Met de nationale verkiezingen nog maar net achter de rug, maakt Bolivia zich alweer op voor het volgende electorale moment. In april 2010 zal gestemd worden voor de departementale prefecten en de lokale overheden. Regeringspartij MAS, de winnaar van de nationale verkiezingen, is nu druk bezig met de kandidatenlijsten op te stellen in de negen departementen.
In La Paz, Cochabamba, en Potosí zijn de kandidaten al bekend gemaakt. Voor de prefectuur van La Paz is de kandidaat ex minister van onderwijs Feliz Patzi. Voor het burgermeesterschap van de stad La Paz is er een vrouw kandidaat, Elizabeth Salguero. In de stad El Alto wordt Edgar Patana de MAS kandidaat voor het burgermeesterschap. De kandidaten worden niet onverdeeld gesteund door de achterban van de MAS, er is al uit verschillende hoeken kritiek geuit.
In Santa Cruz worden later deze week de kandidaten van de MAS bekend gemaakt.
Van de oppositie partijen zijn de kandidaten nog niet bekend.
Tuesday, December 29, 2009
Thursday, December 24, 2009
Evo Morales opnieuw president
Verslag van de info-avond over de Boliviaanse verkiezingen
Na de spannende verkiezingen in Honduras en Uruguay, waar zowel een conservatieve als een progressieve presidentskandidaat gekozen werden, verschoof de interregionale aandacht op 6 december naar de presidentsverkiezingen in Bolivia. Peilingen gaven afgelopen weken al aan dat de socialistische president Evo Morales op ongeveer vijftig procent steun van de bevolking kon rekenen. Zijn conservatieve rivaal Manfred Reyes Villa uit Cochabamba zou volgens analisten slechts mogen hopen op de helft van de stemmen.
Terwijl Bolivia zich opmaakte voor de stembus, organiseerden de jongerenorganisatie Ojalá en stichting Chakana een info-avond over de presidentsverkiezingen voor de grote Boliviaanse gemeenschap in Amsterdam. Hoe heeft Morales het de afgelopen vier jaar gedaan? En welke problemen zou hij bij zijn herverkiezing als eerste moeten aanpakken? Een panel van vier deskundige sprekers - journaliste Maya Haanskorf (La Chispa), antropoloog Ton Salman (Vrije Universiteit), programmamedewerkster Ria Hulsman (Hivos) en de Boliviaanse migrant Sergei van Diemen – mochten in het eerste uur hierover hun persoonlijke mening geven.
Hervormingen
De avond werd geopend door een introductie van de Boliviaanse ambassadeur in Nederland, Roberto Calzadilla. Zijn speech behelsde voornamelijk de vooruitgangen die Bolivia onder Morales geboekt heeft. ‘Bolivia’, vertelde de ambassadeur tegenover een volle zaal, ‘staat bij de buitenwereld nog steeds bekend als een arm land dat een geschiedenis van geweldadige staatssgrepen en conflicten kent. Een land dat volgens de Amerikanen verandert in een narco-staat, omdat Morales niet de coca-handel aanpakt. Maar dit is onzin. Wij zijn een rijk land met een rijke cultuur. Het is alleen onacceptabel dat wij onze natuurlijke hulpbronnen als gas aan het rijke westen verkopen, terwijl onze eigen mensen nog steeds hun eten moeten klaarmaken met hout en vuur.' Volgens Calzadilla probeert Morales slechts die socio-economische armoedekloof te verkleinen via democratische hervormingen, transparentie en economische nationalisatie.
Maja Haanskorf zette op dat laatste punt haar vraagtekens. Volgens haar is Bolivia voor haar industrialisatieproces nog teveel afhankelijk van buitenlandse bedrijven. De nationalisatie van diverse energiebedrijven is overigens wel succesvol geweest, want het heeft de staatskas extra reserves opgeleverd. Toch schrikt de anti-kapitalistische retoriek van Morales potentiele investeerders af. Haanskorf vraagt zich af de inheemse president sowieso wel de man is die de polisaratie in het land kan tegengaan.
Ria Hulsman deelde grotendeels Haanskorf zorg. Ondanks dat Morales aardige succes geboekt heeft, zoals de rechten van de inheemsen in de grondwet vast te leggen, bekritiseerde zij de regering-Morales voor niet genoeg aandacht te hebben geschonken aan de hervorming van juridische instituties. Een democratische staat kan immers niet functioneren zonder de gelegimiteerde wetshandhaving die door een onafhankelijk en transparant orgaan gegarandeerd en beschermd wordt. Hulsman ziet dat racisme en machismo heviger is dan ooit. Discriminatie wordt door zowel door links als rechts als instrument ingezet om tegenstanders belachelijk te maken of te stigmatiseren.
Economie vs. ecologie
Ondanks dat Morales op bepaalde sociale en politieke punten de panelleden had teleurgesteld, vonden ze toch dat hij het land in de goede richting duwde. Ton Salman: 'Onder Morales zijn zowel de politici en de bevolking zelfbewuster geworden over hun kansen op de wereldmarkt. Buitenlandse energiebedrijven als Exxon en Shell kunnen niet meer zoals in het verleden voor een prikkie de gasvoorraden opkopen en deze met woekerwinsten doorsluizen naar hun eigen bankrekeningen. Het energiebeleid van de regering heeft ervoor gezorgd dat de winsten uit de gasvoorraden gereserveerd worden voor onderwijs- en gezondheidsprojecten'.
Salman tekende er wel bij aan dat het economisch beleid van Morales om de binnenlandse economie te prikkelen nu toe niet uit de verf is gekomen. Het terugdringen van de enorme werkloosheid, vooral onder jongeren, blijft daarom volgens hem prioriteit nummer één.
De positieve en kritische punten wat betreft de afgelopen ambstperiode van Evo Morales van de sprekers werden gevolgd door een boeiende discussie met het publiek over de uitdagingen voor de toekomst: waar zal de komende 5 jaar door de nieuwe regering aan gewerkt moeten worden? De discussie focuste zich vooral op de relatie tussen economie en ecologie. Hoe is het mogelijk om over te gaan van een economie die gebaseerd is op de exploitatie van primaire producten naar de industrialisatie van deze producten, en daarbij tegelijkertijd rekening te houden met het milieu? Evo Morales richt zich veel op de noodzaak om de Pachamama (Moeder Aarde) te beschermen, maar hoe kan dit gecombineerd worden met de verdere ontwikkeling van de economie?
Later op de avond werd contact gelegd met de Boliviaanse ambassade in Spanje om de stemming van de Boliviaanse migranten aldaar te horen. Een golf van verbazing ging door de zaal toen bleek dat 54% voor de MAS gestemd had en 46% voor Manfred Reyes Villa van de PPB. Dit hoge percentage voor de PPB werd door de medewerkster van de ambassade uitgelegd met de argumenten dat er veel Bolivianen uit de middenklasse in Spanje wonen. De meesten van deze groep zijn afkomstig uit de departementen van de media luna waar over het algemeen rechtser gestemd wordt.
Tussen de presentaties en debatten door werd er gedanst door de dansgroep Bolivia Minka en genoot men van echte Boliviaanse salteñas. Daarnaast werden de bezoekers erop geattendeerd deze nieuwswebsite ‘Bolivia Ahora’ de gaten te houden voor het allerlaatste poltieke en sociale nieuws. Aan het eind van de avond bleven velen nog napraten en debatteren over de politieke situatie in Bolivia. Want al was de avond lang, er was nog veel te bespreken!
Door Ryan Jessurun en Laura Baas
Na de spannende verkiezingen in Honduras en Uruguay, waar zowel een conservatieve als een progressieve presidentskandidaat gekozen werden, verschoof de interregionale aandacht op 6 december naar de presidentsverkiezingen in Bolivia. Peilingen gaven afgelopen weken al aan dat de socialistische president Evo Morales op ongeveer vijftig procent steun van de bevolking kon rekenen. Zijn conservatieve rivaal Manfred Reyes Villa uit Cochabamba zou volgens analisten slechts mogen hopen op de helft van de stemmen.
Terwijl Bolivia zich opmaakte voor de stembus, organiseerden de jongerenorganisatie Ojalá en stichting Chakana een info-avond over de presidentsverkiezingen voor de grote Boliviaanse gemeenschap in Amsterdam. Hoe heeft Morales het de afgelopen vier jaar gedaan? En welke problemen zou hij bij zijn herverkiezing als eerste moeten aanpakken? Een panel van vier deskundige sprekers - journaliste Maya Haanskorf (La Chispa), antropoloog Ton Salman (Vrije Universiteit), programmamedewerkster Ria Hulsman (Hivos) en de Boliviaanse migrant Sergei van Diemen – mochten in het eerste uur hierover hun persoonlijke mening geven.
Hervormingen
De avond werd geopend door een introductie van de Boliviaanse ambassadeur in Nederland, Roberto Calzadilla. Zijn speech behelsde voornamelijk de vooruitgangen die Bolivia onder Morales geboekt heeft. ‘Bolivia’, vertelde de ambassadeur tegenover een volle zaal, ‘staat bij de buitenwereld nog steeds bekend als een arm land dat een geschiedenis van geweldadige staatssgrepen en conflicten kent. Een land dat volgens de Amerikanen verandert in een narco-staat, omdat Morales niet de coca-handel aanpakt. Maar dit is onzin. Wij zijn een rijk land met een rijke cultuur. Het is alleen onacceptabel dat wij onze natuurlijke hulpbronnen als gas aan het rijke westen verkopen, terwijl onze eigen mensen nog steeds hun eten moeten klaarmaken met hout en vuur.' Volgens Calzadilla probeert Morales slechts die socio-economische armoedekloof te verkleinen via democratische hervormingen, transparentie en economische nationalisatie.
Maja Haanskorf zette op dat laatste punt haar vraagtekens. Volgens haar is Bolivia voor haar industrialisatieproces nog teveel afhankelijk van buitenlandse bedrijven. De nationalisatie van diverse energiebedrijven is overigens wel succesvol geweest, want het heeft de staatskas extra reserves opgeleverd. Toch schrikt de anti-kapitalistische retoriek van Morales potentiele investeerders af. Haanskorf vraagt zich af de inheemse president sowieso wel de man is die de polisaratie in het land kan tegengaan.
Ria Hulsman deelde grotendeels Haanskorf zorg. Ondanks dat Morales aardige succes geboekt heeft, zoals de rechten van de inheemsen in de grondwet vast te leggen, bekritiseerde zij de regering-Morales voor niet genoeg aandacht te hebben geschonken aan de hervorming van juridische instituties. Een democratische staat kan immers niet functioneren zonder de gelegimiteerde wetshandhaving die door een onafhankelijk en transparant orgaan gegarandeerd en beschermd wordt. Hulsman ziet dat racisme en machismo heviger is dan ooit. Discriminatie wordt door zowel door links als rechts als instrument ingezet om tegenstanders belachelijk te maken of te stigmatiseren.
Economie vs. ecologie
Ondanks dat Morales op bepaalde sociale en politieke punten de panelleden had teleurgesteld, vonden ze toch dat hij het land in de goede richting duwde. Ton Salman: 'Onder Morales zijn zowel de politici en de bevolking zelfbewuster geworden over hun kansen op de wereldmarkt. Buitenlandse energiebedrijven als Exxon en Shell kunnen niet meer zoals in het verleden voor een prikkie de gasvoorraden opkopen en deze met woekerwinsten doorsluizen naar hun eigen bankrekeningen. Het energiebeleid van de regering heeft ervoor gezorgd dat de winsten uit de gasvoorraden gereserveerd worden voor onderwijs- en gezondheidsprojecten'.
Salman tekende er wel bij aan dat het economisch beleid van Morales om de binnenlandse economie te prikkelen nu toe niet uit de verf is gekomen. Het terugdringen van de enorme werkloosheid, vooral onder jongeren, blijft daarom volgens hem prioriteit nummer één.
De positieve en kritische punten wat betreft de afgelopen ambstperiode van Evo Morales van de sprekers werden gevolgd door een boeiende discussie met het publiek over de uitdagingen voor de toekomst: waar zal de komende 5 jaar door de nieuwe regering aan gewerkt moeten worden? De discussie focuste zich vooral op de relatie tussen economie en ecologie. Hoe is het mogelijk om over te gaan van een economie die gebaseerd is op de exploitatie van primaire producten naar de industrialisatie van deze producten, en daarbij tegelijkertijd rekening te houden met het milieu? Evo Morales richt zich veel op de noodzaak om de Pachamama (Moeder Aarde) te beschermen, maar hoe kan dit gecombineerd worden met de verdere ontwikkeling van de economie?
Later op de avond werd contact gelegd met de Boliviaanse ambassade in Spanje om de stemming van de Boliviaanse migranten aldaar te horen. Een golf van verbazing ging door de zaal toen bleek dat 54% voor de MAS gestemd had en 46% voor Manfred Reyes Villa van de PPB. Dit hoge percentage voor de PPB werd door de medewerkster van de ambassade uitgelegd met de argumenten dat er veel Bolivianen uit de middenklasse in Spanje wonen. De meesten van deze groep zijn afkomstig uit de departementen van de media luna waar over het algemeen rechtser gestemd wordt.
Tussen de presentaties en debatten door werd er gedanst door de dansgroep Bolivia Minka en genoot men van echte Boliviaanse salteñas. Daarnaast werden de bezoekers erop geattendeerd deze nieuwswebsite ‘Bolivia Ahora’ de gaten te houden voor het allerlaatste poltieke en sociale nieuws. Aan het eind van de avond bleven velen nog napraten en debatteren over de politieke situatie in Bolivia. Want al was de avond lang, er was nog veel te bespreken!
Door Ryan Jessurun en Laura Baas
Tuesday, December 22, 2009
Evo Morales niet tevreden over Kopenhagen
Bij terugkomst in Bolivia verklaarde Evo Morales dat de klimaattop in Kopenhagen uitgelopen is op een mislukking.
Hij benadrukte de grote ideologische verschillen tussen de rijke landen en de arme landen over hoe de planeet in leven te houden. Hij gaf aan dat op dergelijke fora alleen maar gesproken wordt over de effecten van de klimaatverandering en niet over de oorzaken. Volgens hem is de belangrijkste oorzaak het kapitalisme wat economische praktijken bevordert zonder daarbij stil te staan bij de belangen van de mensheid en de natuur. Deze boodschap sprak Morales ook uit op een bijeenkomst met sociale bewegingen in Kopenhagen.
Hij bekritiseerde de houding van de rijke landen, die een globale opwarming van twee graden acceptabel vinden. "Als dat gebeurt, verdwijnen vele eilanden maar ook de sneeuwtoppen in de Andes"
Eerder gaf Morales al aan in de spaanse krant El Mundo dat de aspraak van de rijke landen om 100.000 miljoen dollar aan de arme landen te geven om de effecten van de klimaatsverandering tegen te gaan "een belediging" te vinden. "de ecologische schuld heeft geen prijs", zei hij.
President Evo Morales gaf aan dat volgend jaar april een mondiale bijeenkomst van sociale bewegingen plaats zal vinden in Bolivia, waarin naar échte oplossingen gezocht zal worden voor het klimaatprobleem, en tevens voor de honger in de wereld.
Hij benadrukte de grote ideologische verschillen tussen de rijke landen en de arme landen over hoe de planeet in leven te houden. Hij gaf aan dat op dergelijke fora alleen maar gesproken wordt over de effecten van de klimaatverandering en niet over de oorzaken. Volgens hem is de belangrijkste oorzaak het kapitalisme wat economische praktijken bevordert zonder daarbij stil te staan bij de belangen van de mensheid en de natuur. Deze boodschap sprak Morales ook uit op een bijeenkomst met sociale bewegingen in Kopenhagen.
Hij bekritiseerde de houding van de rijke landen, die een globale opwarming van twee graden acceptabel vinden. "Als dat gebeurt, verdwijnen vele eilanden maar ook de sneeuwtoppen in de Andes"
Eerder gaf Morales al aan in de spaanse krant El Mundo dat de aspraak van de rijke landen om 100.000 miljoen dollar aan de arme landen te geven om de effecten van de klimaatsverandering tegen te gaan "een belediging" te vinden. "de ecologische schuld heeft geen prijs", zei hij.
President Evo Morales gaf aan dat volgend jaar april een mondiale bijeenkomst van sociale bewegingen plaats zal vinden in Bolivia, waarin naar échte oplossingen gezocht zal worden voor het klimaatprobleem, en tevens voor de honger in de wereld.
Monday, December 14, 2009
Carter Center: massale opkomst bij verkiezingen
Het Carter Center, een Amerikaanse organisatie die onder meer toeziet op verkiezingen, kwalificeerde de algemene verkiezingen in Bolivia van 6 december jl. als vreedzaam en constateerde een hoge opkomst. Daarnaast heeft de zogenaamde biometrische kiezerslijst volgens de organisatie zijn doel bereikt. Ook beval de organisatie de Boliviaanse samenleving en het Verkiezingsorgaan aan zich te blijven inspannen om de geloofwaardigheid van (verkiezings)instanties te garanderen.
Het Carter Center heeft een team van achttien personen, afkomstig uit zeven landen, naar Bolivia gestuurd om de verkiezingen waar te nemen. Dit team observeerde het functioneren van de biometrische kiezerslijst en de sociale en politieke sfeer op de verkiezingsdag.
“Gezien de omvang van de missie en haar focus op de kiezerslijst, zal het Centrum noch het stemproces, noch het tellen van de stemmen evalueren. Dit is een voorlopig rapport over de algemene sfeer die op de verkiezingsdag heerste en van de conclusies van de lange termijn-waarnemers van het Centrum over de biometrische kiezerslijst”, aldus het rapport.
De belangrijkste conclusies van de lange termijn-waarnemingsmissie van het Carter Center over het opstellingsproces van de kiezerslijst en de verkiezingsdag volgen hieronder.
1. Los van een enkel stembureau waar de stembiljetten niet op tijd aanwezig waren en waardoor wat verwarring onder de lokale bevolking heerste, heeft het Carter Center geen onregelmatigheden waargenomen en was er sprake van een hoge opkomst en een vreedzame sfeer.
2. De Boliviaanse Nationale Kiesraad (CNE) heeft zich ingespannen en goede wil getoond om een zo hoog mogelijke opkomst te realiseren. De informatie van de Kiesraad kon hier en daar wel iets duidelijker zijn voor de burgers. De biometrische kiezerslijst kan bij de verkiezingen van 4 april 2010 nog betrouwbaarder zijn door een nog nauwkeuriger registratie van kiesgerechtigden.
3. De waarnemers van het Carter Center hadden vrije toegang tot alle stembureaus en registratiecentra. De betreffende beambten waren professioneel en toegewijd.
4. De burgers met wie de waarnemers hadden gesproken, hadden vertrouwen in de nieuwe kiezerslijst en brachten bij voorkeur hun stem uit in de door de CNE gecertificeerde stembureaus. De toevoeging van een pasfoto bij elke persoon die op de kiezerslijst stond geregistreerd, betekende een belangrijke verbetering in vergelijking met de vroegere lijsten.
5. Het betrekken van de Boliviaanse burgers bij het verkiezingsproces door partijafgevaardigden en door het ngo-consortium Bolivia Transparente getuigde van inzet voor de burger en schiep vertrouwen op de verkiezingsdag. Dit vertrouwen werd bovendien versterkt door de aanwezigheid van internationale waarnemers van onder meer het Carter Center, de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Europese Unie.
De volledige rapporten van de waarnemersmissie van het Carter Center zijn te lezen op www.cartercenter.org
Bron: ERBOL
Het Carter Center heeft een team van achttien personen, afkomstig uit zeven landen, naar Bolivia gestuurd om de verkiezingen waar te nemen. Dit team observeerde het functioneren van de biometrische kiezerslijst en de sociale en politieke sfeer op de verkiezingsdag.
“Gezien de omvang van de missie en haar focus op de kiezerslijst, zal het Centrum noch het stemproces, noch het tellen van de stemmen evalueren. Dit is een voorlopig rapport over de algemene sfeer die op de verkiezingsdag heerste en van de conclusies van de lange termijn-waarnemers van het Centrum over de biometrische kiezerslijst”, aldus het rapport.
De belangrijkste conclusies van de lange termijn-waarnemingsmissie van het Carter Center over het opstellingsproces van de kiezerslijst en de verkiezingsdag volgen hieronder.
1. Los van een enkel stembureau waar de stembiljetten niet op tijd aanwezig waren en waardoor wat verwarring onder de lokale bevolking heerste, heeft het Carter Center geen onregelmatigheden waargenomen en was er sprake van een hoge opkomst en een vreedzame sfeer.
2. De Boliviaanse Nationale Kiesraad (CNE) heeft zich ingespannen en goede wil getoond om een zo hoog mogelijke opkomst te realiseren. De informatie van de Kiesraad kon hier en daar wel iets duidelijker zijn voor de burgers. De biometrische kiezerslijst kan bij de verkiezingen van 4 april 2010 nog betrouwbaarder zijn door een nog nauwkeuriger registratie van kiesgerechtigden.
3. De waarnemers van het Carter Center hadden vrije toegang tot alle stembureaus en registratiecentra. De betreffende beambten waren professioneel en toegewijd.
4. De burgers met wie de waarnemers hadden gesproken, hadden vertrouwen in de nieuwe kiezerslijst en brachten bij voorkeur hun stem uit in de door de CNE gecertificeerde stembureaus. De toevoeging van een pasfoto bij elke persoon die op de kiezerslijst stond geregistreerd, betekende een belangrijke verbetering in vergelijking met de vroegere lijsten.
5. Het betrekken van de Boliviaanse burgers bij het verkiezingsproces door partijafgevaardigden en door het ngo-consortium Bolivia Transparente getuigde van inzet voor de burger en schiep vertrouwen op de verkiezingsdag. Dit vertrouwen werd bovendien versterkt door de aanwezigheid van internationale waarnemers van onder meer het Carter Center, de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Europese Unie.
De volledige rapporten van de waarnemersmissie van het Carter Center zijn te lezen op www.cartercenter.org
Bron: ERBOL
Inwoners Santa Cruz willen dialoog met Evo ‘zonder vervolging’
De voorzitter van het ‘Burgercomité voor Santa Cruz’, Luís Núñez, heeft zich beschikbaar gesteld voor een ontmoeting met de herkozen president Evo Morales, die oppositiesectoren uitnodigde tot een dialoog. Núñez wil dan wel een dialoog zonder “vervolging en bangmakerij”.
“Met de president, of met wie dan ook, kan een dialoog worden aangegaan, maar daarbij moet altijd ruimte zijn voor eerlijkheid en fatsoen; in een sfeer waarin niet voortdurend wordt gedreigd, mensen worden vervolgd, of de wil van het centrale gezag wordt opgedrongen”, aldus de voorzitter.
Hij zei dat het nu de tijd is om de juiste condities te creëren voor een transparante, open dialoog ten bate van de bevolking van Santa Cruz. Núñez bevestigde ook dat het tijd voor reflectie is, om vreedzame middelen aan te wenden die de rechtsstaat nog meer versterken.
“Wij roepen op tot samenleven in vrede, zonder bedreiging en vervolging, zonder aanslagen op de pers; wat we willen is eerlijkheid en openheid bij een mogelijke dialoog. De meerderheid en de minderheid moeten het nodige respect voor elkaar tonen, zich gezamenlijk inspannen om een sfeer van vrijheid te creëren, waarbij de rechten van de burgers en de mensenrechten worden beschermd”, benadrukte de voorzitter van het Burgercomité.
Bron: ERBOL
“Met de president, of met wie dan ook, kan een dialoog worden aangegaan, maar daarbij moet altijd ruimte zijn voor eerlijkheid en fatsoen; in een sfeer waarin niet voortdurend wordt gedreigd, mensen worden vervolgd, of de wil van het centrale gezag wordt opgedrongen”, aldus de voorzitter.
Hij zei dat het nu de tijd is om de juiste condities te creëren voor een transparante, open dialoog ten bate van de bevolking van Santa Cruz. Núñez bevestigde ook dat het tijd voor reflectie is, om vreedzame middelen aan te wenden die de rechtsstaat nog meer versterken.
“Wij roepen op tot samenleven in vrede, zonder bedreiging en vervolging, zonder aanslagen op de pers; wat we willen is eerlijkheid en openheid bij een mogelijke dialoog. De meerderheid en de minderheid moeten het nodige respect voor elkaar tonen, zich gezamenlijk inspannen om een sfeer van vrijheid te creëren, waarbij de rechten van de burgers en de mensenrechten worden beschermd”, benadrukte de voorzitter van het Burgercomité.
Bron: ERBOL
VS feliciteren Evo met overwinning en willen weer dialoog
De Amerikaanse regering heeft Evo Morales gefeliciteerd met zijn herverkiezing als president en benadrukte de bereidheid van de VS om de bilaterale betrekkingen met Bolivia te herstellen, die beide landen dit jaar hadden bevroren na de diplomatieke crisis van september 2008 waarbij zij hun respectievelijke ambassadeurs terugriepen.
“Wij feliciteren president Morales met zijn herverkiezing en het volk en zijn verkiezingsinstanties met de vreedzaam en vlekkeloos verlopen verkiezingen”, zo luidt een bericht dat ondertekend is door de woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, Ian Kelly.
