reguliere media in het land in het Spaans, Aymara, Quechua en Guarani. Ook worden workshops over de verschillen tussen de partijen en hun kandidaten georganiseerd.
Bron: ERBOL