“De VS stellen zich voor de taak om samen te werken met Bolivia voor een rechtvaardiger, democratischer en voorspoediger toekomst”, aldus Kelly.
Morales won de presidents- en parlementsverkiezingen met een overtuigende meerderheid van 63 procent en zijn partij behaalde hiermee tweederde van de zetels in het parlement, dat in 2010 de naam ‘Asamblea Legislativa Plurinacional’ (Plurinationale Wetgevende Vergadering) krijgt.
Morales’ belangrijkste politieke rivaal, ex-militair en leider van de politieke partij PPB (Plan van Vooruitgang voor Bolivia) Manfred Reyes, behaalde 28 procent van de stemmen en de derde kandidaat op de lijst, partijleider van de UN (Nationale Unie) Samuel Doria Medina, kwam niet verder dan zes procent van de stemmen.
Bron: ERBOL
“Wij feliciteren president Morales met zijn herverkiezing en het volk en zijn verkiezingsinstanties met de vreedzaam en vlekkeloos verlopen verkiezingen”, zo luidt een bericht dat ondertekend is door de woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, Ian Kelly.
“De VS stellen zich voor de taak om samen te werken met Bolivia voor een rechtvaardiger, democratischer en voorspoediger toekomst”, aldus Kelly.
Morales won de presidents- en parlementsverkiezingen met een overtuigende meerderheid van 63 procent en zijn partij behaalde hiermee tweederde van de zetels in het parlement, dat in 2010 de naam ‘Asamblea Legislativa Plurinacional’ (Plurinationale Wetgevende Vergadering) krijgt.
Morales’ belangrijkste politieke rivaal, ex-militair en leider van de politieke partij PPB (Plan van Vooruitgang voor Bolivia) Manfred Reyes, behaalde 28 procent van de stemmen en de derde kandidaat op de lijst, partijleider van de UN (Nationale Unie) Samuel Doria Medina, kwam niet verder dan zes procent van de stemmen.
Bron: ERBOL
Friday, December 11, 2009
Historische zege voor Evo
Door Alex Contreras Baspineiro
“Dit is niet alleen een zege voor de Bolivianen. Deze overwinning is in wezen een rechtvaardige erkenning, gericht aan presidenten, aan regeringen, aan anti-imperialistische volken”, sprak president Evo Morales Ayma van de ‘Plurinationale Staat’ Bolivia bij het behalen van een historische, overweldigende 63 procent van de stemmen bij de algemene verkiezingen, die op 6 december 2009 gehouden zijn.
De onbetwistbare steun van het Boliviaanse volk aan Morales Ayma vertaalt zich ook in een meerderheid in het nieuwe Boliviaanse parlement: Morales’ politieke partij MAS (Beweging Naar Socialisme) komt zowel in de Senaat als in de Kamer van Afgevaardigden op tweederde van de zetels.
Van de andere kandidaten behaalde Manfred Reyes Villa van de PPB (Plan van Vooruitgang voor Bolivia) 27 procent van de stemmen en kwamen Samuel Doria Medina van de UN (Nationale Unie) en René Joaquino van de Sociale Bond (AS) op respectievelijk slechts 7 en 3 procent van de stemmen. De overige kandidaten bleven steken op minder dan één procent.
Vier jaar geleden won de MAS de algemene verkiezingen met 53,7 procent van de stemmen.
In zijn toespraak tot het volk riep de herkozen president de verslagen oppositie op om “samen te werken in het belang van Bolivia”. “Ik doe een oproep aan gezaghebbers die niet willen samenwerken met Evo, aan burgemeesters, aan burgers, aan ondernemers, aan sceptische intellectuelen, om Bolivia te dienen… Laten zij de handen ineenslaan voor het Boliviaanse volk, omdat wij hier de cultuur van de dialoog kennen”, benadrukte hij.
De MAS behaalde een overduidelijke overwinning in de departementen La Paz (78,0%), Oruro (77.3%), Potosí (74,9%), Cochabamba (67,6%), Tarija (48,6%) en Chuquisaca (53,1%). De PPB van Reyes Villa won in Beni (53,7%), Pando (47,5%) en Santa Cruz (53,2%). In de steden van de vier landen waar Bolivaanse ingezetenen voor het eerst mochten stemmen (Argentinië, Brazilië, de VS en Spanje) behaalde de MAS eveneens een meerderheid van de stemmen.
Oppostiekandidaat Manfred Reyes Villa was duidelijk aangeslagen door de verkiezingsnederlaag en gaf geen gehoor aan de oproep van Morales om samen te werken met de regering. Hij erkende dat de nederlaag van de oppositiepartijen te wijten is aan het feit dat zij niet in staat zijn geweest met een politiek plan naar buiten te komen. “Ze hebben niet begrepen dat nationale belangen voorrang hebben op persoonlijke belangen. We hebben gezien dat deze fragmentatie in vijf departementen in het voordeel was van de regeringspartij”, aldus Reyes Villa.
Veranderingsproces
Als leider van de MAS zei Morales dat het parlement, nu zijn partij daarin de absolute meerderheid heeft, verplicht is om de veranderingen, die de regering sinds vier jaar stimuleert, versneld door te voeren. “We staan voor de immense taak om het land ingrijpender en sneller te veranderen. Als we meer dan tweederde van de zetels in zowel de Senaat als de Kamer van Afgevaardigden hebben, ben ik verplicht om vaart te zetten achter de veranderingen”, zei Morales.
Gedurende de eerste 180 dagen van de nieuwe ‘Plurinationale Wetgevende Vergadering’ [zoals het Boliviaanse parlement heet] moeten vijf fundamentele wetten goedgekeurd worden, waarbij de nieuwe Grondwet voorschrijft dat hiervoor tweederde van de stemmen in het parlement nodig is. De wetten hebben onder meer betrekking op het kiesrecht, de rechterlijke macht en decentralisatie. Morales maakte duidelijk dat de weg vrij is om wetten goed te keuren nu de regeringspartij de absolute meerderheid van de parlementszetels heeft en benadrukte het belang van de nieuwe Grondwet in het kader van de veranderingen.
De eerste maatregel van verandering, die de regering op 22 januari 2006 heeft genomen, is voortgekomen uit de democratische en culturele revolutie.
“Vandaag heeft Bolivia opnieuw een democratische roeping, en beleeft het een democratische en culturele revolutie, ten dienste van het volk. Opnieuw maakt Bolivia geschiedenis, dankzij dit bewustzijn onder het Boliviaanse volk. Wat het volk vandaag heeft gezien, is hoe vooruitgang geboekt kan worden, dóór het volk en vóór het volk”, sprak de herkozen leider.
Recordhoge opkomst
De opkomst bij deze verkiezingen overtrof alle verwachtingen: maar liefst 93,9 procent van de officieel geregistreerde kiesgerechtigden heeft zijn stem uitgebracht. Nog nooit eerder was sprake van zo’n hoge opkomst sinds het land een democratie kent. De recordhoge opkomst laat zien dat het democratisch systeem een steeds groter draagvlak heeft onder de bevolking. Overigens lag het opkomstpercentage in de stedelijke gebieden iets lager dan op het platteland.
Het is de eerste keer in Bolivia dat er bij de verkiezingen gebruik is gemaakt van een zogenaamde biometrische kiezerslijst, waarop meer dan 5,1 miljoen kiesgerechtigden geregistreerd stonden.
Vreedzaam verloop
Internationale waarnemers van onder andere de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), de Europese Unie en de Zuid-Amerikaanse douane-unie MERCOSUR spraken van een democratische houding en inspiratie onder de Boliviaanse bevolking. De voorzitter van de waarnemersmissie van de OAS, de Colombiaan Horacio Serpa, sprak van een “hoge graad van democratische zuiverheid” bij de algemene verkiezingen. De 124 vertegenwoordigers van de OAS wezen op de massale en vreedzame stembusgang van het Boliviaanse volk in alle uithoeken van het land.
Ook de voorzitter van de waarnemersmissie van de EU, de Roemeense Europarlementariër Renate Weber, benadrukte de vreedzaamheid waarmee de verkiezingen hebben plaatsgevonden; daarnaast wees zij op het nieuwe stemsysteem en de deelname van in het buitenland woonachtige Bolivianen.
De veertien leden tellende delegatie van MERCOSUR sprak bij monde van voorzitter Florisvaldo Fier over de hoge opkomst. “Het nieuwe biometrische systeem, dat door de Nationale Kiesraad is ingevoerd, was een blijk van vooruitgang en een garantie voor transparante verkiezingen, een aantal foutjes van de organisatie daargelaten, die niet van invloed waren op een normaal verloop van het verkiezingsproces”, aldus de internationaal waarnemer.
Bij deze algemene verkiezingen hebben de Bolivianen, zowel op het platteland als in de steden, weer eens bewezen dat zij vierkant achter de democratie staan en ingrijpende veranderingen toejuichen.
Bron alainet.org
“Dit is niet alleen een zege voor de Bolivianen. Deze overwinning is in wezen een rechtvaardige erkenning, gericht aan presidenten, aan regeringen, aan anti-imperialistische volken”, sprak president Evo Morales Ayma van de ‘Plurinationale Staat’ Bolivia bij het behalen van een historische, overweldigende 63 procent van de stemmen bij de algemene verkiezingen, die op 6 december 2009 gehouden zijn.
De onbetwistbare steun van het Boliviaanse volk aan Morales Ayma vertaalt zich ook in een meerderheid in het nieuwe Boliviaanse parlement: Morales’ politieke partij MAS (Beweging Naar Socialisme) komt zowel in de Senaat als in de Kamer van Afgevaardigden op tweederde van de zetels.
Van de andere kandidaten behaalde Manfred Reyes Villa van de PPB (Plan van Vooruitgang voor Bolivia) 27 procent van de stemmen en kwamen Samuel Doria Medina van de UN (Nationale Unie) en René Joaquino van de Sociale Bond (AS) op respectievelijk slechts 7 en 3 procent van de stemmen. De overige kandidaten bleven steken op minder dan één procent.
Vier jaar geleden won de MAS de algemene verkiezingen met 53,7 procent van de stemmen.
In zijn toespraak tot het volk riep de herkozen president de verslagen oppositie op om “samen te werken in het belang van Bolivia”. “Ik doe een oproep aan gezaghebbers die niet willen samenwerken met Evo, aan burgemeesters, aan burgers, aan ondernemers, aan sceptische intellectuelen, om Bolivia te dienen… Laten zij de handen ineenslaan voor het Boliviaanse volk, omdat wij hier de cultuur van de dialoog kennen”, benadrukte hij.
De MAS behaalde een overduidelijke overwinning in de departementen La Paz (78,0%), Oruro (77.3%), Potosí (74,9%), Cochabamba (67,6%), Tarija (48,6%) en Chuquisaca (53,1%). De PPB van Reyes Villa won in Beni (53,7%), Pando (47,5%) en Santa Cruz (53,2%). In de steden van de vier landen waar Bolivaanse ingezetenen voor het eerst mochten stemmen (Argentinië, Brazilië, de VS en Spanje) behaalde de MAS eveneens een meerderheid van de stemmen.
Oppostiekandidaat Manfred Reyes Villa was duidelijk aangeslagen door de verkiezingsnederlaag en gaf geen gehoor aan de oproep van Morales om samen te werken met de regering. Hij erkende dat de nederlaag van de oppositiepartijen te wijten is aan het feit dat zij niet in staat zijn geweest met een politiek plan naar buiten te komen. “Ze hebben niet begrepen dat nationale belangen voorrang hebben op persoonlijke belangen. We hebben gezien dat deze fragmentatie in vijf departementen in het voordeel was van de regeringspartij”, aldus Reyes Villa.
Veranderingsproces
Als leider van de MAS zei Morales dat het parlement, nu zijn partij daarin de absolute meerderheid heeft, verplicht is om de veranderingen, die de regering sinds vier jaar stimuleert, versneld door te voeren. “We staan voor de immense taak om het land ingrijpender en sneller te veranderen. Als we meer dan tweederde van de zetels in zowel de Senaat als de Kamer van Afgevaardigden hebben, ben ik verplicht om vaart te zetten achter de veranderingen”, zei Morales.
Gedurende de eerste 180 dagen van de nieuwe ‘Plurinationale Wetgevende Vergadering’ [zoals het Boliviaanse parlement heet] moeten vijf fundamentele wetten goedgekeurd worden, waarbij de nieuwe Grondwet voorschrijft dat hiervoor tweederde van de stemmen in het parlement nodig is. De wetten hebben onder meer betrekking op het kiesrecht, de rechterlijke macht en decentralisatie. Morales maakte duidelijk dat de weg vrij is om wetten goed te keuren nu de regeringspartij de absolute meerderheid van de parlementszetels heeft en benadrukte het belang van de nieuwe Grondwet in het kader van de veranderingen.
De eerste maatregel van verandering, die de regering op 22 januari 2006 heeft genomen, is voortgekomen uit de democratische en culturele revolutie.
“Vandaag heeft Bolivia opnieuw een democratische roeping, en beleeft het een democratische en culturele revolutie, ten dienste van het volk. Opnieuw maakt Bolivia geschiedenis, dankzij dit bewustzijn onder het Boliviaanse volk. Wat het volk vandaag heeft gezien, is hoe vooruitgang geboekt kan worden, dóór het volk en vóór het volk”, sprak de herkozen leider.
Recordhoge opkomst
De opkomst bij deze verkiezingen overtrof alle verwachtingen: maar liefst 93,9 procent van de officieel geregistreerde kiesgerechtigden heeft zijn stem uitgebracht. Nog nooit eerder was sprake van zo’n hoge opkomst sinds het land een democratie kent. De recordhoge opkomst laat zien dat het democratisch systeem een steeds groter draagvlak heeft onder de bevolking. Overigens lag het opkomstpercentage in de stedelijke gebieden iets lager dan op het platteland.
Het is de eerste keer in Bolivia dat er bij de verkiezingen gebruik is gemaakt van een zogenaamde biometrische kiezerslijst, waarop meer dan 5,1 miljoen kiesgerechtigden geregistreerd stonden.
Vreedzaam verloop
Internationale waarnemers van onder andere de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), de Europese Unie en de Zuid-Amerikaanse douane-unie MERCOSUR spraken van een democratische houding en inspiratie onder de Boliviaanse bevolking. De voorzitter van de waarnemersmissie van de OAS, de Colombiaan Horacio Serpa, sprak van een “hoge graad van democratische zuiverheid” bij de algemene verkiezingen. De 124 vertegenwoordigers van de OAS wezen op de massale en vreedzame stembusgang van het Boliviaanse volk in alle uithoeken van het land.
Ook de voorzitter van de waarnemersmissie van de EU, de Roemeense Europarlementariër Renate Weber, benadrukte de vreedzaamheid waarmee de verkiezingen hebben plaatsgevonden; daarnaast wees zij op het nieuwe stemsysteem en de deelname van in het buitenland woonachtige Bolivianen.
De veertien leden tellende delegatie van MERCOSUR sprak bij monde van voorzitter Florisvaldo Fier over de hoge opkomst. “Het nieuwe biometrische systeem, dat door de Nationale Kiesraad is ingevoerd, was een blijk van vooruitgang en een garantie voor transparante verkiezingen, een aantal foutjes van de organisatie daargelaten, die niet van invloed waren op een normaal verloop van het verkiezingsproces”, aldus de internationaal waarnemer.
Bij deze algemene verkiezingen hebben de Bolivianen, zowel op het platteland als in de steden, weer eens bewezen dat zij vierkant achter de democratie staan en ingrijpende veranderingen toejuichen.
Bron alainet.org
Tuesday, December 8, 2009
Debat over verkiezingen in Bolivia – 6 december, Amsterdam
Op zondagavond 6 december organiseerden stichting Ojalá (www.ojala.nl) en stichting Chakana (www.chakana.nl) in Amsterdam een debatavond over de verkiezingen in Bolivia.
De avond werd geopend door een introductie van de Boliviaanse ambassadeur in Nederland, Roberto Calzadilla, die zich richtte op de vooruitgangen die Bolivia heeft geboekt, met name wat betreft de rechten van de inheemse bevolking en nationaliseringen van bedrijven (o.a. communicatie en olie). Deze introductie werd gevolgd door presentaties van de vier sprekers, namelijk Ton Salman -antropoloog aan de Vrije Universiteit-, Maja Haanskorf -hoofdredactrice van La Chispa-, Ria Hulsman -programmamedewerker bij HIVOS, en Sergei van Diemen -Boliviaanse Nederlander-.
De positieve en kritische punten van de sprekers wat betreft de afgelopen ambstperiode van Evo Morales werden gevolgd door een boeiende discussie met het publiek over de uitdagingen voor de toekomst: waar zal de komende 5 jaar door de nieuwe regering aan gewerkt moeten worden? De discussie focuste zich vooral op de relatie tussen economie en ecologie. Hoe is het mogelijk om over te gaan van een economie die gebaseerd is op de exploitatie van primaire producten zoals olie en mijnbouwproducten naar de industrialisatie van deze producten, en daarbij tegelijkertijd rekening te houden met het milieu? Evo Morales richt zich veel op de noodzaak om de Pachamama (Moeder Aarde) te beschermen, maar hoe kan dit gecombineerd worden met de verdere ontwikkeling van de economie?
Ria Hulsman van HIVOS merkte terecht op dat er weinig gesproken wordt over vrouwen: er is in Bolivia nog steeds veel huiselijk geweld tegen vrouwen terwijl er geen goede programma’s zijn om dit tegen te gaan.
Later op de avond werd contact gelegd met de Boliviaanse ambassade in Sppanje om de stemming van de Boliviaanse migranten aldaar te horen. Er bleek 61% voor de MAS gestemd te zijn en 46% voor Manfred Reyes Villa van de PPB. Dit hoge percentage voor de PPB werd door de medewerkster van de ambassade uitgelegd met de argumenten dat er veel middenklasse Bolivianen in Spanje wonen en veel uit de departementen van de 'media luna' waar over het algemeen rechtser gestemd wordt.
Binnenkort een langer verslag van de debatavond op deze site!
Ojalá
De avond werd geopend door een introductie van de Boliviaanse ambassadeur in Nederland, Roberto Calzadilla, die zich richtte op de vooruitgangen die Bolivia heeft geboekt, met name wat betreft de rechten van de inheemse bevolking en nationaliseringen van bedrijven (o.a. communicatie en olie). Deze introductie werd gevolgd door presentaties van de vier sprekers, namelijk Ton Salman -antropoloog aan de Vrije Universiteit-, Maja Haanskorf -hoofdredactrice van La Chispa-, Ria Hulsman -programmamedewerker bij HIVOS, en Sergei van Diemen -Boliviaanse Nederlander-.
De positieve en kritische punten van de sprekers wat betreft de afgelopen ambstperiode van Evo Morales werden gevolgd door een boeiende discussie met het publiek over de uitdagingen voor de toekomst: waar zal de komende 5 jaar door de nieuwe regering aan gewerkt moeten worden? De discussie focuste zich vooral op de relatie tussen economie en ecologie. Hoe is het mogelijk om over te gaan van een economie die gebaseerd is op de exploitatie van primaire producten zoals olie en mijnbouwproducten naar de industrialisatie van deze producten, en daarbij tegelijkertijd rekening te houden met het milieu? Evo Morales richt zich veel op de noodzaak om de Pachamama (Moeder Aarde) te beschermen, maar hoe kan dit gecombineerd worden met de verdere ontwikkeling van de economie?
Ria Hulsman van HIVOS merkte terecht op dat er weinig gesproken wordt over vrouwen: er is in Bolivia nog steeds veel huiselijk geweld tegen vrouwen terwijl er geen goede programma’s zijn om dit tegen te gaan.
Later op de avond werd contact gelegd met de Boliviaanse ambassade in Sppanje om de stemming van de Boliviaanse migranten aldaar te horen. Er bleek 61% voor de MAS gestemd te zijn en 46% voor Manfred Reyes Villa van de PPB. Dit hoge percentage voor de PPB werd door de medewerkster van de ambassade uitgelegd met de argumenten dat er veel middenklasse Bolivianen in Spanje wonen en veel uit de departementen van de 'media luna' waar over het algemeen rechtser gestemd wordt.
Binnenkort een langer verslag van de debatavond op deze site!
Ojalá
Sunday, December 6, 2009
VOORLOPIGE UITSLAGEN BEKEND: MAS WINT MET 62%
Aan het eind van de middag, tegen 7 uur ´s avonds zijn de voorlopige uitslagen bekend:
MAS (Evo Morales): 62%
Convergencia.PP (Manfred Reyes Villa): 23%
UN (Doria Medina): 9%
De andere partijen hebben kleine percentages van de stemmen gehaald. Alleen de AS van René Joaquino heeft in Potosi (de stad waar de kandidaat burgermeester is) een ruime tweede plaats behaald.
In het departement Santa Cruz heeft Convergencia PP méér stemmen behaald dan de MAS (40% vs 33%), maar niet de absolute meerderheid. In de departementen La Paz en Oruro is er een grote meerderheid voor de MAS en worden waarschijnlijk alle senadoren van de MAS. Een aantal prognoses spreken over een meerderheid van de MAS in 7 van de 9 departementen, wat betekent dat Evo Morales ook Tarija en Beni veroverd zou hebben en daarmee de traditionele "halve maan" doorbreekt.
Het is een belangrijk streven voor de MAS om de absolute meerderheid in de Senaat te behalen en het lijkt erop dat dat kan lukken.
ZIE VOOR FOTOS: http://bolivia-aquel-pais.blogspot.com/
MAS (Evo Morales): 62%
Convergencia.PP (Manfred Reyes Villa): 23%
UN (Doria Medina): 9%
De andere partijen hebben kleine percentages van de stemmen gehaald. Alleen de AS van René Joaquino heeft in Potosi (de stad waar de kandidaat burgermeester is) een ruime tweede plaats behaald.
In het departement Santa Cruz heeft Convergencia PP méér stemmen behaald dan de MAS (40% vs 33%), maar niet de absolute meerderheid. In de departementen La Paz en Oruro is er een grote meerderheid voor de MAS en worden waarschijnlijk alle senadoren van de MAS. Een aantal prognoses spreken over een meerderheid van de MAS in 7 van de 9 departementen, wat betekent dat Evo Morales ook Tarija en Beni veroverd zou hebben en daarmee de traditionele "halve maan" doorbreekt.
Het is een belangrijk streven voor de MAS om de absolute meerderheid in de Senaat te behalen en het lijkt erop dat dat kan lukken.
ZIE VOOR FOTOS: http://bolivia-aquel-pais.blogspot.com/
Verkiezingen van start gegaan
om 7 uur vanochtend opende de voorzitter van het Corte Nacional Electoral Antonio Costas in aanwezigheid van vicepresident Alvaro Garcia Linera de verkiezingen voor geopend. Het verkiezingsorgaan heeft veel kritiek te verduren gehad de afgelopen weken, en Costas ging die niet uit de weg in zijn toespraak. " Al die critici hebben geen idee in hoe weinig tijd wij het biometrisch register hebben moeten uitvoeren en de inheemse autonomieën moeten opnemen. Maar dit is een betrouwbaar register en al het materiaal is goed verspreid over de kantoren." Hiermee gaf Costas aan dat dus voor hem de beschuldigingen over het register nu afgedaan zijn. Ook riep hij het volk op om met hun stem bij te dragen aan de democratie van Bolivia en confrontaties te voorkomen.
Bijzonder van deze verkiezingen is dat er maar liefst 60.000 Bolivianen vandaag zullen stemmen in Spanje, Argentinië, Brazilië en de Verenigde Staten.
Er zijn vele internationale observatiemissies aanwezig, o.a. van de OEA en de Europese Unie. De voorzitter van deze missies gaf vanochtend aan dat alles normaal verloopt. " Er zijn wat kleine fraude beschuldigingen hier en daar maar dat is zo in alle verkiezingen en wij zullen die goed onderzoeken."
Ondertussen hebben al vele duizenden Bolvianen hun stem uitgebracht. In de stemkantoors in El Alto valt op dat er meer mensen stemmen dan normaal gesproken. Dit is waarschijnlijk te danken aan het nieuwe register, waarin veel mensen zijn opgenomen die eerder niet stemden omdat ze geen identiteitsbewijs hadden.
Bijzonder van deze verkiezingen is dat er maar liefst 60.000 Bolivianen vandaag zullen stemmen in Spanje, Argentinië, Brazilië en de Verenigde Staten.
Er zijn vele internationale observatiemissies aanwezig, o.a. van de OEA en de Europese Unie. De voorzitter van deze missies gaf vanochtend aan dat alles normaal verloopt. " Er zijn wat kleine fraude beschuldigingen hier en daar maar dat is zo in alle verkiezingen en wij zullen die goed onderzoeken."
Ondertussen hebben al vele duizenden Bolvianen hun stem uitgebracht. In de stemkantoors in El Alto valt op dat er meer mensen stemmen dan normaal gesproken. Dit is waarschijnlijk te danken aan het nieuwe register, waarin veel mensen zijn opgenomen die eerder niet stemden omdat ze geen identiteitsbewijs hadden.
Saturday, December 5, 2009
Finale in zicht voor de algemene verkiezingen in Bolivia
Alle peilingen door privébedrijven, politieke bedrijven en de Noord-Amerikaanse ambassade verzekeren dat de algemene verkiezingen van 6 december gewonnen zullen worden door de kandidaat van de Movimiento al Socialismo(MAS) en huidig president van Bolivia, Evo Morales Ayma. De vraag is of de MAS het vermogen heeft om twee derde van de toekomstige wetgevende macht te behalen, of dat de oppositie de mogelijkheid krijgt het nieuwe regeringsbeleid te blokkeren.
De verschillende peilingbureaus zeggen over de opkomst van de stemmers tot vandaag, dat de MAS-kandidaat met 40 punten een aanzienlijke voorsprong heeft op de andere kandidaten Manfred Reyes Villa van het Plan Progreso para Bolivia (PPB) en Samuel Doria Medina van de Unidad Nacional (UN). De mogelijkheid van een tweede verkiezingsronde wordt volledig uitgesloten. De rest van de kandidaten kan niet op veel steun rekenen: René Joaquino van de Alianza Social (AS) behaalt nauwelijks 3% van de stemmen en Alejo Véliz van de Pueblos por la Soberanía (PULSO), Ana María Flores van de Movimiento Social Patriótica (MUSPA), Román Loayza van GENTE en Rime Choquehuanca van de Bolivia Social Democrática (BSD) zouden nog niet eens 1% behalen.
Morales Ayma verklaarde tijdens de sluiting van zijn campagne in Sucre: “De ‘groentjes’ van de dictatuur beschuldigen me ervan dat ik totalitair ben en een dictator, maar MAS is wel de enige partij die met meer dan 50% van de stemmen won. Toch komt er nu een referendum over mijn functioneren, maar in plaats van me uit mijn functie te zetten, word ik nu juist erkend. Degenen die me uit mijn functie wilden zetten worden dat nu zelf. Het is schaamteloos dat dit soort mensen nu kandidaat zijn voor het presidentschap”.
De huidige vicepresident van Bolivia, Álvaro García, verzekerde in een televisie-interview dat als het Boliviaanse volk de verkiezingen wint, Morales Ayma en hijzelf niet meer deel zullen nemen aan het referendum van 2015. “President Evo en ik verzoeken alleen nog 5 jaar door te mogen gaan en daar zetten we ons voor in, maar dit maatschappelijk project, en dat zeg ik in alle eerlijkheid, is een project dat nog decennia in beslag zal nemen”, voegde hij toe.
Gebieden van de oppositie
De meerderheid van de peilingen bevestigt dat de MAS, in tegenstelling tot de oppositiepartijen, wettelijke vertegenwoordigers zal hebben in de 9 departementen van Bolivia. De MAS zou zelfs overtuigend winnen in 6 departementen: La Paz, Oruro, Potosí, Cochabamba, Chuquisaca en Tarija en strijden om de macht met de PPB in Pando, Santa Cruz en Beni, departementen van de tegenstanders, die beschouwd worden als onderdeel van de ‘halve maan’. Met name in deze departementen -vooral in Santa Cruz- sloot de MAS verbonden met tegenstanders die voorheen behoorden tot de Unión Juvenil Cruceñista, barras bravas van Blooming, Oriente Petrolero en zelfs met veiligheidsmensen van de huidige prefect Rubén Costas.
De afgevaardigde van autonome regio’s in Santa Cruz, Helena Argirakis, zette haar vraagtekens bij het verbond dat de MAS sloot met ex-leden van de Unión Juvenil Cruceñista: strijdkrachten van de cruceño-gemeenschap en verantwoordelijk voor verschillende geweldsdaden. “We mogen het rampzalige verleden van dit soort groepen niet vergeten; ze achtervervolgden de boeren om ze in elkaar te slaan. Niet om ze simpelweg verbaal te beledigen, maar ook om openbare instituten in te nemen”, verklaarde Argirakis.
In tegenstelling tot voorgaande jaren, wordt de huidige verkiezingscampagne gekenmerkt door politiek verraad, een tekort aan voorstellen, schaarse debatten en het ontbreken van strategie.
Vierhonderdduizend inwoners geobserveerd
Voor de eerste keer wordt er bij deze verkiezingen gebruik gemaakt van een biometrische kieslijst die gebaseerd is op biologische kenmerken van de stemmers. De kieslijst betekent een vooruitgang, maar ook reden tot verontrusting vanwege het observeren van meer dan vierhonderdduizend inwoners, die uitgesloten kunnen worden van stemmen tijdens de verkiezingen als ze hun documenten niet op tijd in orde hebben. Er zijn meer dan vijf miljoen Bolivianen die bevoegd zijn om te stemmen.
Evo Morales uit zijn bezorgdheid over het Kiesorgaan: “Ik denk dat het Kiesorgaan helaas probeert rechts te dienen. Denkt u eraan dat rechts geen verkiezingen wilde, niet wilde dat er een tijdelijke kieswet werd goedgekeurd en nu ook niet naar de verkiezingen willen. Ze waren bang voor de oude kieslijst, maar zijn dat nu ook weer voor de nieuwe en het is verdacht dat het Kiesorgaan een conflict probeert uit te lokken door meer dan vierhonderdduizend Bolivianen te observeren. Ik heb het gevoel dat ze willen dat dit conflict uitmondt in het opschorten van de verkiezingen”, aldus het staatshoofd.
Over het handelen van het Kiesorgaan zegt de oppositie dat er een grote fraude wordt voorbereid en dat daarom de verkiezingen uitgesteld zouden moeten worden, terwijl de regering ervoor zorgt dat de bevolking zonder problemen kan stemmen.
Voorstellen voor de toekomst
De oppositiepartijen, die steeds meer fragmenteren, hebben geen duidelijke programma’s, hebben geen voorstellen ingediend, en bieden weinig visie. De MAS, echter, heeft het Boliviaanse volk een programma gepresenteerd dat pretendeert het veranderingsproces te verdiepen.
De 11 pilaren voor de volgende regering richt zich op het verstevigen van de democratie. De partij wil dit bereiken door justitie vrij te maken van politisering door middel van het kiezen van rechters en magistraten; politieke en economische gelijkheid na te streven waardoor alle inwoners van Bolivia toegang krijgen tot hogere functies of leningen; het autonome proces te verstevigen waarbinnen vier niveaus van decentralisatie gegarandeerd worden (departementaal, regionaal, gemeentelijk en inheems); industrialisatie van natuurlijke hulpbronnen verder te ontwikkelen (m.n. koolwaterstof, elektrische energie, lithium, mineralen, staal) en de communicatie binnen Bolivia te verbeteren.
Verder is de MAS voornemens steun te verlenen aan het klein-, midden- en grootbedrijf; een diploma te ontwikkelen voor de technische middelbare school om de opleiding van middelbare scholieren te kwalificeren; maatschappelijke bescherming te bieden volgens het programma ‘nul armoede’, een algemene ziektekostenverzekering aan te bieden, huisvesting voor gehuwden via een lening of subsidie te garanderen, medische hulp in de provincies beter te organiseren en de bonussen Juana Azurduy, Renta Dignidad en Juancito Pinto te verbeteren.
De MAS heeft ook voorgesteld om soevereiniteit op het gebied van levensmiddelen te waarborgen, zodat het land zelf het totaal aan basisvoedingsmiddelen kan produceren met subsidie van de staat; de negen hoofdsteden van de departementen en de 331 gemeenten met elkaar te verbinden door middel van geasfalteerde snelwegen; en veiligheid in de stad te vergroten door middel van de versterking van het politieapparaat en de strengere straffen op te leggen.
Met de verkiezingsfinale in zicht, heeft Bolivia twee toekomstmogelijkheden: terugkeren naar het neoliberale verleden, of een verdieping van het veranderingsproces………..
Bron: ALAI AMLATINA
De verschillende peilingbureaus zeggen over de opkomst van de stemmers tot vandaag, dat de MAS-kandidaat met 40 punten een aanzienlijke voorsprong heeft op de andere kandidaten Manfred Reyes Villa van het Plan Progreso para Bolivia (PPB) en Samuel Doria Medina van de Unidad Nacional (UN). De mogelijkheid van een tweede verkiezingsronde wordt volledig uitgesloten. De rest van de kandidaten kan niet op veel steun rekenen: René Joaquino van de Alianza Social (AS) behaalt nauwelijks 3% van de stemmen en Alejo Véliz van de Pueblos por la Soberanía (PULSO), Ana María Flores van de Movimiento Social Patriótica (MUSPA), Román Loayza van GENTE en Rime Choquehuanca van de Bolivia Social Democrática (BSD) zouden nog niet eens 1% behalen.
Morales Ayma verklaarde tijdens de sluiting van zijn campagne in Sucre: “De ‘groentjes’ van de dictatuur beschuldigen me ervan dat ik totalitair ben en een dictator, maar MAS is wel de enige partij die met meer dan 50% van de stemmen won. Toch komt er nu een referendum over mijn functioneren, maar in plaats van me uit mijn functie te zetten, word ik nu juist erkend. Degenen die me uit mijn functie wilden zetten worden dat nu zelf. Het is schaamteloos dat dit soort mensen nu kandidaat zijn voor het presidentschap”.
De huidige vicepresident van Bolivia, Álvaro García, verzekerde in een televisie-interview dat als het Boliviaanse volk de verkiezingen wint, Morales Ayma en hijzelf niet meer deel zullen nemen aan het referendum van 2015. “President Evo en ik verzoeken alleen nog 5 jaar door te mogen gaan en daar zetten we ons voor in, maar dit maatschappelijk project, en dat zeg ik in alle eerlijkheid, is een project dat nog decennia in beslag zal nemen”, voegde hij toe.
Gebieden van de oppositie
De meerderheid van de peilingen bevestigt dat de MAS, in tegenstelling tot de oppositiepartijen, wettelijke vertegenwoordigers zal hebben in de 9 departementen van Bolivia. De MAS zou zelfs overtuigend winnen in 6 departementen: La Paz, Oruro, Potosí, Cochabamba, Chuquisaca en Tarija en strijden om de macht met de PPB in Pando, Santa Cruz en Beni, departementen van de tegenstanders, die beschouwd worden als onderdeel van de ‘halve maan’. Met name in deze departementen -vooral in Santa Cruz- sloot de MAS verbonden met tegenstanders die voorheen behoorden tot de Unión Juvenil Cruceñista, barras bravas van Blooming, Oriente Petrolero en zelfs met veiligheidsmensen van de huidige prefect Rubén Costas.
De afgevaardigde van autonome regio’s in Santa Cruz, Helena Argirakis, zette haar vraagtekens bij het verbond dat de MAS sloot met ex-leden van de Unión Juvenil Cruceñista: strijdkrachten van de cruceño-gemeenschap en verantwoordelijk voor verschillende geweldsdaden. “We mogen het rampzalige verleden van dit soort groepen niet vergeten; ze achtervervolgden de boeren om ze in elkaar te slaan. Niet om ze simpelweg verbaal te beledigen, maar ook om openbare instituten in te nemen”, verklaarde Argirakis.
In tegenstelling tot voorgaande jaren, wordt de huidige verkiezingscampagne gekenmerkt door politiek verraad, een tekort aan voorstellen, schaarse debatten en het ontbreken van strategie.
Vierhonderdduizend inwoners geobserveerd
Voor de eerste keer wordt er bij deze verkiezingen gebruik gemaakt van een biometrische kieslijst die gebaseerd is op biologische kenmerken van de stemmers. De kieslijst betekent een vooruitgang, maar ook reden tot verontrusting vanwege het observeren van meer dan vierhonderdduizend inwoners, die uitgesloten kunnen worden van stemmen tijdens de verkiezingen als ze hun documenten niet op tijd in orde hebben. Er zijn meer dan vijf miljoen Bolivianen die bevoegd zijn om te stemmen.
Evo Morales uit zijn bezorgdheid over het Kiesorgaan: “Ik denk dat het Kiesorgaan helaas probeert rechts te dienen. Denkt u eraan dat rechts geen verkiezingen wilde, niet wilde dat er een tijdelijke kieswet werd goedgekeurd en nu ook niet naar de verkiezingen willen. Ze waren bang voor de oude kieslijst, maar zijn dat nu ook weer voor de nieuwe en het is verdacht dat het Kiesorgaan een conflict probeert uit te lokken door meer dan vierhonderdduizend Bolivianen te observeren. Ik heb het gevoel dat ze willen dat dit conflict uitmondt in het opschorten van de verkiezingen”, aldus het staatshoofd.
Over het handelen van het Kiesorgaan zegt de oppositie dat er een grote fraude wordt voorbereid en dat daarom de verkiezingen uitgesteld zouden moeten worden, terwijl de regering ervoor zorgt dat de bevolking zonder problemen kan stemmen.
Voorstellen voor de toekomst
De oppositiepartijen, die steeds meer fragmenteren, hebben geen duidelijke programma’s, hebben geen voorstellen ingediend, en bieden weinig visie. De MAS, echter, heeft het Boliviaanse volk een programma gepresenteerd dat pretendeert het veranderingsproces te verdiepen.
De 11 pilaren voor de volgende regering richt zich op het verstevigen van de democratie. De partij wil dit bereiken door justitie vrij te maken van politisering door middel van het kiezen van rechters en magistraten; politieke en economische gelijkheid na te streven waardoor alle inwoners van Bolivia toegang krijgen tot hogere functies of leningen; het autonome proces te verstevigen waarbinnen vier niveaus van decentralisatie gegarandeerd worden (departementaal, regionaal, gemeentelijk en inheems); industrialisatie van natuurlijke hulpbronnen verder te ontwikkelen (m.n. koolwaterstof, elektrische energie, lithium, mineralen, staal) en de communicatie binnen Bolivia te verbeteren.
Verder is de MAS voornemens steun te verlenen aan het klein-, midden- en grootbedrijf; een diploma te ontwikkelen voor de technische middelbare school om de opleiding van middelbare scholieren te kwalificeren; maatschappelijke bescherming te bieden volgens het programma ‘nul armoede’, een algemene ziektekostenverzekering aan te bieden, huisvesting voor gehuwden via een lening of subsidie te garanderen, medische hulp in de provincies beter te organiseren en de bonussen Juana Azurduy, Renta Dignidad en Juancito Pinto te verbeteren.
De MAS heeft ook voorgesteld om soevereiniteit op het gebied van levensmiddelen te waarborgen, zodat het land zelf het totaal aan basisvoedingsmiddelen kan produceren met subsidie van de staat; de negen hoofdsteden van de departementen en de 331 gemeenten met elkaar te verbinden door middel van geasfalteerde snelwegen; en veiligheid in de stad te vergroten door middel van de versterking van het politieapparaat en de strengere straffen op te leggen.
Met de verkiezingsfinale in zicht, heeft Bolivia twee toekomstmogelijkheden: terugkeren naar het neoliberale verleden, of een verdieping van het veranderingsproces………..
Bron: ALAI AMLATINA
Boliviaanse gemeenschap in Zweden houdt symbolische verkiezingen
In het kader van de verkiezingen van 6 december houden Boliviaanse ingezetenen in Zweden zaterdag 5 december in acht steden symbolische verkiezingen. Fedbol, de Federale Bond voor Bolivianen in Zweden en lokale steungroepen steunen hiermee de Boliviaanse gemeenschap tijdens de veranderingen die in Bolivia plaatsvinden sinds Evo Morales president is.
Volgens de algemeen secretaris van de bond, René Zegarra zal de opkomst bij deze symbolische verkiezingen groot zijn. De Boliviaanse steungroep in Stockholm informeerde dat er ook een speciale stembus zal zijn voor symbolische verkiezingen door de Latijns-Amerikaanse gemeenschap en door degenen die de Boliviaanse democratie steunen. Voor de Bolivianen zijn deze symbolische verkiezingen niets meer dan een roep om het constitutionele kiesrecht, dat door de Boliviaanse Senaat wordt tegengehouden. De Fedbol en de steungroepen hebben echter al tijdens twee eerdere verkiezingsperiodes symbolische verkiezingen gehouden.
De Federale Bond voor Bolivianen, die meer dan 25 jaar geleden is opgericht, heeft sinds de verkiezing van Evo als eerste inheemse president van Bolivia, haar activiteiten om de diverse Boliviaanse sectoren nader tot elkaar te brengen, flink uitgebreid. Jorge Cuenca Carvajal van de Steungroep voor Bolivia zegt dat deze symbolische verkiezingen een protest zijn van de Boliviaanse ingezetenen tegen de beperkingen op het constitutionele recht om te kiezen, en een democratische oefening om een president en vicepresident te kiezen voor de Nieuwe Plurinationale Staat.
De resultaten van deze symbolische verkiezingen zullen door Fedbol voorafgaand aan de echte verkiezingen van 6 december verstuurd worden naar het Plurinationaal Verkiezingsorgaan (OEP) en diverse media. Op 6 december zullen een aantal Boliviaanse groeperingen via (Spaanstalige) radioprogramma’s de verkiezingen in Bolivia op de voet volgen en daarnaast lezingen en muziek- en dansvoorstellingen organiseren.
Na deze “verkiezingen” van zaterdag wordt een massale tocht naar Kopenhagen georganiseerd om op 16 december president Evo Morales te ontvangen die daar deel zal nemen aan de Klimaattop.
Volgens de algemeen secretaris van de bond, René Zegarra zal de opkomst bij deze symbolische verkiezingen groot zijn. De Boliviaanse steungroep in Stockholm informeerde dat er ook een speciale stembus zal zijn voor symbolische verkiezingen door de Latijns-Amerikaanse gemeenschap en door degenen die de Boliviaanse democratie steunen. Voor de Bolivianen zijn deze symbolische verkiezingen niets meer dan een roep om het constitutionele kiesrecht, dat door de Boliviaanse Senaat wordt tegengehouden. De Fedbol en de steungroepen hebben echter al tijdens twee eerdere verkiezingsperiodes symbolische verkiezingen gehouden.
De Federale Bond voor Bolivianen, die meer dan 25 jaar geleden is opgericht, heeft sinds de verkiezing van Evo als eerste inheemse president van Bolivia, haar activiteiten om de diverse Boliviaanse sectoren nader tot elkaar te brengen, flink uitgebreid. Jorge Cuenca Carvajal van de Steungroep voor Bolivia zegt dat deze symbolische verkiezingen een protest zijn van de Boliviaanse ingezetenen tegen de beperkingen op het constitutionele recht om te kiezen, en een democratische oefening om een president en vicepresident te kiezen voor de Nieuwe Plurinationale Staat.
De resultaten van deze symbolische verkiezingen zullen door Fedbol voorafgaand aan de echte verkiezingen van 6 december verstuurd worden naar het Plurinationaal Verkiezingsorgaan (OEP) en diverse media. Op 6 december zullen een aantal Boliviaanse groeperingen via (Spaanstalige) radioprogramma’s de verkiezingen in Bolivia op de voet volgen en daarnaast lezingen en muziek- en dansvoorstellingen organiseren.
Na deze “verkiezingen” van zaterdag wordt een massale tocht naar Kopenhagen georganiseerd om op 16 december president Evo Morales te ontvangen die daar deel zal nemen aan de Klimaattop.
Friday, December 4, 2009
Artikel van MO: Morales op weg naar de overwinning
Dit artikel is afkomstig van de Belgische pagina www.mo.be
Morales op weg naar tweede ambtstermijn
Evo Morales
Copyright: Bolivia
3 december 2009 (MO) - Er kan geen twijfel meer over bestaan dat Evo Morales op 6 december zal herverkozen worden als president van Bolivia. Verschillende peilingen tonen aan dat hij in de eerste ronde al, net als bij zijn eerste verkiezingsoverwinning, meer dan de 50% van de stemmen zou binnenhalen.
De conservatieve oppositie gaat verdeeld en zonder frisse ideeën de verkiezingsstrijd tegemoet. Het actuele Boliviaanse politieke landschap in de aanloop naar de verkiezingen op 6 december is op zijn minst uniek te noemen.
De verzwakte oppositie, die tot 2005 steeds de touwtjes in handen had, toont een gemis aan tactiek en strategieën om de kiezer te kunnen overtuigen. Anderzijds verzekerde het “Evismo” zich de afgelopen vier jaar niet alleen van de macht, maar slaagden zij er bovendien in een nieuw hegemonisch blok op te bouwen, ter vervanging van de traditionele Boliviaanse oligarchie.
Een gefrustreerde oppositie
De rechtse oppositie in Bolivia, dat rake klappen kreeg na de opkomst van Evo Morales, heeft het moeilijk gehad om een collectief politiek project uit te werken in de aanloop naar 6 december. Elitaire groeperingen zagen zich vervreemd van de politieke macht. Vandaag de dag zijn zij niet meer de sectoren die grote invloedsferen kennen. Dit mondde uit in grote psychologische onzekerheid bij deze sectoren die traditioneel steeds de touwtjes in handen hadden.
Ook de meerderheid van de media, gerelateerd aan de oppositie, neemt een ambigue positie in. Enerzijds verwoordt zij de uitlatingen van de radicale vleugel van de oppositie, als zou Bolivia onder Evo veranderd zijn in een dictatuur. Deze radicale vleugel wordt geleid door Manfred Reyes Villa, de ex-prefect van Cochabamba, die na een verloren vertrouwensreferendum in 2008 de laan werd uitgestuurd.
Om zijn anti-dictatoriaal discours kracht bij te zetten, koos Reyes Villa als metgezel Leopoldo Fernández, ex-prefect van Pando. Fernández is verantwoordelijk voor ‘Het bloedbad van Porvenir’, tegen arme boeren die sympathiseerden met Evo Morales, op 11 september 2008. Een twintigtal onschuldig protesterende sympathisanten werden toen vermoord op het bevel van Fernández.
Anderzijds vertegenwoordigen de media het gematigdere blok, geleid door zakenman Samuel Doria Medina. Dit gematigdere blok benadrukt steeds Bolivia als “productief land”.
Zelfmoordstrategieën
Het rechtse tweeluik zou zondag volgens peilingen uitkomen op zo’n 20%, terwijl Evo Morales binnen alle peilingen de 50% ver overstijgt.
Het discours van de twee oppositiekandidaten registreert de moeilijkheid van rechts om een campagnestrategie en een discours uit te werken dat kan strijden met het project van Evo Morales. De nederlaag van de oppositie, die opkomt voor autonomie, geleid door de rijke, overwegend blanke stad Santa Cruz, is ondertussen uitgemond in verscheidene zelfmoordstrategieën zoals het bezetten van instituties, valse beschuldigingen aan het adres van de regering en de betrachting om paramilitaire groeperingen op te richten.
De actuele verkiezingscontext toont bovendien aan dat zij erg verdeeld zijn en meer bezorgd zijn over de lokale verkiezingen in 2010, dan de nationale verkiezingen op 6 december.
Niet alles is rooskleurig in Evoland
De afgelopen vier ambtsjaren van Evo Morales hebben voor vele, traditioneel gemarginaliseerde bevolkingssectoren veel hoop gebracht. Voor het eerst in de geschiedenis voelen vele mensen zich vertegenwoordigt door hun president en voelen zij zich deel uitmakend van een nationaal politiek project. Ondanks deze hoop, wachten vele sectoren nog steeds op concrete resultaten.
Zo blijft, ondanks de grote vooruitgang in de uitbouw van een sterke staat, de productiviteit sterk gericht op de ontginning van grondstoffen. De 2,1% in groei van het BBP in het eerste semester van 2009 was te wijten aan een groei van ruim 50% binnen de mijnsector.
Het hedendaagse veranderingsproces krijgt zo te maken met een traditioneel Boliviaans probleem: de onmacht een eigen industrie uit te bouwen. Deze onmacht vormt de oorzaak van een constant gevoel van frustratie. De Boliviaanse staat weet immers dat het op korte termijn praktisch onmogelijk is om efficiënt de genationaliseerde economie te sturen, omwille van het gemis aan een nationaal wetenschappelijk-technologisch draagvlak om deze doeleinden te bereiken.
Onderwijs
De afwezigheid van een educatief project is een andere aderlating van de actuele regering. De afgelopen vier jaar bekleedden vier verschillende ministers de post van minister van onderwijs. Bovendien werden geen diepgaande en duurzame educatieve hervormingen uitgewerkt.
De alfabetiseringscampagne met de Cubaanse methode Yo sí puedo, internetcentra in landelijke dorpen, de meer controversiële inheemse universiteiten, en de Bono Juancito Pinto, een subsidie voor schoolgaande kinderen, verbergen hierbij de afwezigheid van een reële educatieve aanpak niet. Dit is op zijn minst verrassend te noemen, aangezien de regering zichzelf aanduidt als “democratisch en cultureel revolutionair”.
Gelijkaardige gebreken vindt men in het gezondheidszorgbeleid. Er bestaat nog steeds geen coherente visie met betrekking tot de universele toegang tot en de decommercialisering van de gezondheidszorg. De openbare ziekenhuizen zijn nog steeds niet gratis. De aanwezigheid van Cubaanse dokters heeft wel gezorgd voor een positieve invloed, maar is evenwel een pleister op een open wonde.
Uitdagingen in de toekomst
Evo Morales staat aan de vooravond van zijn hoogstwaarschijnlijke tweede ambtstermijn voor grote uitdagingen. De eerder geformuleerde uitlatingen van de conservatieve oppositie, gecombineerd met het sterk ideologisch gekleurde discours van de post-neoliberale regering van Evo Morales, hebben de afgelopen jaren in Bolivia een illusie gecreërd als zou er een revolutie plaatsvinden.
De grootste uitdaging zal er voor hem dan ook uit bestaan het échte institutionele en economische model te definiëren waar hij de herstichting van het land wil op baseren. Door de verzwakte rechtse oppositie, die veel minder op de loer zal liggen, zal het land evenwel minder gepolariseerd zijn. President Morales zal deze kansen met beide handen moeten grijpen, om zijn “democratische en culturele revolutie” in een concreet toekomstproject te gieten.
Auteur: Frederik Van Buyten.
Morales op weg naar tweede ambtstermijn
Evo Morales
Copyright: Bolivia
3 december 2009 (MO) - Er kan geen twijfel meer over bestaan dat Evo Morales op 6 december zal herverkozen worden als president van Bolivia. Verschillende peilingen tonen aan dat hij in de eerste ronde al, net als bij zijn eerste verkiezingsoverwinning, meer dan de 50% van de stemmen zou binnenhalen.
De conservatieve oppositie gaat verdeeld en zonder frisse ideeën de verkiezingsstrijd tegemoet. Het actuele Boliviaanse politieke landschap in de aanloop naar de verkiezingen op 6 december is op zijn minst uniek te noemen.
De verzwakte oppositie, die tot 2005 steeds de touwtjes in handen had, toont een gemis aan tactiek en strategieën om de kiezer te kunnen overtuigen. Anderzijds verzekerde het “Evismo” zich de afgelopen vier jaar niet alleen van de macht, maar slaagden zij er bovendien in een nieuw hegemonisch blok op te bouwen, ter vervanging van de traditionele Boliviaanse oligarchie.
Een gefrustreerde oppositie
De rechtse oppositie in Bolivia, dat rake klappen kreeg na de opkomst van Evo Morales, heeft het moeilijk gehad om een collectief politiek project uit te werken in de aanloop naar 6 december. Elitaire groeperingen zagen zich vervreemd van de politieke macht. Vandaag de dag zijn zij niet meer de sectoren die grote invloedsferen kennen. Dit mondde uit in grote psychologische onzekerheid bij deze sectoren die traditioneel steeds de touwtjes in handen hadden.
Ook de meerderheid van de media, gerelateerd aan de oppositie, neemt een ambigue positie in. Enerzijds verwoordt zij de uitlatingen van de radicale vleugel van de oppositie, als zou Bolivia onder Evo veranderd zijn in een dictatuur. Deze radicale vleugel wordt geleid door Manfred Reyes Villa, de ex-prefect van Cochabamba, die na een verloren vertrouwensreferendum in 2008 de laan werd uitgestuurd.
Om zijn anti-dictatoriaal discours kracht bij te zetten, koos Reyes Villa als metgezel Leopoldo Fernández, ex-prefect van Pando. Fernández is verantwoordelijk voor ‘Het bloedbad van Porvenir’, tegen arme boeren die sympathiseerden met Evo Morales, op 11 september 2008. Een twintigtal onschuldig protesterende sympathisanten werden toen vermoord op het bevel van Fernández.
Anderzijds vertegenwoordigen de media het gematigdere blok, geleid door zakenman Samuel Doria Medina. Dit gematigdere blok benadrukt steeds Bolivia als “productief land”.
Zelfmoordstrategieën
Het rechtse tweeluik zou zondag volgens peilingen uitkomen op zo’n 20%, terwijl Evo Morales binnen alle peilingen de 50% ver overstijgt.
Het discours van de twee oppositiekandidaten registreert de moeilijkheid van rechts om een campagnestrategie en een discours uit te werken dat kan strijden met het project van Evo Morales. De nederlaag van de oppositie, die opkomt voor autonomie, geleid door de rijke, overwegend blanke stad Santa Cruz, is ondertussen uitgemond in verscheidene zelfmoordstrategieën zoals het bezetten van instituties, valse beschuldigingen aan het adres van de regering en de betrachting om paramilitaire groeperingen op te richten.
De actuele verkiezingscontext toont bovendien aan dat zij erg verdeeld zijn en meer bezorgd zijn over de lokale verkiezingen in 2010, dan de nationale verkiezingen op 6 december.
Niet alles is rooskleurig in Evoland
De afgelopen vier ambtsjaren van Evo Morales hebben voor vele, traditioneel gemarginaliseerde bevolkingssectoren veel hoop gebracht. Voor het eerst in de geschiedenis voelen vele mensen zich vertegenwoordigt door hun president en voelen zij zich deel uitmakend van een nationaal politiek project. Ondanks deze hoop, wachten vele sectoren nog steeds op concrete resultaten.
Zo blijft, ondanks de grote vooruitgang in de uitbouw van een sterke staat, de productiviteit sterk gericht op de ontginning van grondstoffen. De 2,1% in groei van het BBP in het eerste semester van 2009 was te wijten aan een groei van ruim 50% binnen de mijnsector.
Het hedendaagse veranderingsproces krijgt zo te maken met een traditioneel Boliviaans probleem: de onmacht een eigen industrie uit te bouwen. Deze onmacht vormt de oorzaak van een constant gevoel van frustratie. De Boliviaanse staat weet immers dat het op korte termijn praktisch onmogelijk is om efficiënt de genationaliseerde economie te sturen, omwille van het gemis aan een nationaal wetenschappelijk-technologisch draagvlak om deze doeleinden te bereiken.
Onderwijs
De afwezigheid van een educatief project is een andere aderlating van de actuele regering. De afgelopen vier jaar bekleedden vier verschillende ministers de post van minister van onderwijs. Bovendien werden geen diepgaande en duurzame educatieve hervormingen uitgewerkt.
De alfabetiseringscampagne met de Cubaanse methode Yo sí puedo, internetcentra in landelijke dorpen, de meer controversiële inheemse universiteiten, en de Bono Juancito Pinto, een subsidie voor schoolgaande kinderen, verbergen hierbij de afwezigheid van een reële educatieve aanpak niet. Dit is op zijn minst verrassend te noemen, aangezien de regering zichzelf aanduidt als “democratisch en cultureel revolutionair”.
Gelijkaardige gebreken vindt men in het gezondheidszorgbeleid. Er bestaat nog steeds geen coherente visie met betrekking tot de universele toegang tot en de decommercialisering van de gezondheidszorg. De openbare ziekenhuizen zijn nog steeds niet gratis. De aanwezigheid van Cubaanse dokters heeft wel gezorgd voor een positieve invloed, maar is evenwel een pleister op een open wonde.
Uitdagingen in de toekomst
Evo Morales staat aan de vooravond van zijn hoogstwaarschijnlijke tweede ambtstermijn voor grote uitdagingen. De eerder geformuleerde uitlatingen van de conservatieve oppositie, gecombineerd met het sterk ideologisch gekleurde discours van de post-neoliberale regering van Evo Morales, hebben de afgelopen jaren in Bolivia een illusie gecreërd als zou er een revolutie plaatsvinden.
De grootste uitdaging zal er voor hem dan ook uit bestaan het échte institutionele en economische model te definiëren waar hij de herstichting van het land wil op baseren. Door de verzwakte rechtse oppositie, die veel minder op de loer zal liggen, zal het land evenwel minder gepolariseerd zijn. President Morales zal deze kansen met beide handen moeten grijpen, om zijn “democratische en culturele revolutie” in een concreet toekomstproject te gieten.
Auteur: Frederik Van Buyten.
Thursday, December 3, 2009
Evo, Manfred en Samuel sluiten hun campagnes af met massale bijeenkomsten en verdubbelen hun propaganda op tv.
De drie kandidaten die volgens de peilingen de meeste kans maken op het presidentschap beginnen aan de afsluiting van hun verkiezingscampagnes met massale bijeenkomsten. MAS, de socialistische beweging van Evo Morales, organiseert massabijeenkomsten onder de bevolking van zijn politieke tegenstanders in de laaglanden; de Alianza Consenso de Unidad Nacional van Samuel Doria Medina spant zich in om zoveel mogelijk stemmen aan rivaal Manfred Reyes Villa te ontfutselen, die met zijn PPB-Convergencia Nacional nu al zeker is van zijn overwinning in het departement Santa Cruz. Met nog een week te gaan, intensiveren de kandidaten en hun tegenstanders hun propagandabombardement via de massamedia. De zakenman Doria Medina sloot zijn campagne af in Oruro en Potosí en Reyes Villa deed hetzelfde in Bermejo, Caraparí, Villamontes en Yacuiba.
Reyes Villa is er zeker van dat hij in Santa Cruz over drie senatoren zal beschikken met een verwachte steun van 50% volgens de peilingen van Ipsos, Captura, Greenberg en Global-Red. Maar, het bedrijf Track kent twee senatoren toe aan PBB-Convergencia en twee aan MAS, terwijl Equipos Mori berekent dat PPB- Convergencia twee senatoren zal krijgen en MAS en de UN-CP ieder een. Evo Morales sloot zijn campagne af in Cobija(hoofdstad van Pando) en in Guayaramerín, in het district Beni. Hij verwacht een grote verassing in Beni, “ niet alleen het winnen van de verkiezingen, maar ook de garantie van tweederde aan senatoren en gedeputeerden”. Vicepresidentskandidaat Álvaro García Linera sloot eveneens zijn campagne af in de gemeente van Santa Rosa en Santa Cruz waar hij een financiering bestemd voor openbare werken achterliet voor de gemeenschappen van Portachuelo, Loma Alta, Los Andes, San Luis, Pulpito, 2 de agosto en anderen.
De rijst-, mais- en graanproducenten van de Andesbevolking, op ongeveer 30 km afstand van Santa Rosa , verzochten hem in 2008 een snelweg aan te leggen. Afgelopen vrijdag overhandigde de machthebber hen een door drie ministers ondertekende resolutie, die vergunning verleent voor de aanleg, het asfalteren en het plaveien van 125 km snelweg en bovendien de bouw van drie bruggen met een investering van 49 miljoen bolivianos. Volgens Garcia trok de regering voor alleen de snelwegen in Santa Cruz iets meer dan 2,8 miljoen bolivianos uit; slechts een derde deel van de totale investering door het Boliviaanse Wegenbeheer.
Verbaasd en aangenaam verrast door de hoge opkomst, sloten Evo Morales en García Linera ook hun campagne af in Sucre. Toen we in 2005 onze campagne beëindigden hadden we slechts een derde deel van dit bezoekersaantal; nu zijn er duizenden inwoners uit Sucre en Chuquisaca gekomen, onderstreepte Morales. “De afgelopen twee jaar werd er een campagne gevoerd om het volk van ons af te keren; het was een vule campagne van personen met een giftig brein en een donker hart, die verdeeldheid wilde zaaien tussen de regering en de bevolking van Sucre maar beetje bij beetje verloren de leugens aan kracht”, aldus de vicepresident in zijn toespraak. “Ze verzonnen van alles, beschuldigden de regering ervan dat ze tegen privébezit was en verspreidden foldertjes waarin stond dat de regering het privébezit zou afnemen. Dit alles gebeurde twee jaar geleden en nu in november 2009 noemen we deze campagnevoerders leugenaars, want de vraag is duidelijk: hebben wij ook maar iemand een huis of vervoermiddel afgenomen? Twee jaar later noemen we deze mensen leugenaars omdat de CPE en de regering volledig respect hebben voor het bezit, respect hebben voor het huis van de persoon die dat zelf bouwde, respect voor de auto, het busje, de vervoermiddelen die ze door hun eigen inzet mogen bezitten”, beweert García Linera. “Ze hebben ons er ook van beschuldigd dat we tegen de regering waren en voerden campagne om de bevolking wijs te maken dat we de kerken gingen sluiten. Welke kerk hebben we dan gesloten en welke religie hebben we vervolgd? Voor het eerst in 189 jaar respecteert, garandeert en eerbiedigt de CPE juist diversiteit in godsdienst”, onderstreept de kandidaat.
“Ze probeerden zo een valse scheiding tot stand te brengen, vielen onze afgevaardigden aan; sloegen en achtervolgden ze, zoals vroeger gebeurde met de christenen. Onze vertegenwoordigers in de stad en op het platteland moesten zich verschuilen, ze de andere wang toekeren en het racisme en de vernederingen verdragen. Dat deed ons pijn omdat hier duistere figuren achterzaten en deze acties niet van Sucre uitgingen”.
Volgens de vicepresident stond ene Branko Marinkovic aan het hoofd van dit oproer van de oppositie. Dezelfde persoon die de zogenaamde leiders van Sucre aanstuurde en ze vast en zeker ook betaalde. Hij was degene die buitenlandse huursoldaten contracteerde om de president te vermoorden en Bolivia te verdelen. “Sucre werd bedrogen door deze zogenaamde leiders, de van een zakenman afhankelijke schooiers, maar de waarheid komt altijd boven en daarom roepen we hier een halt toe aan degenen die Sucre zo hebben beschadigd, achteruitgesteld en geruïneerd”.
García Linera vroeg de inwoners van Sucre om op 6 december te zeggen dat er geen plaats is voor racisten, separatisten en landverraders; dat Sucre aan het veranderen is en de democratie en gelijkheid tussen boeren, zelfstandigen, studenten en inlanders verdedigt. “We moeten winnen met vier senatoren in Chuquisaca, zodat deze kleine groep het zwijgen wordt opgelegd en kan verdwijnen in de vuilnisbak van onze geschiedenis”, riep de vicepresident. President Morales haalt aan dat rechts en de neoliberalen om zelfbestuur vroegen en dat dit nu gegarandeerd wordt in de Grondwet. “Daarna vroegen ze ons om de goedkeuring van normen met twee derde en nu zeg ik tegen het fascistische rechts dat we twee derde in het Congres zullen behalen”. "De ‘groentjes’ van de dictatuur beschuldigen me ervan dat ik totalitair ben en een dictator, maar MAS is wel de enige partij die met meer dan 50% van de stemmen won. Toch komt er nu een referendum over mijn functioneren, maar in plaats van me uit mijn functie te zetten, word ik nu juist erkend. Degenen die me uit mijn functie wilden zetten worden dat nu zelf. Het is schaamteloos dat dit soort mensen znu kandidaat zijn voor het presidentschap”, zegt Morales, zinspelend op Reyes Villa en zijn partner José Luis Paredes.
Bron: ERBOL
Reyes Villa is er zeker van dat hij in Santa Cruz over drie senatoren zal beschikken met een verwachte steun van 50% volgens de peilingen van Ipsos, Captura, Greenberg en Global-Red. Maar, het bedrijf Track kent twee senatoren toe aan PBB-Convergencia en twee aan MAS, terwijl Equipos Mori berekent dat PPB- Convergencia twee senatoren zal krijgen en MAS en de UN-CP ieder een. Evo Morales sloot zijn campagne af in Cobija(hoofdstad van Pando) en in Guayaramerín, in het district Beni. Hij verwacht een grote verassing in Beni, “ niet alleen het winnen van de verkiezingen, maar ook de garantie van tweederde aan senatoren en gedeputeerden”. Vicepresidentskandidaat Álvaro García Linera sloot eveneens zijn campagne af in de gemeente van Santa Rosa en Santa Cruz waar hij een financiering bestemd voor openbare werken achterliet voor de gemeenschappen van Portachuelo, Loma Alta, Los Andes, San Luis, Pulpito, 2 de agosto en anderen.
De rijst-, mais- en graanproducenten van de Andesbevolking, op ongeveer 30 km afstand van Santa Rosa , verzochten hem in 2008 een snelweg aan te leggen. Afgelopen vrijdag overhandigde de machthebber hen een door drie ministers ondertekende resolutie, die vergunning verleent voor de aanleg, het asfalteren en het plaveien van 125 km snelweg en bovendien de bouw van drie bruggen met een investering van 49 miljoen bolivianos. Volgens Garcia trok de regering voor alleen de snelwegen in Santa Cruz iets meer dan 2,8 miljoen bolivianos uit; slechts een derde deel van de totale investering door het Boliviaanse Wegenbeheer.
Verbaasd en aangenaam verrast door de hoge opkomst, sloten Evo Morales en García Linera ook hun campagne af in Sucre. Toen we in 2005 onze campagne beëindigden hadden we slechts een derde deel van dit bezoekersaantal; nu zijn er duizenden inwoners uit Sucre en Chuquisaca gekomen, onderstreepte Morales. “De afgelopen twee jaar werd er een campagne gevoerd om het volk van ons af te keren; het was een vule campagne van personen met een giftig brein en een donker hart, die verdeeldheid wilde zaaien tussen de regering en de bevolking van Sucre maar beetje bij beetje verloren de leugens aan kracht”, aldus de vicepresident in zijn toespraak. “Ze verzonnen van alles, beschuldigden de regering ervan dat ze tegen privébezit was en verspreidden foldertjes waarin stond dat de regering het privébezit zou afnemen. Dit alles gebeurde twee jaar geleden en nu in november 2009 noemen we deze campagnevoerders leugenaars, want de vraag is duidelijk: hebben wij ook maar iemand een huis of vervoermiddel afgenomen? Twee jaar later noemen we deze mensen leugenaars omdat de CPE en de regering volledig respect hebben voor het bezit, respect hebben voor het huis van de persoon die dat zelf bouwde, respect voor de auto, het busje, de vervoermiddelen die ze door hun eigen inzet mogen bezitten”, beweert García Linera. “Ze hebben ons er ook van beschuldigd dat we tegen de regering waren en voerden campagne om de bevolking wijs te maken dat we de kerken gingen sluiten. Welke kerk hebben we dan gesloten en welke religie hebben we vervolgd? Voor het eerst in 189 jaar respecteert, garandeert en eerbiedigt de CPE juist diversiteit in godsdienst”, onderstreept de kandidaat.
“Ze probeerden zo een valse scheiding tot stand te brengen, vielen onze afgevaardigden aan; sloegen en achtervolgden ze, zoals vroeger gebeurde met de christenen. Onze vertegenwoordigers in de stad en op het platteland moesten zich verschuilen, ze de andere wang toekeren en het racisme en de vernederingen verdragen. Dat deed ons pijn omdat hier duistere figuren achterzaten en deze acties niet van Sucre uitgingen”.
Volgens de vicepresident stond ene Branko Marinkovic aan het hoofd van dit oproer van de oppositie. Dezelfde persoon die de zogenaamde leiders van Sucre aanstuurde en ze vast en zeker ook betaalde. Hij was degene die buitenlandse huursoldaten contracteerde om de president te vermoorden en Bolivia te verdelen. “Sucre werd bedrogen door deze zogenaamde leiders, de van een zakenman afhankelijke schooiers, maar de waarheid komt altijd boven en daarom roepen we hier een halt toe aan degenen die Sucre zo hebben beschadigd, achteruitgesteld en geruïneerd”.
García Linera vroeg de inwoners van Sucre om op 6 december te zeggen dat er geen plaats is voor racisten, separatisten en landverraders; dat Sucre aan het veranderen is en de democratie en gelijkheid tussen boeren, zelfstandigen, studenten en inlanders verdedigt. “We moeten winnen met vier senatoren in Chuquisaca, zodat deze kleine groep het zwijgen wordt opgelegd en kan verdwijnen in de vuilnisbak van onze geschiedenis”, riep de vicepresident. President Morales haalt aan dat rechts en de neoliberalen om zelfbestuur vroegen en dat dit nu gegarandeerd wordt in de Grondwet. “Daarna vroegen ze ons om de goedkeuring van normen met twee derde en nu zeg ik tegen het fascistische rechts dat we twee derde in het Congres zullen behalen”. "De ‘groentjes’ van de dictatuur beschuldigen me ervan dat ik totalitair ben en een dictator, maar MAS is wel de enige partij die met meer dan 50% van de stemmen won. Toch komt er nu een referendum over mijn functioneren, maar in plaats van me uit mijn functie te zetten, word ik nu juist erkend. Degenen die me uit mijn functie wilden zetten worden dat nu zelf. Het is schaamteloos dat dit soort mensen znu kandidaat zijn voor het presidentschap”, zegt Morales, zinspelend op Reyes Villa en zijn partner José Luis Paredes.
Bron: ERBOL
Wednesday, December 2, 2009
Verkiezingsorgaan geeft toe, MAS tevreden
Het verkiezingsorgaan OEP (Organo Electoral Plurinacional) heeft dinsdagmiddag besloten om alsnog alle 400.176 kiezer, waarbij onregelmatigheden waren geconstateerd in het register, normaal te laten stemmen. In eerste instantie wilden zij deze kiezers niet laten stemmen, wat veel protest opriep van de regeringspartij MAS. Echter, in een vergadering in Santa Cruz, waarbij alle leden van het orgaan aanwezig, besloten ze in deze verkiezing alle geregistreerde burgers gewoon te laten stemmen.
Vicepresident Alvaro García Linero betuigde namens de regering hun tevredenheid met dit besluit. Hij bekritiseerde de oppositie, die deze problemen aangrepen om de regering van verkiezingsfraude te beschuldigen. Ook president Evo Morales gaf aan dat de fraude beschuldigingen wanhoopskreten zijn van een oppositie die weet dat zij komende zondag geen schijn van kans maakt.
Zo'n 5 miljoen Bolivianesn zullen zondag stemmen voor de president, de vice-president en de 166 leden van de Asamblea Legislativa Plurinacional, het nieuwe congres van Bolivia. Ook zullen de departamenten La Paz, Oruro, Cochabamba, Potosí, Chuquisaca en Gran Chaco en zo'n 10 inheemse gemeenten stemmen over hun automonie status.
Vicepresident Alvaro García Linero betuigde namens de regering hun tevredenheid met dit besluit. Hij bekritiseerde de oppositie, die deze problemen aangrepen om de regering van verkiezingsfraude te beschuldigen. Ook president Evo Morales gaf aan dat de fraude beschuldigingen wanhoopskreten zijn van een oppositie die weet dat zij komende zondag geen schijn van kans maakt.
Zo'n 5 miljoen Bolivianesn zullen zondag stemmen voor de president, de vice-president en de 166 leden van de Asamblea Legislativa Plurinacional, het nieuwe congres van Bolivia. Ook zullen de departamenten La Paz, Oruro, Cochabamba, Potosí, Chuquisaca en Gran Chaco en zo'n 10 inheemse gemeenten stemmen over hun automonie status.
Friday, November 27, 2009
Ibarnegaray verzoekt ongelukkige fout bij opstelling kiezerslijst toe te geven
Roxana Ibarnegaray, lid van het Plurinationaal Verkiezingsorgaan (OEP), verzocht afgelopen donderdag om toe te geven dat er fouten zijn gemaakt bij de opstelling van de zogenoemde biometrische kiezerslijst en benadrukte daarbij dat in het Boliviaanse bevolkingsregister 5.089.142 burgers staan ingeschreven.
“De foutief opgestelde kiezerslijst is veroorzaakt door de ongelukkige opgave van 5,3 miljoen personen, ik zeg ongelukkig omdat deze opgave gedaan is door een lid van de Kiesraad; de voorzitter van het OEP komt met een vergelijkbaar aantal ingeschrevenen en dat aantal klopt niet”, aldus Ibarnegaray op Red Erbol.
Ze benadrukte dat bij de goedkeuring van een volledig onjuist getal niet is nagedacht over de gevolgen die dit heeft voor een zuiveringsproces van de kiezerslijst, een proces waarbij de lijst van stemgerechtigde burgers geleidelijk wordt opgesteld alvorens te worden gesloten.
De gezaghebber hoopt dat de opinie vanuit de politiek over de biometrische kiezerslijst het proces in de aanloop naar de verkiezingen van 6 december niet zal schaden en verzekerde dat het OEP zijn transparante werk zal voortzetten tot aan de verkiezingen van 6 december aanstaande. “Degenen die durven te oordelen en twijfel te zaaien in verkiezingstijd zijn het niet waard om deel te nemen aan het meest democratiche proces waaraan de Bolivaanse burgers ooit hebben kunnen deelnemen”, zegt Ibarnegaray.
Het juiste aantal ingeschreven burgers is 5.089.142 en niet 5,3 miljoen, en het juiste aantal is volgens Ibarnegaray “niet toegenomen en ook niet gezuiverd”, waarbij ze refereerde aan de 300 duizend vals ingeschreven burgers.
Senator Roger Pinto van de centrum-rechtse partij PODEMOS (Poder Democrático Social) maakte duidelijk dat er bezorgdheid bestaat over de biometrische kiezerslijst; vooral in Pando is het aantal ingeschreven burgers ineens met praktisch 30 procent toegenomen in vergelijking met de laatste verkiezingsperiode. “Op een gegeven moment werd gezegd dat er op sommige plaatsen al een aantal personen waren ingeschreven, merkte Pinto op. De senator is van mening dat de officiële uitslagen die de verkiezingseenheid ná de zuivering van de kiezerslijst zal presenteren afgewacht moeten worden om het definitieve aantal stemmen te bepalen.
“De foutief opgestelde kiezerslijst is veroorzaakt door de ongelukkige opgave van 5,3 miljoen personen, ik zeg ongelukkig omdat deze opgave gedaan is door een lid van de Kiesraad; de voorzitter van het OEP komt met een vergelijkbaar aantal ingeschrevenen en dat aantal klopt niet”, aldus Ibarnegaray op Red Erbol.
Ze benadrukte dat bij de goedkeuring van een volledig onjuist getal niet is nagedacht over de gevolgen die dit heeft voor een zuiveringsproces van de kiezerslijst, een proces waarbij de lijst van stemgerechtigde burgers geleidelijk wordt opgesteld alvorens te worden gesloten.
De gezaghebber hoopt dat de opinie vanuit de politiek over de biometrische kiezerslijst het proces in de aanloop naar de verkiezingen van 6 december niet zal schaden en verzekerde dat het OEP zijn transparante werk zal voortzetten tot aan de verkiezingen van 6 december aanstaande. “Degenen die durven te oordelen en twijfel te zaaien in verkiezingstijd zijn het niet waard om deel te nemen aan het meest democratiche proces waaraan de Bolivaanse burgers ooit hebben kunnen deelnemen”, zegt Ibarnegaray.
Het juiste aantal ingeschreven burgers is 5.089.142 en niet 5,3 miljoen, en het juiste aantal is volgens Ibarnegaray “niet toegenomen en ook niet gezuiverd”, waarbij ze refereerde aan de 300 duizend vals ingeschreven burgers.
Senator Roger Pinto van de centrum-rechtse partij PODEMOS (Poder Democrático Social) maakte duidelijk dat er bezorgdheid bestaat over de biometrische kiezerslijst; vooral in Pando is het aantal ingeschreven burgers ineens met praktisch 30 procent toegenomen in vergelijking met de laatste verkiezingsperiode. “Op een gegeven moment werd gezegd dat er op sommige plaatsen al een aantal personen waren ingeschreven, merkte Pinto op. De senator is van mening dat de officiële uitslagen die de verkiezingseenheid ná de zuivering van de kiezerslijst zal presenteren afgewacht moeten worden om het definitieve aantal stemmen te bepalen.
Thursday, November 26, 2009
Termijn voor verzoeken tot schorsing kandidaten loopt zaterdag af
Het Plurinationaal Verkiezingsorgaan (OEP) zal tot 14.00 komende zaterdag de verzoeken tot schorsing van de kandidaten van de algemene verkiezingen van 6 december accepteren. Tot nu toe heeft het OEP zeven verzoeken ontvangen.
In een persbericht laat het OEP weten dat iedere burger kan verzoeken om de schorsing van een kandidaat vanwege het niet voldoen aan de vereisten om kandidaat te zijn voor het (vice)presidentschap of voor een functie als senator of parlementslid; of vanwege het schenden van artikel 123 van de Boliviaanse Kieswet, die als volgt luidt: “Het is geen enkele kandidaat toegestaan om, vanaf het moment van diens inschrijving, programma’s van journalistieke aard te leiden in de media, op straffe van schorsing”.
De Kieswet zegt verder dat voor de aantoning van onbekwaamheid de verzoeker “een daartoe bestemd certificaat moet indienen waaruit het bestaan en de geldigheid van een reden tot schorsing blijkt, welk certificaat door de betreffende autoriteit maximaal tien dagen vóór de indiening daarvan verstrekt is.
Volgens artikel 193 van deze wet zijn “de uitspraken die door de Nationale Kiesraad [CNE] in deze procedures worden gedaan definitief en onherroepbaar.”
Op basis van hetzelfde artikel is het ook mogelijk is om procedures vanwege onbekwaamheid tegen reeds gekozen kandidaten aanhangig te maken vanwege dezelfde redenen, tot vijf dagen na de verkiezingsdatum.
Bron: ERBOL
In een persbericht laat het OEP weten dat iedere burger kan verzoeken om de schorsing van een kandidaat vanwege het niet voldoen aan de vereisten om kandidaat te zijn voor het (vice)presidentschap of voor een functie als senator of parlementslid; of vanwege het schenden van artikel 123 van de Boliviaanse Kieswet, die als volgt luidt: “Het is geen enkele kandidaat toegestaan om, vanaf het moment van diens inschrijving, programma’s van journalistieke aard te leiden in de media, op straffe van schorsing”.
De Kieswet zegt verder dat voor de aantoning van onbekwaamheid de verzoeker “een daartoe bestemd certificaat moet indienen waaruit het bestaan en de geldigheid van een reden tot schorsing blijkt, welk certificaat door de betreffende autoriteit maximaal tien dagen vóór de indiening daarvan verstrekt is.
Volgens artikel 193 van deze wet zijn “de uitspraken die door de Nationale Kiesraad [CNE] in deze procedures worden gedaan definitief en onherroepbaar.”
Op basis van hetzelfde artikel is het ook mogelijk is om procedures vanwege onbekwaamheid tegen reeds gekozen kandidaten aanhangig te maken vanwege dezelfde redenen, tot vijf dagen na de verkiezingsdatum.
Bron: ERBOL
Tuesday, November 17, 2009
Politieke scenario - laatste update
Nu bepaald is welke de belangrijkste partijen voor de verkiezingen van 6 december zijn (MAS, UN, PPB en AS), laat het politieke scenario zien dat het land op het punt staat belangrijke politieke veranderingen te ondergaan; er is sprake van nieuwe ontwikkelingen.
Een van die nieuwe ontwikkelingen is de afwezigheid van de partij Nacionalista Revolucionario (MNR) bij deze verkiezingen. Het is de eerste keer sinds 1942 dat deze partij, die een leidende rol had bij de belangrijke veranderingen in Bolivia (de Nationale Revolutie van 1952 en de Neoliberale hervormingen van 1985) en bondgenoot van militaire, conservatieve regeringen, niet deel zal nemen aan de verkiezingen.
Een andere belangrijke vernieuwing is de afwezigheid van politieke kopstukken die de afgelopen jaren op de kandidaatslijsten van de MAS en de belangrijkste oppositiepartij (PPA) hebben gestaan. In plaats daarvan staan er nieuwe mannelijke en vrouwelijke kandidaten op de lijst. Hierdoor zal in 2010 het Boliviaanse parlement aanmerkelijk minder leden met een (langdurige) parlementaire loopbaan tellen; het nieuwe parlement zal dus een duidelijker afspiegeling zijn van de veranderingen die zich in de Boliviaanse politiek voordoen.
Nu definitief bekend is op welke kandidaten gestemd kan worden, zijn de stemmen volgens de laatste peilingen als volgt verdeeld: 40% voor de herverkiezing van Evo Morales en Álvaro García Linera; 30% zegt niet op Morales te stemmen en nog eens 30% weet het (nog) niet.
De oppositie bestaat duidelijk uit twee kampen: aan de ene kant Manfred Reyes Villa en Leopoldo Fernández (PPB), die voorstander zijn van polarisatie en aan de andere kant Doria Medina (Unión Nacional) en René Joaquino (Alianza Social) die zich in het politieke midden trachten te plaatsen. Deze drie ‘sterke’ kandidaten plus de vier kleinere oppositiepartijen zullen de 30% die niet op de MAS van Morales stemt en de 30% die nog geen besluit heeft genomen, proberen over te halen op hen te stemmen.
(Bron op aanvraag)
Een van die nieuwe ontwikkelingen is de afwezigheid van de partij Nacionalista Revolucionario (MNR) bij deze verkiezingen. Het is de eerste keer sinds 1942 dat deze partij, die een leidende rol had bij de belangrijke veranderingen in Bolivia (de Nationale Revolutie van 1952 en de Neoliberale hervormingen van 1985) en bondgenoot van militaire, conservatieve regeringen, niet deel zal nemen aan de verkiezingen.
Een andere belangrijke vernieuwing is de afwezigheid van politieke kopstukken die de afgelopen jaren op de kandidaatslijsten van de MAS en de belangrijkste oppositiepartij (PPA) hebben gestaan. In plaats daarvan staan er nieuwe mannelijke en vrouwelijke kandidaten op de lijst. Hierdoor zal in 2010 het Boliviaanse parlement aanmerkelijk minder leden met een (langdurige) parlementaire loopbaan tellen; het nieuwe parlement zal dus een duidelijker afspiegeling zijn van de veranderingen die zich in de Boliviaanse politiek voordoen.
Nu definitief bekend is op welke kandidaten gestemd kan worden, zijn de stemmen volgens de laatste peilingen als volgt verdeeld: 40% voor de herverkiezing van Evo Morales en Álvaro García Linera; 30% zegt niet op Morales te stemmen en nog eens 30% weet het (nog) niet.
De oppositie bestaat duidelijk uit twee kampen: aan de ene kant Manfred Reyes Villa en Leopoldo Fernández (PPB), die voorstander zijn van polarisatie en aan de andere kant Doria Medina (Unión Nacional) en René Joaquino (Alianza Social) die zich in het politieke midden trachten te plaatsen. Deze drie ‘sterke’ kandidaten plus de vier kleinere oppositiepartijen zullen de 30% die niet op de MAS van Morales stemt en de 30% die nog geen besluit heeft genomen, proberen over te halen op hen te stemmen.
(Bron op aanvraag)
Friday, November 13, 2009
Linera: Latijns-Amerikaanse regeringen moeten zich voorbereiden op “invasie” VS
De Boliviaanse vicepresident Alvaro García Linera riep afgelopen maandag de regeringen van Latijns Amerika op om zich voor te bereiden op wat hij een militaire invasie van de VS noemt. Dit nadat afgelopen week het akkoord tussen Bogotá en Washington over de installering van Amerikaanse legerbases in Colombia in werking trad. Linera bevestigde tijdens een persconferentie in het Boliviaanse Regeringspaleis dat de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Colombia een invasie van het continent betekent en hij zei te vrezen voor deze situatie omdat het om een akkoord zonder restricties gaat die de Amerikaanse militairen bevoorrecht. “De Amerikaanse aanwezigheid in Colombia is in strikte zin een invasie van het continent. Het gaat om een militaire aanwezigheid zonder enige restrictie, zonder enige vorm van controle en dat maakt mij als Boliviaan bang”, aldus de gezaghebber.
Hij drong er bij de regeringen in de regio op aan om voorbereidingen te treffen tegen deze ‘invasie’ en liet weten dat de Boliviaanse president Evo Morales een noodvergadering bijeen had geroepen van lidstaten van het Latijns-Amerikaanse samenwerkingsverband ALBA om over dit onderwerp te discussiëren. Hij voegde daaraan toe dat de tijdelijke voorzitter van de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties UNASUR ook zoiets zou moeten doen. “Als machthebbers moeten wij ons voorbereiden op de implicaties van een Amerikaanse militaire invasie van het continent. Er moet over gedebatteerd worden; het belangrijkste is dat de Latijns-Amerikanen de ernst van de situatie inzien”, zo benadrukte de Boliviaanse vicepresident.
Bron: ERBOL
Hij drong er bij de regeringen in de regio op aan om voorbereidingen te treffen tegen deze ‘invasie’ en liet weten dat de Boliviaanse president Evo Morales een noodvergadering bijeen had geroepen van lidstaten van het Latijns-Amerikaanse samenwerkingsverband ALBA om over dit onderwerp te discussiëren. Hij voegde daaraan toe dat de tijdelijke voorzitter van de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties UNASUR ook zoiets zou moeten doen. “Als machthebbers moeten wij ons voorbereiden op de implicaties van een Amerikaanse militaire invasie van het continent. Er moet over gedebatteerd worden; het belangrijkste is dat de Latijns-Amerikanen de ernst van de situatie inzien”, zo benadrukte de Boliviaanse vicepresident.
Bron: ERBOL
Morales: VS gebruikt militaire bases voor destabilisatie progressieve regeringen
De Boliviaanse president Evo Morales bevestigde afgelopen maandag dat de militaire bases in Colombia zullen dienen om de progressieve regeringen in de regio te destabiliseren. Hiermee betuigde hij zijn directe steun aan zijn Venezolaanse collega Hugo Chávez, die afgelopen weekend de strijdkrachten van zijn land opriep om zich voor te bereiden op een oorlog met Colombia nadat Washington en Bogotá het akkoord hadden ondertekend. Morales zei tijdens een persconferentie in Cochabamba dat Colombia een militaire basis van de VS was geworden en hij was er zeker van dat het akkoord dat afgelopen weekend in Bogotá door vertegenwoordigers van beide naties is ondertekend een provocatie inhoudt van de Latijns-Amerikaanse landen en van de progressieve regeringen van Midden- en Zuid-Amerika die gekant zijn tegen de politiek van de VS.
“Ik ben zeer bezorgd over het nieuwe verdrag of de overeenkomst tussen Colombia en de VS. Kort gezegd kom ik tot de conclusie dat dit een annexatie van Colombia door de VS inhoudt, het is niet zo dat de VS een militaire basis in Colombia oprichten maar Colombia wordt een militaire basis van de VS”, beweerde Morales. De Boliviaanse president baseerde zijn inschattingen over Colombia op zijn idee dat het akkoord met Washington de Amerikaanse militairen een aantal speciale voorrechten verleent zoals de onschendbaarheid voor het Colombiaanse recht als zij delicten plegen tijdens hun verblijf in die Zuid-Amerikaanse land. “De militaire bases kunnen het continent op geen enkele manier vrede of democratie brengen, integendeel, zij veroorzaken conflicten zoals in Honduras gebeurd is. Zeker is dat ze nu van plan zijn de revolutionaire regeringen van Venezuela, Ecuador, Nicaragua en Bolivia te destabiliseren”, oordeelde Morales.
Bron: ERBOL
“Ik ben zeer bezorgd over het nieuwe verdrag of de overeenkomst tussen Colombia en de VS. Kort gezegd kom ik tot de conclusie dat dit een annexatie van Colombia door de VS inhoudt, het is niet zo dat de VS een militaire basis in Colombia oprichten maar Colombia wordt een militaire basis van de VS”, beweerde Morales. De Boliviaanse president baseerde zijn inschattingen over Colombia op zijn idee dat het akkoord met Washington de Amerikaanse militairen een aantal speciale voorrechten verleent zoals de onschendbaarheid voor het Colombiaanse recht als zij delicten plegen tijdens hun verblijf in die Zuid-Amerikaanse land. “De militaire bases kunnen het continent op geen enkele manier vrede of democratie brengen, integendeel, zij veroorzaken conflicten zoals in Honduras gebeurd is. Zeker is dat ze nu van plan zijn de revolutionaire regeringen van Venezuela, Ecuador, Nicaragua en Bolivia te destabiliseren”, oordeelde Morales.
Bron: ERBOL
Thursday, November 12, 2009
Latijns Amerika opgeschrikt door oorlogsdreiging van Chávez tegen Colombia
Voor het eerst in tien jaar neemt Colombia de oorlogsdreigingen van de Venezolaanse president Hugo Chávez serieus. Het hele continent was in rep en roer toen Chávez op dreigende toon burgers en militairen van zijn land opriep om “zich voor te bereiden op de oorlog” met hun buurland. Het grensgebied met Colombia is een brandhaard geworden zoals nog maar weinig is voorgekomen in de geschiedenis van Venezuela. Dat Chávez´ eigen regering de brandhaard heeft aangestoken, zonder zich te bekommeren om de gevolgen, is een ernstige zaak.
De Colombiaanse president Álvaro Uribe reageerde verontrust en stapte naar de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Veiligheidsraad van de VN “in verband met de oorlogsdreigingen door de regering van Venezuela”. “Colombia heeft geen enkel gebaar van oorlog gemaakt, en zal dit ook niet doen, in de richting van de internationale gemeenschap, en al helemaal niet naar broederlanden”, gaf de Colombiaanse president te kennen in een persbericht. “We gaan geen Berlijnse Muur bouwen om ons van elkaar te scheiden”, zei Uribe drie dagen geleden als antwoord op de dreiging van Chávez om de gemeenschappelijke grens te sluiten. “Onze vaderlanden kunnen niet van elkaar worden gescheiden”, voegde hij eraan toe.
Chávez had zich vrij agressief geuit. “Laten we geen dag verliezen bij deze belangrijke missie: we moeten ons voorbereiden op de oorlog en het volk helpen zich voor te bereiden op de oorlog, want het is de verantwoordelijkheid van ons allen”. Om te benadrukken “dat een gewapend conflict het beste te voorkomen is door erop voorbereid te zijn” riep Chávez de hele samenleving op zich te mobiliseren: “Heer commandant van het militair garnizoen, strijdbataljons, laten we ons ervoor klaar maken; revolutionaire studenten, arbeiders, vrouwen, wees allen klaar om dit heilige vaderland, dat Venezuela heet, te verdedigen.”
Chávez beschuldigde Uribe ervan Colombia te hebben “overgedragen” aan de VS, als toespeling op het pas getekende akkoord tussen Bogotá en Washington op grond waarvan het Pentagon zeven militaire bases mag gebruiken op Colombiaans grondgebied. De Colombiaanse leider gaf te kennen dat het akkoord Colombia tot “een extra staat” van de VS zou maken. “Het akkoord is in strijd met de Colombiaanse Grondwet en het internationale recht”, voegde hij eraan toe. Chávez waarschuwde dat “er gepraat moet worden met de grote baas, en daarom zeg ik tegen president Obama: ‘U moet zich niet vergissen want u beveelt een open aanval op Venezuela via Colombia’.”
In Bogotá wordt gezegd dat een voorzichtige bemiddeling door de Braziliaanse president Lula da Silva en de Spaanse premier Rodríguez Zapatero de tijdbom tussen Colombia en Venezuela onschadelijk kan maken. De Colombiaanse pers wijst er opnieuw op dat Zapatero zijn goede diensten heeft aangeboden om de crisis te bezweren. De Colombiaanse minister van buitenlandse zaken, Jaime Bermúdez, vroeg aan Spanje om de gebeurtenissen aan de grens met Venezuela te verifiëren en in het oog te houden.
Het Bogotaanse tijdschrift Semana zegt dat in Colombia “nergens anders over wordt gesproken dan over een mogelijke oorlog met Venezuela”. Een aantal dagen geleden gaf Chávez het belangrijkste bevel tot mobilisering van de strijdkrachten van zijn regeringsperiode. Hij stuurde 15.000 leden van de Nationale Garde naar de aan Colombia grenzende staten (Zulia, Táchira, Amazonas, Bolívar en Apure). Een paar dagen daarvoor sloot hij de grens als reactie op de moord op twee Venezolaanse gardeleden die volgens Caracas door Colombiaanse paramilitairen zou zijn gepleegd. Deze moorden waren een nieuwe schakel in een reeks van gebeurtenissen die getuigen van de ernstige situatie aan de grens, zoals de massamoord twee weken geleden op elf jongeren – waarvan acht Colombianen – in de Venezolaanse grensstaat Táchira. Massale deportaties, gevangenneming van vermoedelijke spionnen en de opruiende retoriek van Chávez hebben de lijst compleet gemaakt.
In zowel Caracas als Bogotá heerst het idee dat de dreigende taal van Chávez op zijn minst gedeeltelijk is ingegeven door de afname van zijn populariteit en door sociale problemen als gevolg van de afsluitingen van elektriciteit en de rantsoenering van water. Tulio Hernández, columnist van de Caraceense krant ‘El Nacional’ zegt dat Chávez als gevolg van zijn verslechterende imago “het land bijeen moet houden en de militarisering moet rechtvaardigen van grensstaten met landen die hem tegenwerken”. Volgens onderzoeksbureau Datanálisis in Caracas “slaat de Venezolaanse regering alarm vanwege de afnemende populariteit van Chávez. (…) Hij moet het contact met het volk vóór de verkiezingen herstellen en neemt een pakket maatregelen om dit te bereiken. De toename van overheidsuitgaven is een deel van deze strategie. Het is niet zo vreemd dat hij dit aanvult met een verbaal grensconflict met Colombia.” Volgens de Colombiaanse ex-viceminister van buitenlands zaken Camilo Reyes “verhult Chávez de lastige interne situatie door te dreigen met een oolog met Colombia. Colombia moet hier uiterst kalm en voorzichtig mee omgaan want dit is een signaal van een situatie die verslechtert in plaats van verbetert.”
Caracas en Bogotá hebben hun betrekkingen sinds eind juli bevroren vanwege een militair akkoord tussen Colombia en de VS. Sindsdien is de bilaterale handel tussen beide landen, die meer dan 7 miljard dollar bedroeg in 2008, ingestort en is de spanning toegenomen, met name rondom de meer dan 2000 kilometer lange grens tussen Venezuela en Colombia. In het grensgebied van de Venzolaanse staat Táchira heeft de politieke crisis ernstige gevolgen vanwege het instorten van de formele en informele handel, waar beide landen afhankelijk van zijn. De spanning tussen Bogotá en Caracas treft meer dan 250.000 mensen die leven van het handelsverkeer tussen het noorden van de Colombiaanse staat Santander en het Venezolaanse Táchira. In september bedroeg de Colombiaanse export naar hun buurland nog maar de helft van wat dit in 2008 is geweest.
Bron: ERBOL
De Colombiaanse president Álvaro Uribe reageerde verontrust en stapte naar de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Veiligheidsraad van de VN “in verband met de oorlogsdreigingen door de regering van Venezuela”. “Colombia heeft geen enkel gebaar van oorlog gemaakt, en zal dit ook niet doen, in de richting van de internationale gemeenschap, en al helemaal niet naar broederlanden”, gaf de Colombiaanse president te kennen in een persbericht. “We gaan geen Berlijnse Muur bouwen om ons van elkaar te scheiden”, zei Uribe drie dagen geleden als antwoord op de dreiging van Chávez om de gemeenschappelijke grens te sluiten. “Onze vaderlanden kunnen niet van elkaar worden gescheiden”, voegde hij eraan toe.
Chávez had zich vrij agressief geuit. “Laten we geen dag verliezen bij deze belangrijke missie: we moeten ons voorbereiden op de oorlog en het volk helpen zich voor te bereiden op de oorlog, want het is de verantwoordelijkheid van ons allen”. Om te benadrukken “dat een gewapend conflict het beste te voorkomen is door erop voorbereid te zijn” riep Chávez de hele samenleving op zich te mobiliseren: “Heer commandant van het militair garnizoen, strijdbataljons, laten we ons ervoor klaar maken; revolutionaire studenten, arbeiders, vrouwen, wees allen klaar om dit heilige vaderland, dat Venezuela heet, te verdedigen.”
Chávez beschuldigde Uribe ervan Colombia te hebben “overgedragen” aan de VS, als toespeling op het pas getekende akkoord tussen Bogotá en Washington op grond waarvan het Pentagon zeven militaire bases mag gebruiken op Colombiaans grondgebied. De Colombiaanse leider gaf te kennen dat het akkoord Colombia tot “een extra staat” van de VS zou maken. “Het akkoord is in strijd met de Colombiaanse Grondwet en het internationale recht”, voegde hij eraan toe. Chávez waarschuwde dat “er gepraat moet worden met de grote baas, en daarom zeg ik tegen president Obama: ‘U moet zich niet vergissen want u beveelt een open aanval op Venezuela via Colombia’.”
In Bogotá wordt gezegd dat een voorzichtige bemiddeling door de Braziliaanse president Lula da Silva en de Spaanse premier Rodríguez Zapatero de tijdbom tussen Colombia en Venezuela onschadelijk kan maken. De Colombiaanse pers wijst er opnieuw op dat Zapatero zijn goede diensten heeft aangeboden om de crisis te bezweren. De Colombiaanse minister van buitenlandse zaken, Jaime Bermúdez, vroeg aan Spanje om de gebeurtenissen aan de grens met Venezuela te verifiëren en in het oog te houden.
Het Bogotaanse tijdschrift Semana zegt dat in Colombia “nergens anders over wordt gesproken dan over een mogelijke oorlog met Venezuela”. Een aantal dagen geleden gaf Chávez het belangrijkste bevel tot mobilisering van de strijdkrachten van zijn regeringsperiode. Hij stuurde 15.000 leden van de Nationale Garde naar de aan Colombia grenzende staten (Zulia, Táchira, Amazonas, Bolívar en Apure). Een paar dagen daarvoor sloot hij de grens als reactie op de moord op twee Venezolaanse gardeleden die volgens Caracas door Colombiaanse paramilitairen zou zijn gepleegd. Deze moorden waren een nieuwe schakel in een reeks van gebeurtenissen die getuigen van de ernstige situatie aan de grens, zoals de massamoord twee weken geleden op elf jongeren – waarvan acht Colombianen – in de Venezolaanse grensstaat Táchira. Massale deportaties, gevangenneming van vermoedelijke spionnen en de opruiende retoriek van Chávez hebben de lijst compleet gemaakt.
In zowel Caracas als Bogotá heerst het idee dat de dreigende taal van Chávez op zijn minst gedeeltelijk is ingegeven door de afname van zijn populariteit en door sociale problemen als gevolg van de afsluitingen van elektriciteit en de rantsoenering van water. Tulio Hernández, columnist van de Caraceense krant ‘El Nacional’ zegt dat Chávez als gevolg van zijn verslechterende imago “het land bijeen moet houden en de militarisering moet rechtvaardigen van grensstaten met landen die hem tegenwerken”. Volgens onderzoeksbureau Datanálisis in Caracas “slaat de Venezolaanse regering alarm vanwege de afnemende populariteit van Chávez. (…) Hij moet het contact met het volk vóór de verkiezingen herstellen en neemt een pakket maatregelen om dit te bereiken. De toename van overheidsuitgaven is een deel van deze strategie. Het is niet zo vreemd dat hij dit aanvult met een verbaal grensconflict met Colombia.” Volgens de Colombiaanse ex-viceminister van buitenlands zaken Camilo Reyes “verhult Chávez de lastige interne situatie door te dreigen met een oolog met Colombia. Colombia moet hier uiterst kalm en voorzichtig mee omgaan want dit is een signaal van een situatie die verslechtert in plaats van verbetert.”
Caracas en Bogotá hebben hun betrekkingen sinds eind juli bevroren vanwege een militair akkoord tussen Colombia en de VS. Sindsdien is de bilaterale handel tussen beide landen, die meer dan 7 miljard dollar bedroeg in 2008, ingestort en is de spanning toegenomen, met name rondom de meer dan 2000 kilometer lange grens tussen Venezuela en Colombia. In het grensgebied van de Venzolaanse staat Táchira heeft de politieke crisis ernstige gevolgen vanwege het instorten van de formele en informele handel, waar beide landen afhankelijk van zijn. De spanning tussen Bogotá en Caracas treft meer dan 250.000 mensen die leven van het handelsverkeer tussen het noorden van de Colombiaanse staat Santander en het Venezolaanse Táchira. In september bedroeg de Colombiaanse export naar hun buurland nog maar de helft van wat dit in 2008 is geweest.
Bron: ERBOL
Monday, November 9, 2009
DECRETO SUPREMO 0335: Voor Moeder Aarde.
Door Gilberto Pauwels
Oruro - Bolivia
Er kwamen tranen van vreugde bij te pas, toen de goedkeuring van het decreet werd bekendgemaakt. Enkele honderden mensen hadden zich reeds opgesteld om van El Alto naar het centrum van La Paz af te dalen. Ze dachten dat men hen eens te meer bedrogen had. Ze waren van Oruro gekomen om hun eis kracht bij te zetten dat het gebied tussen de tinmijn van Huanuni en het Poopó-meer tot milieu-noodgebied zou uitgeroepen worden. Toen ze wilden vertrekken, kwam de minister van milieu, Pablo Ramos, dan toch in een taxi aangereden. Hij kwam vertellen dat, op uitdrukkelijk bevel met president Evo Morales, het voltallige kabinet zopas het decreet ondertekend had.
1. De vraag om het waterbekken van Huanuni tot ecologisch noodgebied uit te roepen is reeds een paar jaar oud. CORIDUP het coordinatie-orgaan van tachtig rurale gemeenschappen die zich door de vervuiling van de mijnbouw benadeeld weten, hield het proces aan de gang via een geduldige dialoog met de verantwoordelijken van de mijn en de regionale en nationale gezagsdragers. In mei beschreven we de grootscheepse inspectie door vertegenwoordigers van verscheidene viceministeries. Een paar weken geleden hadden we het nog over de ontgoocheling wegens het uitblijven van maatregelen en de aankondiging van acties. Een mars op La Paz heeft het beoogde resultaat opgeleverd. Waarom is het dan toch gelukt, vragen velen zich af.
2. De tegenstand kwam de mijnwerkersorganisaties die vrezen dat de afkondiging tot noodgebied tot het sluiten van mijnen zal leiden. Er waren ook (vice)ministers die tegen het decreet in verzet kwamen omdat ze vinden dat de saneringsonkosten van het gebied voor de staat veel te hoog zullen oplopen, vooral gezien dit geval als antecedent kan dienen voor gelijkaardige situaties elders in het land.
3. Maar de omstandigheden waren gunstig. Vorige week kwam de president van Ecuador op bezoek in Huanuni en hij maakte een opmerking over de toch wel verregaande vervuiling door de mijnontginning. En president Evo Morales werd onlangs op wereldvlak tot verdediging van Moeder Aarde uitgeroepen. Felix Laime, president van CORIDUP, speelde daar handig op in. Hij eiste dat de woorden in het buitenland in daden voor eigen volk zouden omgezet worden. De mars werd voorgesteld, niet als een protest tegen de regering, maar als een oproep om het aangekondigde veranderingsproces ook effectief door te voeren. Niet tegen Evo, maar vóór hem, tegen groepen en personen die zijn plannen dwarsbomen. En het lukte. Dat de verkiezingsstrijd intussen is losgebarsten, zal ook wel meegespeeld hebben. De oppositiepers gaf veel ruchtbaarheid aan de protestacties, in de overtuiging dat het op een sisser zou uitlopen en het imago van de president zou aantasten. En dat lukte niet.
4. Het decreet voorziet helemaal niet het sluiten van bedrijven en beperkt zich tot de vier gemeentes in het gebied tussen de mijn en de meren: Huanuni zelf, Machacamarca, El Choro (met Challacollo) en Poopó. De voorziene maarregelen zijn indrukwekkend: het verhinderen van verdere vervuiling door de bouw van dammen, door controle van vroegere mijnafval en waterbeheer; recuperatie van gronden met steun aan landbouw en veeteelt; drinkwater en afvalverwerking voor mijncentra en dorpen; milieu-opvoeding in bedrijven en educatieve centra; gezondheidszorg; onmiddellijke noodhulpverlening; sociale controle op de uitvoering, o.a. door CORIDUP. Zeven ministeries, de prefectuur, de vier gemeentebesturen en het staatsbedrijf COMIBOL zijn bij de uitvoering betrokken. Het betreft een tienjarenplan.
5. De mensen van CORIDUP zijn dolgelukkig en zijn CEPA heel dankbaar, want de brieven, petities, documenten, inspecties, tientallen vergaderingen in Oruro en La Paz, conscientisatie in de dorpen, analyses van gronden en waters, persberichten, artikels, mobilisaties,... waren alleen mogelijk mede dank zij het ononderbroken werk van Limbert, Clemente, Jaime, Jhonny, Norma, Alicia, Eveline,... van CEPA. Wijzelf denken vooral aan die meestal al wat oudere mensen die opstapten naar La Paz, om hun enig bestaansmiddel te redden: de grond en de waters van hun voorouders, Moeder Aarde. En aan de organisaties, groepen en families in het Noorden die CEPA hebben mogelijk gemaakt.
6. Onwillekeurig moet ik denken aan het bijbelse verhaal van de broodvermenigvuldiging. Enkele mensen uit het volk van het Noorden hebben iets aangeboden: zoiets als wat brood en een paar vissen, laat ons zeggen. Daarmee heeft CORIDUP, een volksorganisatie uit het Zuiden een grootscheepse actie voor sociale en milieu-gerechtigheid op gang gebracht voor een ganse streek.
Maar de verantwoordelijkheid waar we nu voor staan is ontzettend groot: zorgen dat dit decreet, een dertig bladzijden tellend document dat we mee hebben opgesteld, geen dode letter blijft. Dat zal eens te meer veel geduld vragen, doorzettingsvermogen, drukkingsmiddelen, desnoods mobilisaties. Maar als we daarmee kunnen bekomen dat de nationale, regionale en lokale besturen aan de noden van een arme en verontrechte bevolking tegemoet komen en hen een betere toekomst mogelijk maken, dan hebben we ons doel bereikt.
Oruro - Bolivia
Er kwamen tranen van vreugde bij te pas, toen de goedkeuring van het decreet werd bekendgemaakt. Enkele honderden mensen hadden zich reeds opgesteld om van El Alto naar het centrum van La Paz af te dalen. Ze dachten dat men hen eens te meer bedrogen had. Ze waren van Oruro gekomen om hun eis kracht bij te zetten dat het gebied tussen de tinmijn van Huanuni en het Poopó-meer tot milieu-noodgebied zou uitgeroepen worden. Toen ze wilden vertrekken, kwam de minister van milieu, Pablo Ramos, dan toch in een taxi aangereden. Hij kwam vertellen dat, op uitdrukkelijk bevel met president Evo Morales, het voltallige kabinet zopas het decreet ondertekend had.
1. De vraag om het waterbekken van Huanuni tot ecologisch noodgebied uit te roepen is reeds een paar jaar oud. CORIDUP het coordinatie-orgaan van tachtig rurale gemeenschappen die zich door de vervuiling van de mijnbouw benadeeld weten, hield het proces aan de gang via een geduldige dialoog met de verantwoordelijken van de mijn en de regionale en nationale gezagsdragers. In mei beschreven we de grootscheepse inspectie door vertegenwoordigers van verscheidene viceministeries. Een paar weken geleden hadden we het nog over de ontgoocheling wegens het uitblijven van maatregelen en de aankondiging van acties. Een mars op La Paz heeft het beoogde resultaat opgeleverd. Waarom is het dan toch gelukt, vragen velen zich af.
2. De tegenstand kwam de mijnwerkersorganisaties die vrezen dat de afkondiging tot noodgebied tot het sluiten van mijnen zal leiden. Er waren ook (vice)ministers die tegen het decreet in verzet kwamen omdat ze vinden dat de saneringsonkosten van het gebied voor de staat veel te hoog zullen oplopen, vooral gezien dit geval als antecedent kan dienen voor gelijkaardige situaties elders in het land.
3. Maar de omstandigheden waren gunstig. Vorige week kwam de president van Ecuador op bezoek in Huanuni en hij maakte een opmerking over de toch wel verregaande vervuiling door de mijnontginning. En president Evo Morales werd onlangs op wereldvlak tot verdediging van Moeder Aarde uitgeroepen. Felix Laime, president van CORIDUP, speelde daar handig op in. Hij eiste dat de woorden in het buitenland in daden voor eigen volk zouden omgezet worden. De mars werd voorgesteld, niet als een protest tegen de regering, maar als een oproep om het aangekondigde veranderingsproces ook effectief door te voeren. Niet tegen Evo, maar vóór hem, tegen groepen en personen die zijn plannen dwarsbomen. En het lukte. Dat de verkiezingsstrijd intussen is losgebarsten, zal ook wel meegespeeld hebben. De oppositiepers gaf veel ruchtbaarheid aan de protestacties, in de overtuiging dat het op een sisser zou uitlopen en het imago van de president zou aantasten. En dat lukte niet.
4. Het decreet voorziet helemaal niet het sluiten van bedrijven en beperkt zich tot de vier gemeentes in het gebied tussen de mijn en de meren: Huanuni zelf, Machacamarca, El Choro (met Challacollo) en Poopó. De voorziene maarregelen zijn indrukwekkend: het verhinderen van verdere vervuiling door de bouw van dammen, door controle van vroegere mijnafval en waterbeheer; recuperatie van gronden met steun aan landbouw en veeteelt; drinkwater en afvalverwerking voor mijncentra en dorpen; milieu-opvoeding in bedrijven en educatieve centra; gezondheidszorg; onmiddellijke noodhulpverlening; sociale controle op de uitvoering, o.a. door CORIDUP. Zeven ministeries, de prefectuur, de vier gemeentebesturen en het staatsbedrijf COMIBOL zijn bij de uitvoering betrokken. Het betreft een tienjarenplan.
5. De mensen van CORIDUP zijn dolgelukkig en zijn CEPA heel dankbaar, want de brieven, petities, documenten, inspecties, tientallen vergaderingen in Oruro en La Paz, conscientisatie in de dorpen, analyses van gronden en waters, persberichten, artikels, mobilisaties,... waren alleen mogelijk mede dank zij het ononderbroken werk van Limbert, Clemente, Jaime, Jhonny, Norma, Alicia, Eveline,... van CEPA. Wijzelf denken vooral aan die meestal al wat oudere mensen die opstapten naar La Paz, om hun enig bestaansmiddel te redden: de grond en de waters van hun voorouders, Moeder Aarde. En aan de organisaties, groepen en families in het Noorden die CEPA hebben mogelijk gemaakt.
6. Onwillekeurig moet ik denken aan het bijbelse verhaal van de broodvermenigvuldiging. Enkele mensen uit het volk van het Noorden hebben iets aangeboden: zoiets als wat brood en een paar vissen, laat ons zeggen. Daarmee heeft CORIDUP, een volksorganisatie uit het Zuiden een grootscheepse actie voor sociale en milieu-gerechtigheid op gang gebracht voor een ganse streek.
Maar de verantwoordelijkheid waar we nu voor staan is ontzettend groot: zorgen dat dit decreet, een dertig bladzijden tellend document dat we mee hebben opgesteld, geen dode letter blijft. Dat zal eens te meer veel geduld vragen, doorzettingsvermogen, drukkingsmiddelen, desnoods mobilisaties. Maar als we daarmee kunnen bekomen dat de nationale, regionale en lokale besturen aan de noden van een arme en verontrechte bevolking tegemoet komen en hen een betere toekomst mogelijk maken, dan hebben we ons doel bereikt.
Friday, November 6, 2009
Regeringsvertegenwoordiger: ‘harde rechts’ komt weer op en vormt eenheid
Het ‘harde’ rechts in Bolivia is niet definitief gebroken en heeft een minder grote nederlaag geleden dan sommigen denken na de nieuwe verbonden van de Socialistische Beweging (MAS) met ex-leden van de Jongerenunie van Santa Cruz (Unión Juvenil Cruceñista) en hooligans, zo bevestigde regeringsvertegenwoordiger in Santa Cruz Elena Argirakis afgelopen zondag.
“Ik geloof absoluut niet dat er sprake is van een definitieve breuk, een ontbinding, en al helemaal geen nederlaag, ik denk dat ze zich onbelemmerd aan het reorganiseren zijn en dat is een ernstige zaak omdat zij in zeker opzicht de nationale politiek hebben omvergeworpen of de centrale regering hebben aangevallen, waarbij ze een eenheid van departementale en gemeentelijke autoriteiten nastreefden”, zo verklaarde Argirakis voor radio-omroep Erbol. Argirakis, politicologe en regionaal vertegenwoordiger van de autonome Boliviaanse regio’s, liet opnieuw haar verontwaardiging blijken over de nieuwe, door de MAS gesloten verbonden met radicale groeperingen die in het verleden met geweld tegen de regering in opstand kwamen.
“Er komt een moment waarop zowel de regering als rechts geen kant meer op kunnen, dus moet er een ontmoeting plaatsvinden van gesprekspartners die een dialoog kunnen aangaan, en daarom ben ik het niet eens met de nieuwe verbonden met ex-unionisten of hooligans, want dat is onethisch, afkeurenswaardig gedrag”, maakte Argirakis duidelijk.
Verder onthulde ze alvast dat volgens de kandidaatslijsten voor de aanstaande verkiezingen van 6 december een officiële polarisatie zal ontstaan in de nieuwe Plurinationale Wetgevende Vergadering, die in januari 2010 wordt opgericht. “Hoewel het evenwicht zal moeten komen uit de regio’s, komt het herstel van het harde rechts ook daarvandaan, dus er ligt een nog onvoltooide taak binnen de regio’s waarop de nationale regering geen enkele invloed op kan uitoefenen”.
Bron: ERBOL
“Ik geloof absoluut niet dat er sprake is van een definitieve breuk, een ontbinding, en al helemaal geen nederlaag, ik denk dat ze zich onbelemmerd aan het reorganiseren zijn en dat is een ernstige zaak omdat zij in zeker opzicht de nationale politiek hebben omvergeworpen of de centrale regering hebben aangevallen, waarbij ze een eenheid van departementale en gemeentelijke autoriteiten nastreefden”, zo verklaarde Argirakis voor radio-omroep Erbol. Argirakis, politicologe en regionaal vertegenwoordiger van de autonome Boliviaanse regio’s, liet opnieuw haar verontwaardiging blijken over de nieuwe, door de MAS gesloten verbonden met radicale groeperingen die in het verleden met geweld tegen de regering in opstand kwamen.
“Er komt een moment waarop zowel de regering als rechts geen kant meer op kunnen, dus moet er een ontmoeting plaatsvinden van gesprekspartners die een dialoog kunnen aangaan, en daarom ben ik het niet eens met de nieuwe verbonden met ex-unionisten of hooligans, want dat is onethisch, afkeurenswaardig gedrag”, maakte Argirakis duidelijk.
Verder onthulde ze alvast dat volgens de kandidaatslijsten voor de aanstaande verkiezingen van 6 december een officiële polarisatie zal ontstaan in de nieuwe Plurinationale Wetgevende Vergadering, die in januari 2010 wordt opgericht. “Hoewel het evenwicht zal moeten komen uit de regio’s, komt het herstel van het harde rechts ook daarvandaan, dus er ligt een nog onvoltooide taak binnen de regio’s waarop de nationale regering geen enkele invloed op kan uitoefenen”.
Bron: ERBOL
Thursday, November 5, 2009
Costas valt zijn vroegere bondgenoten aan
Prefect Rubén Costas bevestigde dat zijn vroegere medewerkers die tot de achterban van de Socialistische Beweging (MAS) behoorden door de regering in de autonomistische beweging geïnfiltreerd waren en dat zij wilden laten zien hoe radicaal deze sector was.
Volgens de hoogste gezagdrager van het departement bevinden er zich nog steeds infiltranten binnen de prefectuur van Santa Cruz; hij sprak zichzelf echter tegen door te beweren dat hij geen van hen kende. Bovendien zei hij dat zowel de ex-functionarissen van de prefectuur als de dissidente unionisten degenen waren die de de vernietigingen en plunderingen van de staatsinstellingen in gang hadden gezet en die nu de nationale en departementale autoriteiten proberen te beschuldigen. “Het is duidelijk dat dit alles volledig gepland is in verband met het geflopte thema terrorisme dat zich nu tegen de regering keert, en nu blijft er voor hen niets anders over dan al hun infiltranten inzetten om de leiders voor zich te winnen”, zo beweerde Costas.
Leonardo Tamburini, directeur van het Sociaal-juridisch Onderzoekscentrum (CEJIS) bevestigde op zijn beurt dat het verbond van de MAS met mensen die deel uitmaken van een “radicale en racistische” sector zijn campagne zal schaden en dat hierdoor een aanzienlijk percentage van zijn stemmen verloren kan gaan. Tamburini wees erop dat de regeringspartij moet opkomen voor mensen die instemmen met het uitgangspunt “geen geweld, geen uitsluiting” en niet voor de radicalen uit het verleden. “Dit zal ertoe leiden dat het volk het voorstel van de MAS afwijst.” “De MAS zal een belangrijk deel van haar achterban en stemmen kwijtraken omdat het tegenstrijdig zou zijn dat mensen stemmen op een politieke partij die campagne voert met dezelfde gewelddadige personen die het volk vorig jaar heeft afgewezen”, benadrukte hij.
Bron: ERBOL
Volgens de hoogste gezagdrager van het departement bevinden er zich nog steeds infiltranten binnen de prefectuur van Santa Cruz; hij sprak zichzelf echter tegen door te beweren dat hij geen van hen kende. Bovendien zei hij dat zowel de ex-functionarissen van de prefectuur als de dissidente unionisten degenen waren die de de vernietigingen en plunderingen van de staatsinstellingen in gang hadden gezet en die nu de nationale en departementale autoriteiten proberen te beschuldigen. “Het is duidelijk dat dit alles volledig gepland is in verband met het geflopte thema terrorisme dat zich nu tegen de regering keert, en nu blijft er voor hen niets anders over dan al hun infiltranten inzetten om de leiders voor zich te winnen”, zo beweerde Costas.
Leonardo Tamburini, directeur van het Sociaal-juridisch Onderzoekscentrum (CEJIS) bevestigde op zijn beurt dat het verbond van de MAS met mensen die deel uitmaken van een “radicale en racistische” sector zijn campagne zal schaden en dat hierdoor een aanzienlijk percentage van zijn stemmen verloren kan gaan. Tamburini wees erop dat de regeringspartij moet opkomen voor mensen die instemmen met het uitgangspunt “geen geweld, geen uitsluiting” en niet voor de radicalen uit het verleden. “Dit zal ertoe leiden dat het volk het voorstel van de MAS afwijst.” “De MAS zal een belangrijk deel van haar achterban en stemmen kwijtraken omdat het tegenstrijdig zou zijn dat mensen stemmen op een politieke partij die campagne voert met dezelfde gewelddadige personen die het volk vorig jaar heeft afgewezen”, benadrukte hij.
Bron: ERBOL
Wednesday, November 4, 2009
Bolivia snelst groeiende economie van Latijns Amerika
Ecuador en Bolivia worden vaak in een adem genoemd -zowel positief als negatief- als het gaat over links-populistische regeringen en hun anti-kapitalistische pogingen om economie te bedrijven. Opzienbarend is dat dit jaar de snelst groeiende economie van Latijns Amerika die van Bolivia is. En ook Ecuador doet het met een groei van 1% niet slecht.
Lees hierover een interessante column op:
http://www.guardian.co.uk/commentisfree/cifamerica/2009/oct/27/bolivia-ecuador-economy
Lees hierover een interessante column op:
http://www.guardian.co.uk/commentisfree/cifamerica/2009/oct/27/bolivia-ecuador-economy
Evo gaat alliantie aan met onafhankelijke ondernemers en hoog-opgeleiden in Tarija
President Evo Morales heeft gepland om komende vrijdag in Tarija een nieuwe alliantie te sluiten met onafhankelijke ondernemers en hoog-opgeleiden uit die regio. Dit meldde Radio Aclo, onderdeel van Radio Erbol. Gedurende een diner zullen de nieuwe allianten een akkoord ondertekenen waarin de ondernemers en hoog-opgeleiden hun ondersteuning uitspreken voor de kandidatuur van Evo Morales voor het presidentschap, bij de verkiezingen van komende 6 december.
Bron: ERBOL
Bron: ERBOL
Tuesday, November 3, 2009
Vertrouwenspersonen Rubén Costas sluiten verbond met MAS
SANTA CRUZ, 27 oktober (Erbol) – De departementale ex-secretaris van de Seguridad Ciudadana (Burgerbeveiliging), Jorge Aldunate Salvatierra, en Edmundo Arias, oud-lid van het beveiligingsteam van prefect Rubén Costas, hebben zich 27 oktober jl. aangesloten bij het plan van de Movimiento Al Socialismo (MAS) (Socialistische Beweging) om president Evo Morales en vicepresident Alvaro García Linera te herverkiezen.
Beide ex-vertrouwenspersonen van Costas werden in de ochtend van 27 oktober in de stad Santa Cruz vertegenwoordigd door de kandidaat voor tweede senator van de regerende partij voor het departement Santa Cruz, Isaac Avalos, die afgelopen week aankondigde dat er nieuwe politieke verrassingen zouden plaatsvinden na een geslaagde toetreding van ex-unionisten aan de verkiezingscampagne van de MAS.
Jorge Aldunate verklaarde voor de radio-omroep Erbol dat hij zijn besluit om zich aan te sluiten bij het plan van de regeringspartij als democratisch beschouwde, en kondigde aan in Santa Cruz een verkiezingscampagne te voeren voor het tweetal Evo-Alvaro.
Hij verklaarde geen ‘masista’ te zijn maar liet duidelijk zijn wens blijken om kandidaat voor de MAS te zijn voor de departementsraad van Santa Cruz bij de prefectuur- en gemeenteraadsverkiezingen van 4 april a.s.
“Het is waarschijnlijk dat ik de kans krijg om kandidaat te zijn voor raadslid, het profiel dat ik heb, ligt op dit vlak omdat ik de prefectuur goed ken. Bovendien gaat de Departementsraad veranderen in een Departementale Vergadering waar een Departementale Wetgevende Macht komt die de Prefect beter gaat controleren”, Aldus Jorge Aldunate.
Beide ex-vertrouwenspersonen van Costas werden in de ochtend van 27 oktober in de stad Santa Cruz vertegenwoordigd door de kandidaat voor tweede senator van de regerende partij voor het departement Santa Cruz, Isaac Avalos, die afgelopen week aankondigde dat er nieuwe politieke verrassingen zouden plaatsvinden na een geslaagde toetreding van ex-unionisten aan de verkiezingscampagne van de MAS.
Jorge Aldunate verklaarde voor de radio-omroep Erbol dat hij zijn besluit om zich aan te sluiten bij het plan van de regeringspartij als democratisch beschouwde, en kondigde aan in Santa Cruz een verkiezingscampagne te voeren voor het tweetal Evo-Alvaro.
Hij verklaarde geen ‘masista’ te zijn maar liet duidelijk zijn wens blijken om kandidaat voor de MAS te zijn voor de departementsraad van Santa Cruz bij de prefectuur- en gemeenteraadsverkiezingen van 4 april a.s.
“Het is waarschijnlijk dat ik de kans krijg om kandidaat te zijn voor raadslid, het profiel dat ik heb, ligt op dit vlak omdat ik de prefectuur goed ken. Bovendien gaat de Departementsraad veranderen in een Departementale Vergadering waar een Departementale Wetgevende Macht komt die de Prefect beter gaat controleren”, Aldus Jorge Aldunate.
Saturday, October 31, 2009
Evo en Correa bestempelen indianen en linksgeoriënteerden als “radicaal”.
Verscheidene sociale bewegingen in Latijns-Amerika zijn bezorgd over de opkomst van het neoliberale ontwikkelingsmodel in “progressieve” ALBA-landen. De pressie en de “overdreven” eisen van indianen en “radicale” en “ongeduldige” linksgeoriënteerden zouden de regeringen van Ecuador en Bolivia kunnen ontwrichten en zelfs golven van rechts geweld kunnen veroorzaken, zoals reeds is gebeurd in Honduras, zo waarschuwen de presidenten Evo Morales en Rafael Correa.
De Latijns-Amerikaanse sociale bewegingen gaan voorop in de wereldwijde strijd voor de bevrijding van de inheemse volken, niet alleen vanwege hun organisatorische vermogen maar vooral vanwege hun sterk gewortelde antikapitalistisch politiek bewustzijn. “Om die reden doen rechts en de autoriteiten een tegenaanval om progressieve regeringen in de regio omver te werpen”, zegt president Morales.
De Latijns-Amerikaanse volksbeweging markeerde afgelopen jaren op straat de toekomstige politiek en economie van vele landen in de regio; nu maakt zij zich sterk voor de gemeenschapseconomie, voor een socialisme waaraan burgers deelnemen en voor zelfbeschikking van de inheemse volken om het hoofd te bieden aan de “kapitalistische burgercrisis”, tijdens de eerste Top van Sociale Bewegingsraden van de ALBA en het Handelsverdrag van de Volken (TCP) die gehouden wordt in Cochabamaba.
Van anarchisten en extreemrechtse groeperingen tot sociaaldemocratische ngo’s die een “humaan” kapitalisme nastreven: allen steunen de ALBA omdat diens principes van solidariteit, samenwerking, diversiteit, gelijkheid, wederkerigheid en het elkaar aanvullen de spil zijn van een nieuw economisch systeem.
“De ALBA steunt het streven van de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische vrouwen om een geïntegreerde maatschappij op te richten vanuit het perspectief dat iedereen meetelt, een maatschappij die de bonte diversiteit van de volken erkent en tot ontwikkeling brengt, en waarbij onrechtvaardigheid en ongelijkheid worden overwonnen. Dit staat in een manifest van een aantal Latijn-Amerikaanse vrouwenorganisaties.
“Wij waarderen het vermogen van de ALBA om een Latijns-Amerikaans project op te starten dat gebaseerd is op belangrijke veranderingen: het socialisme van de 21e eeuw, het voorbeeld van Buen Vivir – Vivir Bien (het Goede Leven – Goed Leven), de verdediging van de onafhankelijkheid, soevereiniteit, zelfbeschikking en identiteit van landen die deel uitmaken van de ALBA en de behartiging van de belangen en de aspiraties van de volken van het Zuiden bij hun strijd tegen de pogingen tot politieke en economische overheersing”, staat te lezen in het Manifest van de vrouwen gericht aan de presidentiële top van de ALBA.
De vrouwen van de regio benadrukken dat voor een versterking van de ALBA “fundamentele veranderingen in het denken, vormgeven, besluiten nemen en verwezenlijken van beleid nodig zijn. Het gaat om het opzetten van een nieuw sociaal voorbeeld dat verder gaat dan het herscheppen van het bestaande voorbeeld. Dit is een uitdaging waarbij alle intelligentie, begrip en vermogen tot dialoog tussen de regeringen van de ALBA-landen en sociale bewegingen op vloeiende en standvastige wijze verenigd moeten worden”.
In dit licht houden de sociale bewegingen van Latijns-Amerikaanse vrouwen “met zorg de opkomst in de gaten van een groeimodel dat gericht is op megaprojecten”, een groeimodel waarmee de volken niet hebben ingestemd en dat inbreuk maakt op hun rechten.
De Latijns-Amerikaanse activisten wijzen op de gigantische infrastructurele projecten zoals de IIRSA waar landen in heel Latijns-Amerika, inclusief de bij de ALBA aangesloten landen, mee worden geconfronteerd. Deze projecten versterken de geïsoleerde economieën die gekenmerkt worden door uitbuiting en roof.
“Deze projecten hebben een enorm impact op de vrouwen, vooral op inheemse vrouwen, brengen hun zelfbeschikking over het voedsel in hun woongebieden in gevaar, en veranderen de geografie, het ecosysteem en het traditionele voedingspatroon. Sommige van deze projecten kunnen leiden tot het leegroven van hulpbronnen in het Amazonegebied en in de tropische bossen van Midden-Amerika”, zegt het manifest dat ondertekend is door REMTE en de CLOC-Vía Campesina.
De laatste weken kwamen in Ecuador massale indianenprotesten op gang tegen het mijnbouwbeleid van Correa en in Bolivia bekritiseerden diverse ngo’s Morales vanwege het stimuleren van olie-exploitatie in inheemse gebieden zonder met de getroffenen te praten.
In alle gevallen bekritiseerden de volksbewegingen hun regeringen vanwege hun beleid dat gericht is op de ontwikkeling van neoliberaal kapitalisme en eisten van hen dat zij zich op ondubbelzinnige wijze opnieuw richten op ontwikkeling die in overeenstemming is met het voorstel van Buen Vivir – Vivir Bien waar ALBA voorvechter van is.
Evo en Correa verdedigen zich
Correa bekritiseerde het “ongeduld” van de indianen in zijn land, het “radicalisme” van linkse pressiegroepen en de houding van sommige ngo’s “die naar onze landen komen om de inheemse volken te indoctrineren”.
Volgens Evo Morales verbieden sommige Europese ngo’s hem om natuurlijke hulpbronnen te exploiteren ten behoeve van het volk en voert aan dat “het niet zo kan zijn dan sommige broeders de speelbal zijn van het imperialisme”, waarmee hij zinspeelt op sociaal-ecologische bewegingen en indianenorganistaties.
Correa benadrukte dat het zeer moeilijk is om gedurende tweeëneenhalf jaar regeren structurele problemen op te lossen; Morales bevestigde op zijn beurt dat het “onmogelijk is om in drie jaar tijd 500 jaar onrechtvaardigheid op te lossen”.
De politieke en economische veranderingen die in de regio op gang zijn gekomen “zijn niet onomkeerbaar; we moeten het gezag niet onderschatten… Wat bereikt is, kan ongedaan worden gemaakt, we moeten voorzichtig zijn omdat rechts opnieuw kan toeslaan en dan kunnen de gebeurtenissen zoals die in Honduras hebben plaatsgevonden zich herhalen”, waarschuwde de Ecuadoraanse president.
De “links-radicalen” stellen steeds meer eisen en met dit ongeduld “lokken zij rechts uit de tent” en “de overdreven eisen vormen de grootste bedreiging voor een vreedzame revolutie”, zei Correa tijdens een ontmoeting met sociale leiders die deelnamen aan de Sociale Top van de ALBA.
De Latijns-Amerikaanse sociale bewegingen gaan voorop in de wereldwijde strijd voor de bevrijding van de inheemse volken, niet alleen vanwege hun organisatorische vermogen maar vooral vanwege hun sterk gewortelde antikapitalistisch politiek bewustzijn. “Om die reden doen rechts en de autoriteiten een tegenaanval om progressieve regeringen in de regio omver te werpen”, zegt president Morales.
De Latijns-Amerikaanse volksbeweging markeerde afgelopen jaren op straat de toekomstige politiek en economie van vele landen in de regio; nu maakt zij zich sterk voor de gemeenschapseconomie, voor een socialisme waaraan burgers deelnemen en voor zelfbeschikking van de inheemse volken om het hoofd te bieden aan de “kapitalistische burgercrisis”, tijdens de eerste Top van Sociale Bewegingsraden van de ALBA en het Handelsverdrag van de Volken (TCP) die gehouden wordt in Cochabamaba.
Van anarchisten en extreemrechtse groeperingen tot sociaaldemocratische ngo’s die een “humaan” kapitalisme nastreven: allen steunen de ALBA omdat diens principes van solidariteit, samenwerking, diversiteit, gelijkheid, wederkerigheid en het elkaar aanvullen de spil zijn van een nieuw economisch systeem.
“De ALBA steunt het streven van de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische vrouwen om een geïntegreerde maatschappij op te richten vanuit het perspectief dat iedereen meetelt, een maatschappij die de bonte diversiteit van de volken erkent en tot ontwikkeling brengt, en waarbij onrechtvaardigheid en ongelijkheid worden overwonnen. Dit staat in een manifest van een aantal Latijn-Amerikaanse vrouwenorganisaties.
“Wij waarderen het vermogen van de ALBA om een Latijns-Amerikaans project op te starten dat gebaseerd is op belangrijke veranderingen: het socialisme van de 21e eeuw, het voorbeeld van Buen Vivir – Vivir Bien (het Goede Leven – Goed Leven), de verdediging van de onafhankelijkheid, soevereiniteit, zelfbeschikking en identiteit van landen die deel uitmaken van de ALBA en de behartiging van de belangen en de aspiraties van de volken van het Zuiden bij hun strijd tegen de pogingen tot politieke en economische overheersing”, staat te lezen in het Manifest van de vrouwen gericht aan de presidentiële top van de ALBA.
De vrouwen van de regio benadrukken dat voor een versterking van de ALBA “fundamentele veranderingen in het denken, vormgeven, besluiten nemen en verwezenlijken van beleid nodig zijn. Het gaat om het opzetten van een nieuw sociaal voorbeeld dat verder gaat dan het herscheppen van het bestaande voorbeeld. Dit is een uitdaging waarbij alle intelligentie, begrip en vermogen tot dialoog tussen de regeringen van de ALBA-landen en sociale bewegingen op vloeiende en standvastige wijze verenigd moeten worden”.
In dit licht houden de sociale bewegingen van Latijns-Amerikaanse vrouwen “met zorg de opkomst in de gaten van een groeimodel dat gericht is op megaprojecten”, een groeimodel waarmee de volken niet hebben ingestemd en dat inbreuk maakt op hun rechten.
De Latijns-Amerikaanse activisten wijzen op de gigantische infrastructurele projecten zoals de IIRSA waar landen in heel Latijns-Amerika, inclusief de bij de ALBA aangesloten landen, mee worden geconfronteerd. Deze projecten versterken de geïsoleerde economieën die gekenmerkt worden door uitbuiting en roof.
“Deze projecten hebben een enorm impact op de vrouwen, vooral op inheemse vrouwen, brengen hun zelfbeschikking over het voedsel in hun woongebieden in gevaar, en veranderen de geografie, het ecosysteem en het traditionele voedingspatroon. Sommige van deze projecten kunnen leiden tot het leegroven van hulpbronnen in het Amazonegebied en in de tropische bossen van Midden-Amerika”, zegt het manifest dat ondertekend is door REMTE en de CLOC-Vía Campesina.
De laatste weken kwamen in Ecuador massale indianenprotesten op gang tegen het mijnbouwbeleid van Correa en in Bolivia bekritiseerden diverse ngo’s Morales vanwege het stimuleren van olie-exploitatie in inheemse gebieden zonder met de getroffenen te praten.
In alle gevallen bekritiseerden de volksbewegingen hun regeringen vanwege hun beleid dat gericht is op de ontwikkeling van neoliberaal kapitalisme en eisten van hen dat zij zich op ondubbelzinnige wijze opnieuw richten op ontwikkeling die in overeenstemming is met het voorstel van Buen Vivir – Vivir Bien waar ALBA voorvechter van is.
Evo en Correa verdedigen zich
Correa bekritiseerde het “ongeduld” van de indianen in zijn land, het “radicalisme” van linkse pressiegroepen en de houding van sommige ngo’s “die naar onze landen komen om de inheemse volken te indoctrineren”.
Volgens Evo Morales verbieden sommige Europese ngo’s hem om natuurlijke hulpbronnen te exploiteren ten behoeve van het volk en voert aan dat “het niet zo kan zijn dan sommige broeders de speelbal zijn van het imperialisme”, waarmee hij zinspeelt op sociaal-ecologische bewegingen en indianenorganistaties.
Correa benadrukte dat het zeer moeilijk is om gedurende tweeëneenhalf jaar regeren structurele problemen op te lossen; Morales bevestigde op zijn beurt dat het “onmogelijk is om in drie jaar tijd 500 jaar onrechtvaardigheid op te lossen”.
De politieke en economische veranderingen die in de regio op gang zijn gekomen “zijn niet onomkeerbaar; we moeten het gezag niet onderschatten… Wat bereikt is, kan ongedaan worden gemaakt, we moeten voorzichtig zijn omdat rechts opnieuw kan toeslaan en dan kunnen de gebeurtenissen zoals die in Honduras hebben plaatsgevonden zich herhalen”, waarschuwde de Ecuadoraanse president.
De “links-radicalen” stellen steeds meer eisen en met dit ongeduld “lokken zij rechts uit de tent” en “de overdreven eisen vormen de grootste bedreiging voor een vreedzame revolutie”, zei Correa tijdens een ontmoeting met sociale leiders die deelnamen aan de Sociale Top van de ALBA.
Friday, October 30, 2009
Decreto supremo 0335: voor Moeder Aarde
Door: Gilberto Pauwels
Er kwamen tranen van vreugde bij te pas, toen de goedkeuring van het decreet werd bekendgemaakt. Enkele honderden mensen hadden zich reeds opgesteld om van El Alto naar het centrum van La Paz af te dalen. Ze dachten dat men hen eens te meer bedrogen had.
Ze waren van Oruro gekomen om hun eis kracht bij te zetten dat het gebied tussen de tinmijn van Huanuni en het Poopó-meer tot milieu-noodgebied zou uitgeroepen worden. Toen ze wilden vertrekken, kwam de minister van milieu, Pablo Ramos, dan toch in een taxi aangereden. Hij kwam vertellen dat, op uitdrukkelijk bevel met president Evo Morales, het voltallige kabinet zopas het decreet ondertekend had.Lees hier de rest van het artikel...
Thursday, October 29, 2009
Tribunaal voor Klimaatverandering: Chiquitano-indianen dienen aanklacht in tegen Boliviaanse snelweg Santa Cruz-Puerto Suárez
AINI, Cochabamba 14 oktober 2009 (vertaling Cindy Begthel)
De Organisatie van Chiquitano-indianen (la Organización Indígenas Chiquitana: OICH) legde deze zaak van de snelweg voor aan het Tribunaal voor Klimaatverandering in de Boliviaanse stad Cochabamba. De leider van de Organisatie van Chiquitano-indianen, Emigio Poiche, is verantwoordelijk voor de aanklacht waarin hij te kennen geeft dat de aanleg van deze snelweg deel uitmaakt van de megaprojecten van het Zuid Amerikaans Integratie Initiatief (la Iniciativa de Integración: IIRSA). De wegen, de waterkeringen en andere projecten lopen niet alleen dwars door het grondgebied van de indianen, maar richten er ook schade aan. Over de effecten en de gevolgen van deze snelweg op het indiaans grondgebied zegt Poiche: “Afgravingen, omleidingen van rivieren en het opdrogen van beekjes tasten onze ecosystemen aan. Omdat de snelweg het gewest doorkruist, zullen gebieden die eerder nooit overstroomden dat nu wel doen”.
Het Chiquitano-volk heeft de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (el Banco Interamericano de Desarrollo: BID) in de beklaagdenbank gezet omdat deze de aanleg van de snelweg financiert en de voltooiing ervan stimuleert zonder rekening te houden met de nationaal en internationaal erkende rechten van de indianen, aldus Poiche.
Het Tribunaal heeft de zaak bekeken en de Organisatie van Chiquito-indianen is in afwachting van het vonnis van de acht juryleden, allen vertegenwoordigers van maatschappelijke, indiaanse en milieu-organisaties: Ricardo Pinelda, een van de oprichters van het Salvadoriaans Centrum voor Gepaste Technologie (el Centro Salvadoreño de Tecnología Apropiada: Cesta); Miguel Palacin, algemeen coördinator van het Overkoepelend orgaan van Indiaanse Organisaties in de Andes (la Coordinadora Andina de Organizaciones Indígenas: CAOI); Alicia Muñoz, voorzitter van de Nationale Associatie van Indiaanse Plattelandsvrouwen in Chili (la Asociación Nacional de Mujeres Rurales e Indígenas de Chile: Anamuri); Beverly Keene, coördinator van Jubileo Sur; Tom Kucharz, vertegenwoordiger van Milieu-activisten in Actie (Ecologistas en Acción); Joseph Vogel, hoogleraar economie aan de Universiteit van Puerto Rico-Río Piedras; Nora Morales, mede-oprichter van de Associatie van Moeders van Plaza de Mayo (la Asociación Madres de Plaza de Mayo); Brid Brennan, mede-oprichter van het Europees Centrum van Solidariteit met de Filippijnen (el Centro Europeo de Solidaridad con las Filipinas).
De Organisatie van Chiquitano-indianen (la Organización Indígenas Chiquitana: OICH) legde deze zaak van de snelweg voor aan het Tribunaal voor Klimaatverandering in de Boliviaanse stad Cochabamba. De leider van de Organisatie van Chiquitano-indianen, Emigio Poiche, is verantwoordelijk voor de aanklacht waarin hij te kennen geeft dat de aanleg van deze snelweg deel uitmaakt van de megaprojecten van het Zuid Amerikaans Integratie Initiatief (la Iniciativa de Integración: IIRSA). De wegen, de waterkeringen en andere projecten lopen niet alleen dwars door het grondgebied van de indianen, maar richten er ook schade aan. Over de effecten en de gevolgen van deze snelweg op het indiaans grondgebied zegt Poiche: “Afgravingen, omleidingen van rivieren en het opdrogen van beekjes tasten onze ecosystemen aan. Omdat de snelweg het gewest doorkruist, zullen gebieden die eerder nooit overstroomden dat nu wel doen”.
Het Chiquitano-volk heeft de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (el Banco Interamericano de Desarrollo: BID) in de beklaagdenbank gezet omdat deze de aanleg van de snelweg financiert en de voltooiing ervan stimuleert zonder rekening te houden met de nationaal en internationaal erkende rechten van de indianen, aldus Poiche.
Het Tribunaal heeft de zaak bekeken en de Organisatie van Chiquito-indianen is in afwachting van het vonnis van de acht juryleden, allen vertegenwoordigers van maatschappelijke, indiaanse en milieu-organisaties: Ricardo Pinelda, een van de oprichters van het Salvadoriaans Centrum voor Gepaste Technologie (el Centro Salvadoreño de Tecnología Apropiada: Cesta); Miguel Palacin, algemeen coördinator van het Overkoepelend orgaan van Indiaanse Organisaties in de Andes (la Coordinadora Andina de Organizaciones Indígenas: CAOI); Alicia Muñoz, voorzitter van de Nationale Associatie van Indiaanse Plattelandsvrouwen in Chili (la Asociación Nacional de Mujeres Rurales e Indígenas de Chile: Anamuri); Beverly Keene, coördinator van Jubileo Sur; Tom Kucharz, vertegenwoordiger van Milieu-activisten in Actie (Ecologistas en Acción); Joseph Vogel, hoogleraar economie aan de Universiteit van Puerto Rico-Río Piedras; Nora Morales, mede-oprichter van de Associatie van Moeders van Plaza de Mayo (la Asociación Madres de Plaza de Mayo); Brid Brennan, mede-oprichter van het Europees Centrum van Solidariteit met de Filippijnen (el Centro Europeo de Solidaridad con las Filipinas).
Monday, October 26, 2009
Verkiezingscampagne Leopoldo Fernandez leidt tot conflicten
De ex prefect van Pando, Leopoldo Fernandez, die zich momenteel in de gevangenis van San Pedro bevindt wegens zijn betrokkenheid bij het bloedbad in Pando in september 2008, wil campagne voeren vanuit zijn cel. Fernandez heeft zich kandidaat gesteld voor vice-president op de lijst “Plan Progeso para Bolivia-Convergencía Nacional” (PPB-CN) achter de tevens ex-prefect Manfred Reyes Villa. Deze laatste heeft officieel toestemming gevraagd aan het verkiezingsorgaan (Organo Electoral Plurinacional) om Leopoldo Fernandez gebruik te laten maken van communicatie middelen in het kader van de campagne.
Hierover is er een openlijk conflict onstaan tussen de voorzitter van het verkiezingsorgaan, Antonio Costa, en de regering. Antonio Costa gaf in een resolutie aan voorstander te zijn van het toekennen van de mogelijkheden om campagne te voeren aan Fernandez. Vervolgens stuurde hij een brief aan president Evo Morales waarin hij deze beslissing legitimeert en aandringt op het respecteren van de rechten van Fernandez.
De regering is uitgesproken tegenstander van het toekennen van deze voorrechten. Eerder al gaf huidige vice president Alvaro García Linera aan dat het verkiezingsorgaan niet de macht heeft om deze beslissing te nemen. Volgens García Linera dient de rechter hierover te oordelen en zo lang dat niet gebeurt, zal Leopoldo Fernandez geen toegang hebben tot communicatie middelen. “Meneer Fernandez is een gevangene zoals anderen en punt uit, er is geen reden om hem privileges toe te kennen, noch hem te benadelen, ten opzichte van de rest, hij heeft dezelfde rechten als de andere gevangenen” verklaarde hij.
Evo Morales sprak zich uit in hardere taal, en kondigde aan dat hij Costa zal aanklagen wegens zijn partijdige houding. “We zullen dit op juridische en gedocumenteerde wijze aanklagen bij de internationale waarnemers. Ik heb de aanwezigheid gevraagd van (de landen van) Europa, de VN, de OEA, de Carter Foundation en we zullen aantonen hoe Antonio Costa een openlijke campagne in het voordeel van Leopoldo Fernández voert” verzekerde de president.
Bovendien benadrukte hij dat Fernandez gevangen zit omdat hij aangeklaagd is wegens schendingen van mensenrechten, en die aanklacht geratificeerd is door onder andere de UNASUR en dus geen privileges verdient.
Ondanks de opgelegde beperkingen, is het Fernandez toch gelukt om een telefonisch interview te geven aan de Chileense krant La Tercera. In dit interview benadrukte hij zijn onschuld, en zijn vastbeslotenheid om campagne te blijven voeren.
(Bron: Erbol)
Hierover is er een openlijk conflict onstaan tussen de voorzitter van het verkiezingsorgaan, Antonio Costa, en de regering. Antonio Costa gaf in een resolutie aan voorstander te zijn van het toekennen van de mogelijkheden om campagne te voeren aan Fernandez. Vervolgens stuurde hij een brief aan president Evo Morales waarin hij deze beslissing legitimeert en aandringt op het respecteren van de rechten van Fernandez.
De regering is uitgesproken tegenstander van het toekennen van deze voorrechten. Eerder al gaf huidige vice president Alvaro García Linera aan dat het verkiezingsorgaan niet de macht heeft om deze beslissing te nemen. Volgens García Linera dient de rechter hierover te oordelen en zo lang dat niet gebeurt, zal Leopoldo Fernandez geen toegang hebben tot communicatie middelen. “Meneer Fernandez is een gevangene zoals anderen en punt uit, er is geen reden om hem privileges toe te kennen, noch hem te benadelen, ten opzichte van de rest, hij heeft dezelfde rechten als de andere gevangenen” verklaarde hij.
Evo Morales sprak zich uit in hardere taal, en kondigde aan dat hij Costa zal aanklagen wegens zijn partijdige houding. “We zullen dit op juridische en gedocumenteerde wijze aanklagen bij de internationale waarnemers. Ik heb de aanwezigheid gevraagd van (de landen van) Europa, de VN, de OEA, de Carter Foundation en we zullen aantonen hoe Antonio Costa een openlijke campagne in het voordeel van Leopoldo Fernández voert” verzekerde de president.
Bovendien benadrukte hij dat Fernandez gevangen zit omdat hij aangeklaagd is wegens schendingen van mensenrechten, en die aanklacht geratificeerd is door onder andere de UNASUR en dus geen privileges verdient.
Ondanks de opgelegde beperkingen, is het Fernandez toch gelukt om een telefonisch interview te geven aan de Chileense krant La Tercera. In dit interview benadrukte hij zijn onschuld, en zijn vastbeslotenheid om campagne te blijven voeren.
(Bron: Erbol)
Sunday, October 25, 2009
Evo Morales streeft naar meer dan 70% van de stemmen om het veranderingsproces te consolideren
Evo Morales won de verkiezingen in 2005 met een historisch hoge uitslag van 53% van de stemmen. Nu streeft hij ernaar om in december 2009 herkozen te worden met meer dan 70% van de stemmen. Dit is volgens hem nodig om de controle te krijgen over de wetgevende en uitvoerende organen en het veranderingsproces te kunnen consolideren.
Volgens Morales heeft de oppositie, die de meerderheid bezit in de ‘Camara de Senadores’ nooit het proces ondersteunt en fundamentele wetten voor het volk geblokkeerd. Hij wil meer dan 70 percent van de stemmen vergaren zodat de sociale bewegingen en het Boliviaanse volk “de macht hebben over de uitvoerende en wetgevende organen en het proces van verandering duurzaam kan worden”.
Morales benadrukt dat het niet de bedoeling is het congres te controleren om de minderheden te onderwerpen: “Ook al zouden we een meerderheid hebben van twee derde dan nog zou er altijd dialoog zijn. We hebben er altijd belang bij akkoorden te sluiten met verschillende sectoren”.
De president erkent dat de middenklasse nog steeds niet genoeg vertrouwen in hem heeft. Toch wordt er in sommige sectoren gezegd dat “El Indio zorgt dat we leren respecteren en hij geeft ons waardigheid.” Ook is er de laatste tijd een verandering waarneembaar binnen groepen die eerst duidelijk als oppositie werden gezien en die zich nu beginnen aan te sluiten bij de MAS (Movimiento al Socialismo, de partij die Morales vertegenwoordigd). Een voorbeeld is de ultrarechtse Jongeren Unie van Santa Cruz (UJC).
Volgens Morales begrijp de bevolking dat er maar twee wegen mogelijk zijn: het veranderingsproces en de democratie versnellen door een stem uit te brengen of terugkeren naar het neoliberale verleden.
Bron: bolpress
Volgens Morales heeft de oppositie, die de meerderheid bezit in de ‘Camara de Senadores’ nooit het proces ondersteunt en fundamentele wetten voor het volk geblokkeerd. Hij wil meer dan 70 percent van de stemmen vergaren zodat de sociale bewegingen en het Boliviaanse volk “de macht hebben over de uitvoerende en wetgevende organen en het proces van verandering duurzaam kan worden”.
Morales benadrukt dat het niet de bedoeling is het congres te controleren om de minderheden te onderwerpen: “Ook al zouden we een meerderheid hebben van twee derde dan nog zou er altijd dialoog zijn. We hebben er altijd belang bij akkoorden te sluiten met verschillende sectoren”.
De president erkent dat de middenklasse nog steeds niet genoeg vertrouwen in hem heeft. Toch wordt er in sommige sectoren gezegd dat “El Indio zorgt dat we leren respecteren en hij geeft ons waardigheid.” Ook is er de laatste tijd een verandering waarneembaar binnen groepen die eerst duidelijk als oppositie werden gezien en die zich nu beginnen aan te sluiten bij de MAS (Movimiento al Socialismo, de partij die Morales vertegenwoordigd). Een voorbeeld is de ultrarechtse Jongeren Unie van Santa Cruz (UJC).
Volgens Morales begrijp de bevolking dat er maar twee wegen mogelijk zijn: het veranderingsproces en de democratie versnellen door een stem uit te brengen of terugkeren naar het neoliberale verleden.
Bron: bolpress
Sunday, October 18, 2009
ALBA Top sluit af met verklaring over klimaatsverandering
De top van de ALBA in Cochabamba, waar presidenten en vertegenwoordigers van negen latijns amerikaanse landen aanwezig waren, is afgesloten met onder andere een verklaring over klimaatverandering, de vorming van gezamenlijke bedrijven en politieke verklaringen over de situatie in Honduras en Cuba.
In de verklaring over het klimaatsprobleem, wordt aangedrongen op het naleven van het Kyoto verdrag en wordt de nalatigheid van de rijke landen met betrekkig tot dit verdrag veroordeeld. Deze verklaring zal voorgelezen worden tijdens de Klimaat Top in Kopenhagen in december 2009.
De minister van buitenlandse zaken van Honduras, Patricia Rojas, verklaarde op de top dat de dialoog met de coupplegers opnieuw vastgelopen is. De top nam een verklaring aan waarin de illegitieme regering van Micheletti bekritiseerd en onder druk wordt gezet om Manuel Zelaya weer als president te erekennen.
De meeste afspraken zijn echter economisch van aard. Zoals aangekondigd werd er getekend voor de vorming van een gezamenlijk economisch import en export systeem, genaamd Sucre, wat in 2010 in werking zal treden. De bedoeling is dat dit systeem uiteindelijk zal leiden tot een gezamenlijke munteenheid in de regio, als alternatief voor de dollar.
Daarnaast besloten de landen tot de oprichting van verschillende gezamenlijke multinationale bedrijven. Voor wat betreft de vorming van een Handelszone (Tratado de Comercio de los Pueblos) werden een aantal basis principes aangenomen.
De volgende ALBA top zal in december plaatsvinden in Cuba.
In de verklaring over het klimaatsprobleem, wordt aangedrongen op het naleven van het Kyoto verdrag en wordt de nalatigheid van de rijke landen met betrekkig tot dit verdrag veroordeeld. Deze verklaring zal voorgelezen worden tijdens de Klimaat Top in Kopenhagen in december 2009.
De minister van buitenlandse zaken van Honduras, Patricia Rojas, verklaarde op de top dat de dialoog met de coupplegers opnieuw vastgelopen is. De top nam een verklaring aan waarin de illegitieme regering van Micheletti bekritiseerd en onder druk wordt gezet om Manuel Zelaya weer als president te erekennen.
De meeste afspraken zijn echter economisch van aard. Zoals aangekondigd werd er getekend voor de vorming van een gezamenlijk economisch import en export systeem, genaamd Sucre, wat in 2010 in werking zal treden. De bedoeling is dat dit systeem uiteindelijk zal leiden tot een gezamenlijke munteenheid in de regio, als alternatief voor de dollar.
Daarnaast besloten de landen tot de oprichting van verschillende gezamenlijke multinationale bedrijven. Voor wat betreft de vorming van een Handelszone (Tratado de Comercio de los Pueblos) werden een aantal basis principes aangenomen.
De volgende ALBA top zal in december plaatsvinden in Cuba.
Wednesday, October 14, 2009
7 presidenten zullen deze week in Cochabamba deelnemen aan ALBA top
De ALBA-TCP, officieel genaamd Alianza Bolivariana para los Pueblos de Nuestra América – Tratado de Comercio de los Pueblos, oftewel Bolivariaanse Alliantie van de Volkeren van Ons Amerika- Handelsverdrag van de Volkeren, zal 16 en 17 oktober bij elkaar komen in Cochabamba, Bolivia.
Deze strategische alliantie tussen latijns amerikaanse landen, jaren geleden door Hugo Chavez opgericht als alternatief voor het continentale handelsverdrag ALCA, breid zich steeds verder uit. In deze top zullen de presidenten van Venezuela, Cuba, Ecuador, Nicaragua, San Vicente y Granadinas, Dominica en uiteraard Bolivia zeker deelnemen. Vanuit Honduras zal misschien de constitucionele minister van buitenlandse zaken, Patricia Rojas, deelnemen en het negende land Antigua en Barbados heeft nog niet bevestigd.
De agenda van deze 7e top is vooral economisch van aard. Er wordt gewerkt aan een gezamenlijk betaalsysteem tussen de deelnemende landen wat het onderlinge handelsverkeer moet bevorderen. De landen willen een gezamenlijke munteenheid delen in hun handelsrelaties, in eerste instantie virtueel en op lange termijn kan dit een echte gezamenlijke munt worden, zoals de Euro. Hiermee zal meer soevereiniteit ontstaan ten opzichte van de US dollar, de nu nog dominante munteenheid in het internationale betalingsverkeer in Latijns Amerika.
Cochabamba is deze dagen ook al het toneel van het Eerste Internationale Tribunaal van Klimaat Gerechtigheid (justicia climatica), en de Asamblea van het latijnsamerikaanse onderzoeksinstituut CLASCO. Evo Morales zal dan ook 3 dagen vanuit Cochabamba het land regeren.
(Bron: Los Tiempos)
Officiële pagina ALBA: Klik Hier
Deze strategische alliantie tussen latijns amerikaanse landen, jaren geleden door Hugo Chavez opgericht als alternatief voor het continentale handelsverdrag ALCA, breid zich steeds verder uit. In deze top zullen de presidenten van Venezuela, Cuba, Ecuador, Nicaragua, San Vicente y Granadinas, Dominica en uiteraard Bolivia zeker deelnemen. Vanuit Honduras zal misschien de constitucionele minister van buitenlandse zaken, Patricia Rojas, deelnemen en het negende land Antigua en Barbados heeft nog niet bevestigd.
De agenda van deze 7e top is vooral economisch van aard. Er wordt gewerkt aan een gezamenlijk betaalsysteem tussen de deelnemende landen wat het onderlinge handelsverkeer moet bevorderen. De landen willen een gezamenlijke munteenheid delen in hun handelsrelaties, in eerste instantie virtueel en op lange termijn kan dit een echte gezamenlijke munt worden, zoals de Euro. Hiermee zal meer soevereiniteit ontstaan ten opzichte van de US dollar, de nu nog dominante munteenheid in het internationale betalingsverkeer in Latijns Amerika.
Cochabamba is deze dagen ook al het toneel van het Eerste Internationale Tribunaal van Klimaat Gerechtigheid (justicia climatica), en de Asamblea van het latijnsamerikaanse onderzoeksinstituut CLASCO. Evo Morales zal dan ook 3 dagen vanuit Cochabamba het land regeren.
(Bron: Los Tiempos)
Officiële pagina ALBA: Klik Hier
Morales wil ‘Wereld Jeugd Top tegen kapitalisme’ organiseren
De Boliviaanse president Evo Morales heeft zijn land voorgesteld als gastheer voor een internationale top voor “revolutionaire jeugd die de omgeving beschermen met het doel een einde te maken aan het kapitalisme”. Het staatshoofd, dat ernaar streeft om herkozen te worden in de aankomende verkiezingen van 6 december, heeft het voorstel opgeworpen tijdens een evenement in de oostelijke regio van Santa Cruz waarin jongerengroepen die gelieerd zijn aan zijn regering hun steun uitspraken voor zijn kandidatuur.
Op de bijeenkomst waren ook jonge deelnemers uit Argentinië, Brazilië, Uruguay en Paraguay; volgelingen van de guerrillero, Ernesto “Che” Guevara. Zij waren eerder in het land aan gekomen om deel te nemen aan een evenement op donderdag 8 oktober waarmee de dood van de Argentijns-Cubaanse revolutionair (42 jaar geleden) werd herdacht. Tussen het zingen van liederen door kondigde Morales aan dat hij ‘dringend’ een bijeenkomst van jongeren uit Amerika zou organiseren die ‘met de mensen zijn en niet met het rijk’, hiermee verwijzend naar de regering van de Verenigde Staten.
Hij voegde eraan toe dat ze ook een ander evenement zullen organiseren om de “jongeren van de wereld” bij elkaar te roepen die “revolutionaire processen steunen om een eind te maken aan kapitalisme”. “Om een stap vooruit te zetten in de bescherming van de mensheid, om moeder aarde te redden, zullen we in Bolivia een bijeenkomst organiseren om de revolutionaire jongeren van over de hele wereld bij elkaar te brengen”, zei hij.
Daarnaast bekrachtigde het staatshoofd de verwerping van zijn regering van buitenlandse militaire aanwezigheid in Zuid Amerika en herhaalde hij dat “wanneer een president of regering VS legerbases toestaat ze de grootste verraders zijn van Latijns Amerika en de wereld”. Morales zinspeelde op de overeenkomsten tussen Bogota en Washington, die onder andere inhouden dat VS troepen Colombiaanse militaire bases kunnen gebruiken en die zijn besproken door de lidstaten van de Unie van Zuid Amerikaanse Landen (UNASUR).
BRON: EFE
Op de bijeenkomst waren ook jonge deelnemers uit Argentinië, Brazilië, Uruguay en Paraguay; volgelingen van de guerrillero, Ernesto “Che” Guevara. Zij waren eerder in het land aan gekomen om deel te nemen aan een evenement op donderdag 8 oktober waarmee de dood van de Argentijns-Cubaanse revolutionair (42 jaar geleden) werd herdacht. Tussen het zingen van liederen door kondigde Morales aan dat hij ‘dringend’ een bijeenkomst van jongeren uit Amerika zou organiseren die ‘met de mensen zijn en niet met het rijk’, hiermee verwijzend naar de regering van de Verenigde Staten.
Hij voegde eraan toe dat ze ook een ander evenement zullen organiseren om de “jongeren van de wereld” bij elkaar te roepen die “revolutionaire processen steunen om een eind te maken aan kapitalisme”. “Om een stap vooruit te zetten in de bescherming van de mensheid, om moeder aarde te redden, zullen we in Bolivia een bijeenkomst organiseren om de revolutionaire jongeren van over de hele wereld bij elkaar te brengen”, zei hij.
Daarnaast bekrachtigde het staatshoofd de verwerping van zijn regering van buitenlandse militaire aanwezigheid in Zuid Amerika en herhaalde hij dat “wanneer een president of regering VS legerbases toestaat ze de grootste verraders zijn van Latijns Amerika en de wereld”. Morales zinspeelde op de overeenkomsten tussen Bogota en Washington, die onder andere inhouden dat VS troepen Colombiaanse militaire bases kunnen gebruiken en die zijn besproken door de lidstaten van de Unie van Zuid Amerikaanse Landen (UNASUR).
BRON: EFE
Bolivia: werken aan verandering
Door: Gilberto Pauwels, werkzaam in Oruro, bij de organisatie CEPA
Bron: www.mo.be
De meest aangehaalde, maar vrij vage belofte van de regering van Evo Morales was en is nog steeds dat er verandering zal komen. Hoe staat het nu met dit veranderingsproces? In hoeverre is dit voelbaar in het leven van de gewone mensen en de gemeenschappen? Op welke manier zijn wij als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andersvolkeren) daarbij betrokken?
1. De activiteiten van CEPA van de laatste dagen hadden vooral betrekking op het aanpassen van de bestaande wetgeving aan de nieuwe Grondwet die onlangs werd goedgekeurd. Zo waren we betrokken bij de organisatie van een tweedaagse om voorstellen te doen voor een nieuwe milieuwetgeving; twee dagen ook om de Código Minero aan te passen; gisteren werd het reglement van de wet op de bescherming van in het wild levende dieren en planten onder de loep genomen en vorige week was het reglement van een specifieke wet op de (her)bebossing van Oruro aan de beurt.
Dit alles grijpt plaats in samenwerking met de lokale en nationale regering en parlementsleden (nu Asamblea del Estado Plurinacional genoemd). Wetten goedkeuren en effectief doen naleven, zijn natuurlijk twee verschillende zaken, maar dat aan dergelijke bijeenkomsten telkens 100 tot 160 mensen deelnemen is toch wel een uitzonderlijk fenomeen, dat wijst op het verlangen tot participatie aan het bestuur.
2. Nog meer vergaderingen en activiteiten hadden de mensen die direct bij de verdediging van het milieu betrokken zijn. Het programma voor een Blauwe October werd op een persconferentie voorgesteld. Een maand lang zal de bevolking met allerlei acties bewust gemaakt worden van de noodzaak onze rivieren en meren te respecteren en te beschermen.
De omwonende gemeenschappen die zich organiseerden precies om hun watergebieden te verdedigen (CORIDUP) zijn echter ontgoocheld. Daadwerkelijke beslissingen vanwege de regering betreffende de Desaguadero-rivier en het Uru Uru- en Poopó-meer (milieu-audit en verklaring tot emergentiezone) blijven uit. Vrijwel dagelijks gaan er werkvergaderingen door in de verschillende dorpen en trekt men van Pontius naar Pilatus in de ministeries in La Paz. Als het volgende week niet tot de beloofde maatregelen komt, zijn vanaf maandag 19 october drukkingsacties in het vooruitzicht gesteld.
De discours van Evo Morales in het buitenland ter verdediging van Moeder Aarde worden wel eens afgewogen tegen de feitelijke praktijken van zijn regering en het verschil tussen beiden is groot. In de conflicten tussen de extractieve industrie (mijnbouw, petroleum en straks lithium) voelen de Indiaanse gemeenschappen zich onvoldoende beschermd en in aanmerking genomen (respect voor kwetsbare gebieden, recht op inspraak, vergoeding voor geleden milieuschade en recht op deelname in de winst).
3. Wat socio-culturele en milieu-onderzoeken betreft en hun toepassingen, staat heel wat op stapel. Nu er studies rond verzilting en vervuiling door mijnwater (met arsenicum, lood, cadmium,..) afgerond zijn, staan we mee voor de opdracht aan bruikbare en betaaalbare drinkwaterfilters te werken.
Ook is dezer dagen een groep tecnici uit Oostenrijk aan het werk rond zonne-energie en het boren van waterputten.
Zes onderzoeksprojecten rond milieu en quinua-teelt zijn van start gegaan op initiatief van PIEB (Programa voor Strategisch Onderzoek in Bolivia), met de medewerking van CEPA. De grote vraag naar quinua vanuit Europa bracht niet alleen grote prijsstijgingen teweeg, zodat de consumptie voor de lokale bevolking onbetaalbaar wordt, maar heeft ook tot onaanvaardbare productiemethodes geleid, die gronden en natuur onherstelbare schade toebrengen.
Wat studies over racisme en interetnische relaties betreft, heeft PIEB op nationaal vlak zes projecten goedgekeurd, waaronder - tot onze grote verbazing - twee van CEPA. Dat zal ons in staat stellen onderzoek te verrichten naar socio-culturele relaties en etnische identificaties onder de Indiaanse bevolkingsgroepen, enerzijds bij de armsten (de Uru Muratos, vissers van het Uru Uru en Poopó-meer) en anderzijds ook bij de rijksten (de Aymaras van de grensdorpen met Chili).
Vroeger was de (blanke) stadbevolking vooral bang voor de eisen van verarmde campesinos en mijnwerkers; nu voelt men zich evenzeer bedreigd door enkele economisch sterker wordende Andesgemeenschappen, die bevoorbeeld, als er onroerende goederen in centrum van de stad te koop worden aangeboden, deze naar zich toehalen. De Andesvolkeren veroveren de steden, schreven we vroeger reeds.
Het is ongetwijfeld een positieve evolutie dat er de jongste tijd steeds meer onderzoekswerk wordt verricht dat gericht is op het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen en dat er bij het ontwikkelingswerk stilaan meer met sociologische en antropologische studies rekening wordt gehouden.
4. Intussen is het ook duidelijk geworden dat er geen sprake is van een kerkenvervolging in Bolivia. Er werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen de staat en de katholieke kerk wat onderwijs, gezondheidszorg en sociale werken betreft. Nu de verkiezingsstrijd is ingezet, proberen rechtse oppositiepartijen nog wel zich op te werpen als de verdedigers van kerk en geloof. De bisschoppenconferentie heeft het daarom zelfs nodig gevonden het misbruik van misvieringen en andere religieuze manifestaties voor politieke doeleinden, publiekelijk te veroordelen.
Toch is de spanning niet helemaal verdwenen. De kerkleiding blijft wantrouwig ten aanzien van de regeringspolitiek. Binnen de kerk zelf komt men bij "het lezen van de tekenen van de tijd" tot uiteenlopende conclusies en dat komt o.a. tot uiting bij het formuleren van prioriteiten en verwachtingen ten aanzien van de Permanente Missie die nu, op voorstel van de Bisschoppenconferentie van Aparecida (2007), overal op gang wordt getrokken. Het continentale netwerk AMERINDIA heeft er een boek over uitgegeven ("La Misión en Cuestión", Bogota, 2009) in de hoop een stimulans te geven aan het bewaren en vooral het actualizeren van het erfgoed van de Latijnsamerikaanse Conferenties van Medellín, Puebla, Santo Domingo en Aparecida. Als AMERINDIA-groep in Oruro trekken we aan dezelfde kar. De aanzet tot structurele en mentaliteitsveranderingen die dank zij de bevrijdingstheologie en de kerkelijke basisgemeenschappen tot stand kwam, mag niet verloren gaan.
Gepost op 12.10.09
Bron: www.mo.be
De meest aangehaalde, maar vrij vage belofte van de regering van Evo Morales was en is nog steeds dat er verandering zal komen. Hoe staat het nu met dit veranderingsproces? In hoeverre is dit voelbaar in het leven van de gewone mensen en de gemeenschappen? Op welke manier zijn wij als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andersvolkeren) daarbij betrokken?
1. De activiteiten van CEPA van de laatste dagen hadden vooral betrekking op het aanpassen van de bestaande wetgeving aan de nieuwe Grondwet die onlangs werd goedgekeurd. Zo waren we betrokken bij de organisatie van een tweedaagse om voorstellen te doen voor een nieuwe milieuwetgeving; twee dagen ook om de Código Minero aan te passen; gisteren werd het reglement van de wet op de bescherming van in het wild levende dieren en planten onder de loep genomen en vorige week was het reglement van een specifieke wet op de (her)bebossing van Oruro aan de beurt.
Dit alles grijpt plaats in samenwerking met de lokale en nationale regering en parlementsleden (nu Asamblea del Estado Plurinacional genoemd). Wetten goedkeuren en effectief doen naleven, zijn natuurlijk twee verschillende zaken, maar dat aan dergelijke bijeenkomsten telkens 100 tot 160 mensen deelnemen is toch wel een uitzonderlijk fenomeen, dat wijst op het verlangen tot participatie aan het bestuur.
2. Nog meer vergaderingen en activiteiten hadden de mensen die direct bij de verdediging van het milieu betrokken zijn. Het programma voor een Blauwe October werd op een persconferentie voorgesteld. Een maand lang zal de bevolking met allerlei acties bewust gemaakt worden van de noodzaak onze rivieren en meren te respecteren en te beschermen.
De omwonende gemeenschappen die zich organiseerden precies om hun watergebieden te verdedigen (CORIDUP) zijn echter ontgoocheld. Daadwerkelijke beslissingen vanwege de regering betreffende de Desaguadero-rivier en het Uru Uru- en Poopó-meer (milieu-audit en verklaring tot emergentiezone) blijven uit. Vrijwel dagelijks gaan er werkvergaderingen door in de verschillende dorpen en trekt men van Pontius naar Pilatus in de ministeries in La Paz. Als het volgende week niet tot de beloofde maatregelen komt, zijn vanaf maandag 19 october drukkingsacties in het vooruitzicht gesteld.
De discours van Evo Morales in het buitenland ter verdediging van Moeder Aarde worden wel eens afgewogen tegen de feitelijke praktijken van zijn regering en het verschil tussen beiden is groot. In de conflicten tussen de extractieve industrie (mijnbouw, petroleum en straks lithium) voelen de Indiaanse gemeenschappen zich onvoldoende beschermd en in aanmerking genomen (respect voor kwetsbare gebieden, recht op inspraak, vergoeding voor geleden milieuschade en recht op deelname in de winst).
3. Wat socio-culturele en milieu-onderzoeken betreft en hun toepassingen, staat heel wat op stapel. Nu er studies rond verzilting en vervuiling door mijnwater (met arsenicum, lood, cadmium,..) afgerond zijn, staan we mee voor de opdracht aan bruikbare en betaaalbare drinkwaterfilters te werken.
Ook is dezer dagen een groep tecnici uit Oostenrijk aan het werk rond zonne-energie en het boren van waterputten.
Zes onderzoeksprojecten rond milieu en quinua-teelt zijn van start gegaan op initiatief van PIEB (Programa voor Strategisch Onderzoek in Bolivia), met de medewerking van CEPA. De grote vraag naar quinua vanuit Europa bracht niet alleen grote prijsstijgingen teweeg, zodat de consumptie voor de lokale bevolking onbetaalbaar wordt, maar heeft ook tot onaanvaardbare productiemethodes geleid, die gronden en natuur onherstelbare schade toebrengen.
Wat studies over racisme en interetnische relaties betreft, heeft PIEB op nationaal vlak zes projecten goedgekeurd, waaronder - tot onze grote verbazing - twee van CEPA. Dat zal ons in staat stellen onderzoek te verrichten naar socio-culturele relaties en etnische identificaties onder de Indiaanse bevolkingsgroepen, enerzijds bij de armsten (de Uru Muratos, vissers van het Uru Uru en Poopó-meer) en anderzijds ook bij de rijksten (de Aymaras van de grensdorpen met Chili).
Vroeger was de (blanke) stadbevolking vooral bang voor de eisen van verarmde campesinos en mijnwerkers; nu voelt men zich evenzeer bedreigd door enkele economisch sterker wordende Andesgemeenschappen, die bevoorbeeld, als er onroerende goederen in centrum van de stad te koop worden aangeboden, deze naar zich toehalen. De Andesvolkeren veroveren de steden, schreven we vroeger reeds.
Het is ongetwijfeld een positieve evolutie dat er de jongste tijd steeds meer onderzoekswerk wordt verricht dat gericht is op het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen en dat er bij het ontwikkelingswerk stilaan meer met sociologische en antropologische studies rekening wordt gehouden.
4. Intussen is het ook duidelijk geworden dat er geen sprake is van een kerkenvervolging in Bolivia. Er werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen de staat en de katholieke kerk wat onderwijs, gezondheidszorg en sociale werken betreft. Nu de verkiezingsstrijd is ingezet, proberen rechtse oppositiepartijen nog wel zich op te werpen als de verdedigers van kerk en geloof. De bisschoppenconferentie heeft het daarom zelfs nodig gevonden het misbruik van misvieringen en andere religieuze manifestaties voor politieke doeleinden, publiekelijk te veroordelen.
Toch is de spanning niet helemaal verdwenen. De kerkleiding blijft wantrouwig ten aanzien van de regeringspolitiek. Binnen de kerk zelf komt men bij "het lezen van de tekenen van de tijd" tot uiteenlopende conclusies en dat komt o.a. tot uiting bij het formuleren van prioriteiten en verwachtingen ten aanzien van de Permanente Missie die nu, op voorstel van de Bisschoppenconferentie van Aparecida (2007), overal op gang wordt getrokken. Het continentale netwerk AMERINDIA heeft er een boek over uitgegeven ("La Misión en Cuestión", Bogota, 2009) in de hoop een stimulans te geven aan het bewaren en vooral het actualizeren van het erfgoed van de Latijnsamerikaanse Conferenties van Medellín, Puebla, Santo Domingo en Aparecida. Als AMERINDIA-groep in Oruro trekken we aan dezelfde kar. De aanzet tot structurele en mentaliteitsveranderingen die dank zij de bevrijdingstheologie en de kerkelijke basisgemeenschappen tot stand kwam, mag niet verloren gaan.
Gepost op 12.10.09
Subscribe to:
Posts (Atom)